<< Vorige pagina

19 april 2018

Inspirerende presentaties op studiedag gewestcoördinatoren NT&C


Niet minder dan 35% van alle afdelingen van de Orde van den Prince ondersteunt projecten rond taal- en cultuurverwerving voor laaggeletterden, nieuwkomers en/of kansarmen. 30% van de afdelingen ondersteunt projecten rond taal in het hoger onderwijs, zowel op het gebied van Nederlands in het buitenland als met betrekking tot de onderwijstaal in de Nederlanden (verengelsing). Om ervaringen uit te wisselen en deze thema's inhoudelijk uit te diepen kwamen de gewestcoördinatoren NT&C op 17 maart 2018 bijeen. De presentaties van de drie gastsprekers waren zeer de moeite waard.

 

 

De presentaties en/of powerpoints van de Studiedag gewestcoördinatoren NT&C op 17 maart 2018 zijn allemaal als Word-document of Powerpoint onderaan deze pagina te vinden, net als het verslag van de bijeenkomst en een schema van alle NT&C-projecten binnen de Orde.

 

 

Hieronder vindt u alvast enkele citaten uit de presentaties.

 

"Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen. Ik wil hier vandaag een pleidooi houden voor een goed doordachte omgang met onze culturele identiteit en taalidentiteit en tegen een cultuurrelativistisch kosmopolitisme."

 

“Een gemakzuchtig multiculturalisme maakt school omdat we onvoldoende onder woorden brengen wat onze samenleving bijeenhoudt. Een samenleving die zichzelf verloochent, heeft nieuwkomers niets te bieden.” (Ludo Beheydt citeert hier met instemming Paul Scheffer, Nederlands publicist, hoogleraar en partij-ideoloog van de PvdA.)

 

"Het is een uitdaging voor het onderwijs van de toekomst om ook in de komende decennia een alternatief te bieden voor de met flarden internet bij elkaar geknutselde identiteiten die nu jammer genoeg de leegte van een generatie jongeren dreigen te vullen. Dat alternatief zal twee uitgangspunten moeten hebben: 1. de onvoorwaardelijke acceptatie van de superdiversiteit en 2. het vrijmoedig uitspreken van het geloof in de waarde van de eigen Nederlandse taal en cultuur."

 

"Het voorstel van het Vlaamse Gemeenschapsonderwijs om kinderen toe te laten om een andere taal dan het Nederlands in de klas te spreken is een symptoom van een ongepast cultuurrelativisme."

 

"Voor heel wat beroepen is juist een uitstekende beheersing van de moedertaal een eerste vereiste: in het openbaar bestuur, de rechtspraak, de medische wereld, de media, de politiek, het onderwijs, enzovoorts. Als het hoger onderwijs die maatschappelijk meerwaarde van kwaliteitsvorming in de moedertaal verwaarloost, wordt dan niet die notoire sociale kloof gecreëerd tussen de Engelstalige elite en de moedertaalsprekende rest van de maatschappij? Tussen de ‘haves’ en de ‘have-nots”: zij die wel het Engels beheersen en de jammerlijke heffe des volks die daarvan ontriefd is. "

 

"Het Standaardnederlands moet de lingua franca zijn als beleidstaal, cultuurtaal en onderwijstaal. Dat is een voorwaarde voor een dynamische cultuur in Nederland en Vlaanderen."

 

Ludo Beheydt, emeritus professor Nederlandse Taalkunde aan de Université Catholique de Louvain en lid van de afdeling Leuven in zijn presentatie 'Het spanningsveld tussen superdiversiteit en culturele identiteit en de gevolgen voor taalgebruik in lager onderwijs, middelbaar onderwijs en hoger onderwijs en buitenlandse neerlandistiek'.

 

-------- 

 

"In zo'n 150 universiteiten in zo'n 40 landen geven 600 docenten Nederlands als vreemde taal aan zo'n 150.000 studenten. In honderden instellingen van niet-universitair niveau geven zo'n 6.000 leraren Nederlands als vreemde taal aan zo'n 400.000 leerlingen."

 

"De onderwijstaal in het hoger onderwijs in Vlaanderen is Nederlands, tenzij het vak een andere taal betreft of de anderstaligheid duidelijk meerwaarde heeft voor studenten, het afnemende veld of de functionaliteit van de opleiding. Het maximum aantal anderstalige bacheloropleiding is 6%, bij masteropleiding is dat 35%. Het maximumpercentage voor anderstalige vakken in Nederlandstalige opleidingen is bij bachelors 18,33 % en bij masters 50%."

 

 

Argumenten voor verengelsing:

  • Internationalisering van onderwijs en wetenschap is een meerwaarde voor studenten en het hoger onderwijs.
  • Een lingua franca bevordert delen en overbrengen van kennis.
  • Verengelsing is positief en zelfs noodzakelijk voor de instroom van talentvolle buitenlandse studenten en professoren.
  • Confrontatie met andere talen en culturen werkt verrijkend.
  • Meer studenten betekent meer inkomsten voor hogeronderwijsinstellingen.
  • De arbeidsmarkt is in toenemende mate internationaal georiënteerd.
  • Verengelsing is een troef in de concurrentie tussen de universiteiten onderling.

 

Argumenten tegen verengelsing:

  • De kwaliteit van de kennisoverdracht vermindert.
  • Verengelsing gaat in tegen de democratisering van het hoger onderwijs.
  • Verengelsing zal een duale maatschappij creëren (elite versus 'plebs').
  • Verengelsing veroorzaakt verschraling van het Nederlands als wetenschapstaal.
  • Verengelsing zal een watervaleffect hebben op het secundair en lager onderwijs.
  • Nederlands is noodzakelijk voor het werkveld dat nog altijd hoofdzakelijk Nederlands als voertaal heeft.
  • Verengelsing gaat tegen het Europese principe van meertaligheid en eenheid in verscheidenheid.
  • Zorg voor de taal en cultuur is een maatschappelijke taak voor het hoger onderwijs.

 

 

"De zestiende eeuwse wiskundige en natuurkundige Simon Stevin vond het Nederlands geschikt voor kennisoverdracht. Hij bedacht woorden als evenaar, evenwijdig, loodrecht, scheikunde, wiskunde en wijsbegeerte. Zo kreeg het Nederlands eigen wetenschappelijke woorden, waar andere Europese talen leenwoorden gebruiken."

 

An De Moor, voorzitter vzw 11-Daagse Vlaanderen Europa, taalbeleidscoördinator in hogescholen en universiteiten in Nederland en Vlaanderen, bestuurder De Brakke Grond Amsterdam en lid van de afdeling Gent I in haar presentatie 'Verengelsing van het hoger onderwijs (hogescholen en universiteiten) in Vlaanderen en Nederland'.

 

--------

 

"Zowat 15% van de bevolking in Nl en Vl is laaggeletterd. Er is een kloof tussen hoog- en laagopgeleiden. Laaggeletterden zijn uitgesloten van sociale deelname aan de maatschappij. Wie problemen heeft met lezen en schrijven, heeft problemen met werk en werkloosheid, problemen met zijn/haar sociale omgeving, krijgt vaak te maken uitsluiting, heeft vaker gezondheidsproblemen en is vaker een kost aan de maatschappij."

 

"Getuigenis van een asielzoeker: Met de fiets reed ik van het asielcentrum naar Lier voor de avondles in het CVO, maar nadien was er geen sneetje brood meer te krijgen… De moeite die ik deed om Nederlands te leren kon op geen enkele empathie rekenen bij het personeel van het asielcentrum."

 

"Asielzoekers zijn niet zomaar alleen mensen die wachten op papieren… Het zijn mensen die noodgedwongen uit hun eigen wereld zijn gerukt en vaak gebukt gaan onder stress en verdriet. Velen hebben have en goed achtergelaten en missen hun gezin en familie. De kwaliteit van de inburgeringscursussen en van het aanleren van onze taal zal erop vooruitgaan als we deze achtergrond er mee een plaats in geven."

 

“Getuigenis van een asielzoeker: De leerkracht sprak ons de hele tijd aan met de intonatie van een kleuterjuf. De meesten onder ons spraken vrij goed Engels, waarom dan niet meteen gezegd: een boom = a tree? Natuurlijk kan niet iedereen op dezelfde manier worden behandeld, maar een minimum aan differentiatie zou wonderen doen. We worden allemaal over dezelfde kam geschoren. Als analfabeten! Choquerend vond ik dat! Zelfs als je niet kunt lezen of schrijven, je bent toch een volwassen mens en geen kleuter?"

 

"Wie in Nederland niet op tijd klaar is met inburgeren krijgt een boete. De boete is lager voor wie de inburgeringscursus deed op een goedgekeurde school. "

 

Jan Geens, voormalig directeur Internationalisering bij de Vlaamse Hogescholenraad, oud-directeur van het huidige Thomas More Hogeschool in Mechelen en lid van de afdeling Keerbergen in zijn presentatie 'De inspanningen die door verschillende instanties worden ondernomen om nieuwkomers thuis te brengen in het leren en hanteren van de Nederlandse taal zowel in Vlaanderen als in Nederland'.

 

 

 

 

 

 

 

Bijlagen:

- Verslag van de studiedag.

- De overzichtslijst met alle NT&C projecten.

- De speech van Ludo Beheydt.

- De powerpointpresentatie van Ludo Beheydt.

- De presentatie van An De Moor.

- De presentatie van Jan Geens.




Documenten

Reacties



Terug naar overzicht »