<< Vorige pagina

16 september 2016

Afscheidsinterview oud-President Wim van Heugten


Vier jaar President. Wim van Heugten blikt terug. En ook een beetje vooruit.

 

 

Waarom heb je je vier jaar geleden gekandideerd?

 

Al enkele jaren tevoren hebben enkele goede Princevrienden me benaderd met de vraag of ik te zijner tijd beschikbaar zou zijn. In een proces van zo’n twee jaar ben ik daar naartoe gegroeid. Vanaf het begin werd ik daarbij met kritische vragen door mijn vrouw Marjan op het goede spoor gebracht.

 

Wat had je daarvoor allemaal gedaan binnen de Orde van den Prince?

 

Ik ben in 1984 lid geworden van de toen zeer jonge en dynamische afdeling Nijmegen. Al snel werd ik tot voorzitter gekozen en via de jumelage-contacten met Antwerpen Middelheim kwam ik in contact met Gaston Goorden die indertijd een voorloper van de Nieuwsbrief verzorgde. Afkomstig uit een journalistenmilieu en doordesemd van de noodzaak van Vlaams-Nederlandse samenwerking ben ik bijna automatisch daarvoor actief geworden. Bij het ontstaan van de huidige vorm van de Nieuwsbrief (indertijd onder  president Annie Fleerackers) ben ik in de redactie gekomen, heb ik vele bijdragen geschreven en ben er uiteindelijk niet meer uit weg gegaan. Zeven jaar geleden ben ik tot gewestpresident Oost-Nederland gekozen en zo in de bestuursstructuur van de OvdP gekomen.

 

Heb je ooit spijt gehad van je kandidatuur?

 

Heel soms!

 

Heeft je vrouw daar ooit spijt van gehad?

 

Heel soms!

 

Was vier jaar niet lang?

 

Vier jaar is inderdaad lang maar toch wel nodig om bepaalde zaken te kunnen bereiken. Drie jaar is misschien wat te kort.

 

Hoe zou je jezelf als President omschrijven? 

 

Dat is momenteel nog erg moeilijk. Pas met enige afstand, ook in tijd, zou ik een poging willen wagen. Wat me wel opvalt is dat ik - in tegenstelling tot sommige voorgangers – al de ‘lange mars door de Orde-instituties’ had afgelegd en daardoor al over een groot netwerk binnen de Orde van den Prince beschikte alvorens ik president werd.

 

Functioneert een Dagelijks Bestuur wezenlijk anders dan het bestuur van een afdeling of gewest?

 

Er is wel een groot verschil maar dat hangt misschien vooral samen met de merkwaardige bestuursstructuur van de Orde. Als Nederlander ben ik gewend op een collegiale manier te besturen en minder op de presidentiële manier waaraan in Vlaanderen meestal de voorkeur gegeven wordt. Dat betekent bijvoorbeeld dat wij gewerkt hebben met een Dagelijks Bestuur dat het Presidium (quasi als Algemeen Bestuur) aanstuurde, met de AR als Raad van bestuur/toezicht. Het DB was dus geen kabinet dat de president ondersteunt. Het Orde-presidentschap is in de praktijk een combinatie van (om in bedrijfsterminologie te spreken) de bestuursvoorzitter en de CEO. Gelukkig heeft de algemeen secretaris veel van het CEO-werk op zich genomen.


 

Wat is het belangrijkste dat het bestuur de afgelopen vier jaar bereikt heeft?

 

Als DB heb je een beperkte invloed. Het is te vergelijken met het besturen van een groot schip. Alleen met een aantal kleine koerswijzigingen na elkaar is iets te bereiken. Grote koerswijzigingen lopen vaak fataal af of worden later ongedaan gemaakt.

 

Wat zou je anders gedaan hebben als je het over kon doen?

 

Iets doortastender zijn opgetreden in de veel te lang voortslepende affaire rond communicatie.

 

Hoe is de Orde van den Prince veranderd in de afgelopen vier jaar?

 

Als belangrijkste verandering zie ik dat de deur geopend is naar een meer zichtbare Orde, die ook een zeker vorm van maatschappelijke rol op zich kan nemen.  Een tweede punt is de koerswijziging met de Neerlandistiek, nu Nederlandse Taal & Cultuur. De historische Nederlanden behoren kunst- en cultuurhistorisch bezien tot de culturele grootmachten (Kulturlandschaften) in Europa. Dat werkt niet alleen door in onze identiteit maar biedt ook veel aanknopingspunten aan afdelingen om ook op cultureel vlak actief te worden. De Neerlandistiek-oude-stijl werkte veel te beperkend op de dynamiek van de organisatie. Dat werd pijnlijk duidelijk toen uit de inventarisatieronde van vice-president Germaan Van Verdeghem naar voren kwam dat slechts ca 10% van de afdelingen er daadwerkelijk wat aan deed, en dus 90% niet! Enkele afdelingen en gewesten waren zelf mordicus tegen die Neerlandistiek-oude-stijl.

 

Wat was absoluut het leukste dat je hebt mogen doen als President?

 

De contacten en gesprekken met talloze Orde-leden. Ze waren steeds zeer stimulerend voor me. Dat zal ik het meest gaan missen! Het indrukwekkendste was ongetwijfeld de kranslegging namens de Orde van den Prince tijdens de Last Post in de Menenpoort in Ieper tijdens de Algemene Ledendag van twee jaar geleden. Maar Wim van Heugten zit ook weer zo in elkaar dat hij daags erna samen met zijn vrouw Marjan op het uiterst sobere Duitse oorlogskerkhof van Wervicq-Sud de mijmeringen over de Grote Oorlog voortzette. Dit op suggestie van toenmalig gewestpresident Jaak Lambrecht.

 

Als we zouden vragen wat absoluut het vervelendste was dat je hebt moeten doen als President, zou je dan eerlijk antwoorden? Zo ja, wat was dat dan?

 

Dat betreft zaken rond gelukkig maar enkele conflicten waarbij ik als persoon of  het DB betrokken raakte. Pas in de loop van de tijd kristalliseert uit wat er werkelijk  de aard ervan was.

 

Wat denk je dat de grootste kritiek op jouw Presidentschap is binnen de Orde van den Prince?

 

Zoas ik al eerder zei: pas over enige tijd en met de nodige afstand  kan er een min of meer juist beeld geschetst worden. Ik heb wel steeds gemerkt dat er in de OvdP een neiging is de kern van de zaken  (bijvorbeeld doelstelling) te ontwijken en in abstracties te vluchten. Paul Klep heeft dat tijdens de door het DB ingestelde Dagen van de Prince onomwonden aangetoond. Dat betekent helaas dat in de OvdP steeds weer opnieuw ‘wielen worden uitgevonden’, in plaats van de hand aan de ploeg te slaan en concreet zaken aan te pakken. Veel leden hebben mijn concrete en inhoudelijke aanpak zeer gewaardeerd.

 

Wat heb je zelf als persoon geleerd van je Presidentschap?

 

Erg veel en dan vooral op intermenselijk vlak. Ik heb Land und Leute over heel Vlaanderen en Nederland beter leren kennen. Daardoor is ook mijn besef gegroeid dat de Lage Landen meer verdienen dan constant door de politiek in beide landen uit elkaar te worden gedreven. Dat wordt helaas kritiekloos door de media overgenomen en in sterk achterhaalde stereotypen van ‘Ollanders’ en ‘Belgen’ in stand gehouden. 

 

Wat zou je je opvolger Godelieve willen meegeven?

 

De Orde verkeert misschien meer dan we denken (of willen denken) in een existentiële crisis. Het gevaar is niet ondenkbeeldig dat de Orde binnen nu en zeg tien jaar marginaliseert. Godelieve treedt dus aan in een niet gemakkelijke tijd met een verder groeiende generatiekloof tussen de 50-plussers en de jonge generaties. Dat is evenwel een fenomeen dat niet alleen de OvdP treft maar ook valt waar te nemen bij politieke partijen, heemkundekringen, klassieke concerten, kerken, besturen van voetbalverenigingen, enzovoorts. Het sterk afkalvende Davidsfonds is daar bijvoorbeeld een pijnlijk voorbeeld van. Tegen het wegblijven van jongeren ook in de OvdP lijkt nauwelijks kruid gewassen. Om daar dan maar met een maakbaarheidsideaal tegenaan te gaan? Daarvoor wens ik haar en haar DB de nodige wijsheid toe.

 

En nu het zwarte gat?

 

Géén zwart gat. Ik had gehoopt dat met het beëindigen van het presidentschap er tijd zou komen voor mijzelf. Maar tot mijn schrik bemerk ik dat mijn agenda ongeveer even vol is. Het enige verschil is dat de reistijden naar Antwerpen wegvallen (per trein twee keer 3,5 uur per keer).


Reacties



Terug naar overzicht »