<< Vorige pagina

13 september 2019

Nieuwe gewestpresident Holland Willem Gijsels: mensen bijeenbrengen rond taal en cultuur


Vlaams engagement is zijn familie niet vreemd. Zelf woont en werkt hij al lang in Den Haag, waar hij ook vier jaar voorzitter van de afdeling van de Orde was. Hij verleent patenten op het gebied van internet, computers en telecommunicatie en is actief als 'burgerdiplomaat'. "Ik ga proberen mensen bijeen te brengen rond Nederlandse taal en cultuur.  Een goedgevulde agenda met zingevende activiteiten en succesvolle gewestdagen die een feest zijn voor de Nederlandse taal en cultuur, verhogen de aantrekkelijkheid van de Orde in dit deel van Nederland, wat zal resulteren in een gezonde evolutie van het ledenaantal."

 

 

Hoe lang bent u al lid en welke functies en/of verantwoordelijkheden heeft u binnen de Orde van den Prince sindsdien zoal gehad?

 

Ik werd officieel geïnstalleerd in het Prinsenhof in Delft op 7 december 2005. Mijn peters in de afdeling Den Haag waren Patrick Vermeesch en Machiel van Velden, zeer gepast een Vlaming en een Nederlander. Patrick was een collega op het Europees Octrooibureau (EOB) en is thans voorzitter van de Vlaamse afdeling Schelde-Leie. Machiel is nog steeds lid en voormalig penningmeester van de afdeling Den Haag.

 

In september 2011 volgde ik Alwin Toppenberg op als secretaris. Vier jaar later werd ik tot voorzitter benoemd, in opvolging van Frans Bruins. In die periode organiseerden we in oktober 2016 de Algemene Ledendag in Den Haag. Daarnaast was ik onder gewestpresident Johan Draulans al verantwoordelijk geweest voor de webstek van het gewest en heb ik als afdelingsvoorzitter presentaties verzorgd tijdens Kaderdagen.

 

Vanaf 1 september heb ik het gewestpresidentschap van het gewest Holland opgenomen.

 

Waarom bent u toentertijd lid geworden?

 

Ik ben van jongsaf breed geïnteresseerd, van wetenschappen over geschiedenis tot taal en cultuur. Ook wist ik van het bestaan van de Orde van den Prince af via mijn vader Leo Gijsels, die lid is van de afdeling Mechelen. Verder was Vlaams engagement niet vreemd aan mijn familie, die geworteld is in de Antwerpse Kempen en Leuven. Mijn grootvader Willy Peremans was als professor aan de KU Leuven actief in de Vlaamse Leergangen en betrokken bij 'Leuven Vlaams'. Door bovendien in Nederland te wonen en te werken, besefte ik dat er meer is dat Nederland en Vlaanderen bindt. Ik was geïntrigeerd door de gelijkenissen en de verschillen in taal en cultuur, zoals die in Nederland en Vlaanderen ervaren worden. Na enkele jaren concludeerde ik dat ik misschien ook een zinvolle bijdrage kon leveren aan de Orde.

 

Wat doet of deed u naast de Orde van den Prince?

 

Ik werk bij het EPO (European Patent Office / Europees Octrooi Bureau) waar ik octrooien onderzoek en verleen op het gebied van internet, computers en telecommunicatie. Ook ben ik voorzitter in oppositie (een soort rechtbank van eerste aanleg voor patenten).

 

Voordien ben ik in 1991 afgestudeerd aan KU Leuven als burgerlijk ingenieur in electrotechniek-werktuigkunde-mechatronica. Met beurzen van BAEF (Belgian American Educational Foundation) en Fulbright deed ik een bijkomende masteropleiding in de VS. Daarna heb ik gewerkt bij LRD (Leuven Research & Development), Esso (in de haven van Antwerpen), en Belgacom (nu Proximus).

 

In het maatschappelijke leven draag ik verder bij aan een goede verstandhouding (door Geert Bourgeois 'burgerdiplomatie' genoemd) tussen Vlamingen en Nederlanders in Den Haag, onder meer via de Belgische Vriendenkring, de Vlaamse Tafel en KU Leuven alumni chapter Nederland.

 

 

Waarom wilde u gewestpresident worden?

 

Ik zie het als een kans om de Nederlandse taal en cultuur te stimuleren binnen het gewest door projecten te kunnen starten en begeleiden, door leden in de afdelingen te stimuleren en door samen te werken met de afdelingsbesturen.

 

Na interessante periodes als secretaris en voorzitter van een afdeling, kwam de functie van gewestpresident vrij. Ik wist dat je in die hoedanigheid een intenser contact krijgt met de andere afdelingen en beter op de hoogte raakt van wat er leeft en beweegt binnen het gewest. Als gewestpresident kan je ook meer betekenen voor de afdelingen en invloed uitoefenen op activiteiten.

 

Wat is het belangrijkste dat u nu gaat oppakken?

 

Als belangrijkste doelstelling zie ik een gezond en actief gewest Holland. Concreet betekent dat voor de afdelingen een goedgevulde agenda met zingevende activiteiten, een intensievere samenwerking met de andere afdelingen en succesvolle gewestdagen die een feest zijn voor de Nederlandse taal en cultuur. Hierdoor verhoogt de aantrekkelijkheid van de Orde in dit deel van Nederland, wat zal resulteren in een gezonde evolutie van het ledenaantal.

 

Hierbij hoort uiteraard ook het uitdragen en vertalen van de missie en het beleidsplan van het Dagelijks Bestuur naar de afdelingen. Evenzeer is het belangrijk om opmerkingen en verzuchtingen vanuit de afdelingen door te laten stromen naar het DB.

 

Hoe denkt u dat u na uw afscheid herinnerd zal worden?

 

Dat is onmogelijk te voorspellen. Er kan zoveel gebeuren dat de werking van de Orde binnen het gewest Holland positief of negatief kan beïnvloeden. Mijn streven zal liggen in het bijeenbrengen van mensen rond Nederlandse taal en cultuur, het enthousiasmeren van nieuwe leden en het uitbouwen van een sterker gewest Holland. Hopelijk zal ik achteraf om die redenen herinnerd worden.

 

Waar doet een afdelingsvoorzitter u tijdens een etentje geen plezier mee?

 

Met teveel formaliteiten en plichtplegingen.

 

Wat weet (haast) niemand binnen de Orde van den Prince over u?

 

Dat ik naast allerlei interesses ook een passie (maar te weinig tijd) heb voor vliegen in propellervliegtuigen en zeilen op historische zeilschepen.

 

 

Foto's: Daniëlle Davidson


Reacties



Terug naar overzicht »