<< Vorige pagina

13 september 2019

Colibranttriptiek centraal op gewestdag Schelde-Dommel en Schelde-Mark


De burgemeester van Lier, zelf Princelid, verwelkomde eind mei de 97 deelnemers aan de gewestdag van Schelde-Dommel en Schelde-Mark in het centrum van zijn stad. Ongeveer de helft van hen kwam uit Vlaanderen, de andere helft uit Nederland en twee deelnemers kwamen zelfs uit Curaçao. Het Colibranttriptiek moest nog even wachten, want eerst bracht het gerenommeerde strijkerstrio Arcando een erg gewaardeerd optreden met werken van Franz Schubert, Johann Naumann, Zoltàn Kodaly en Ernst von Dohnanyi. 

 

 

De lezing werd verzorgd door Lierenaar en gewaardeerd kunsthistoricus Jan Gilliams. Het onderwerp: het vermaarde Colibranttriptiek. Dit drieluik bevindt zich sinds 1516 in de Sint-Gummaruskerk, parel van Brabantse gotiek, en maakt deel uit van de lopende tentoonstelling ‘Vlaamse Meesters in situ’. Lang werd gedacht dat het triptiek 'Het huwelijk van Maria' (met Jozef) in werkelijkheid het huwelijk van Filips de Schone en Johanna van Castilië, de ouders van Karel V, uitbeeldt. Dit huwelijk, volgens de spreker misschien wel het belangrijkste huwelijk in de wereldgeschiedenis, werd in 1496 voltrokken in Lier. Waarom dat in Lier was, is nooit echt opgehelderd. Tien jaar na het huwelijk overleed Filips de Schone op 28-jarige leeftijd in eerder verdachte en nooit opgeloste omstandigheden in Burgos (een conflict met zijn schoonvader?). Johanna werd gek van verdriet, en verdiende zo haar historische bijnaam van Juana la Loca of Johanna de Waanzinnige. Zij kon geen afstand doen van haar man en trok rond met de kist met zijn lichaam. Ze werd uiteindelijk geïnterneerd door haar vader in het kasteel van Tordesillas.

 

Goswyn Van Der Weyden

 

Het triptiek in de Lierse Sint-Gummaruskerk is toegeschreven aan Goossen of Goswyn Van der Weyden, een late Vlaamse Primitief uit de vijftiende eeuw. Hij was de kleinzoon van de grote Rogier Van der Weyden en werd opgeleid in Brussel. Men weet dat hij in Lier heeft gewoond, zelfs 'poorter' is geworden van de stad, voor zijn definitieve verhuis naar Antwerpen. Het probleem is en blijft dat er wel een groep werken is samengesteld die zijn toegeschreven aan Goossen, maar die geen stilistisch verband vertonen met het enige gesigneerde werk van Goossen.

 

 

Grappigste theorie

 

De grappigste theorie over de vraag welke schilder het triptiek gemaakt heeft, is gebaseerd op de aanwezigheid van een aap en schijnbaar een kleine beer onderaan links op het middenpaneel, geïnterpreteerd als een signatuur van de schilder. Op basis van het eerste verklarend woordenboek Nederlands uit het einde van de zestiende eeuw door Cornelis Kiliaan uit Duffel, zag men in de aap een 'marte' of 'martekin' of 'Maarten'. Met de beer erbij was de naam van de schilder dus Maarten De Beer. Niet onlogisch want Maarten de Vos signeerde met toespelingen op een aap en een vos, en Maarten van Cleve signeerde met een aap met op de borst de letters VC. Helaas heeft er nooit een schilder met de naam Maarten de Beer bestaan…

 

Vlaamse Primitief

 

De term 'Vlaamse Primitief' is overigens ruim aanvaard maar blijft erg misleidend. De meeste Vlaamse Primitieven zijn immers geboren in Brabant, Holland, prinsbisdom Luik, Henegouwen en zelfs Duitsland. Primitief waren ze allerminst. De term werd enigszins ongelukkig aangewend voor de schilderkunst voor de periode van de hoogrenaissance, en moet dus begrepen worden als 'vroeg'. Vlaamse Primitief is ook politiek een zeer geladen term. Duitse romantici spraken over 'Altdeutsche Malerei' en zagen 'Altniederländische Malerei' als een onderdeel ervan. Max Friedländer beschouwde Jan van Eyck als een 'Duitse' schilder en had moeite met Rogier van der Weyden - oorspronkelijk Rogelet de la Pasture uit Doornik - die 'besmet' was door de Franse cultuur. Men gebruikt tegenwoordig dan ook evenzeer de termen 'Oud- of Vroegnederlandse schilders'. Jules Destrée, Waals advocaat, historicus en socialistisch politicus, schreef in 1912 zijn beroemde brief aan koning Albert I 'Sire, il n'y a pas de Belges', waarin hij Vlaanderen er onder andere van beschuldigde dat het de Walen hun verleden en hun kunstenaars had ontstolen. Lees: Robert Campin en Rogelet de la Pasture uit Doornik als Vlaamse Primitieven.

 

 

Huwelijk van Maria

 

Terug naar het triptiek. Het middenpaneel stelt het huwelijk van Maria voor in een gotische kerk, vandaar de associatie met het vorstelijke huwelijk. Archiefonderzoek heeft echter uitgewezen dat een totaal ander verhaal aan de oorsprong ligt van dit werk. Dat was niet eenvoudig door de zeer moeilijke interpretatie van de buitenluiken waarop de schenkers van het kunstwerk staan en vooral omdat pas omstreeks 1958 de datum van het werk ontdekt is op een ruitvormige tegel onderaan in het midden van het werk. Links knielt Jan Baptist Colibrant, lid van de meest aanzienlijke Lierse familie sedert de Middeleeuwen, met zijn beide zonen Jan en Joris. Rechts knielt Josina Meyngiaert met gelijknamige dochter Josina uit haar tweede huwelijk na het overlijden van Jan Baptist. De voorstelling van de schenkers blijkt echter volledig fictief te zijn. Jan Baptist Colibrant was in 1516 reeds 26 jaar overleden. Zijn zoon Jan was 28 jaar en ziet er uit als een knaap van 14. Broer Joris was op 23-jarige leeftijd vier jaar eerder overleden en ziet er uit als een jongen van 12 jaar. Josina Meyngiaert was zelfs al 23 jaar dood. Alleen haar dochter Josina lijkt de juiste leeftijd te hebben.

 

Sleutel

 

De sleutel van het verhaal zit in de reis naar het Heilig Land die Joris Colibrant in 1512 maakte en waarbij hij onderweg zou overlijden. Voor zijn vertrek had hij een kapel gesticht ter ere van de Zeven Smarten en Zeven Blijdschappen van Maria van Onze Lieve Vrouw, die ook allemaal zijn afgebeeld op het triptiek. Frans Colibrant, oom van Joris en stadssecretaris van Antwerpen, was de uitvoerder van het testament van Joris, die de opdracht had gegeven tot dit triptiek. Kortom, er is dus zeker geen rechtstreekse band tussen het triptiek en het koninklijke huwelijk. Maar mogelijk is er wel sprake van een afspiegeling van een indrukwekkende herinnering aan dat vorstelijke huwelijk bij zowel de opdrachtgever als de kunstenaar, die allebei in Lier woonden in 1496.

 

Stadsbeiaardier

 

Rond kwart voor twaalf wandelden de Princeleden onder de muzikale begeleiding van de stadsbeiaardier een paar honderd meter verder naar die vermaarde kerk. Daar wachtten vier gidsen de deelnemers op. Via een strak doorschuifsysteem werd iedereen in de gelegenheid gesteld om over vier topwerken in die kerk deskundig te worden geïnformeerd. Dit bezoek werd gesmaakt: zelfs voor hen die meenden de kerk en haar schatten goed te kennen, viel er nog veel te ontdekken.

 

 

Tot slot verplaatste de groep zich naar het vlakbij gelegen Hof van Aragon, waar het aperitief met dank aan de lentezon in de tuin genoten kon worden. Na het voorlezen van de Keure werd de dag afgesloten met een rijkelijk diner. Bij het verlaten van de zaal ontving elke deelnemer nog een tasje met daarin, naast de flyer van de Dagen van den Prince in Den Bosch in oktober 2019, een flesje Caves, het bier van Lier, en een CD met beiaardmuziek.

 


Reacties



Terug naar overzicht »