14 september 2016

Leeuwenpenning voor An De Moor


Het Davidsfonds Sint-Niklaas heeft dit jaar haar Leeuwenpenning uitgereikt aan Princelid An De Moor (Gent I) voor haar inzet voor de 11-Daagse Vlaanderen Feest! en de Beweging Vlaanderen–Europa. Deze onderscheiding wordt sinds 1987 jaarlijks toegekend aan een Waaslander die zich verdienstelijk maakt voor de Vlaamse ontvoogding. Wij wilden de leden het dankwoord van An De Moor niet onthouden. "In een wereld die voortdurend verandert, is het hebben van een duidelijke identiteit de enige manier om stand te houden. Toch hebben wij Vlamingen het vaak moeilijk met iets wat wereldwijd in andere landen zo evident is, namelijk de eigen identiteit."

 


Beste voorzitter, beste Waaslanders, beste Vlaamse vrienden

 

Hoewel ik mij nu ongeveer een beeld kan vormen hoe een Oscarwinnaar zich moet voelen als hij met dat zo begeerde beeldje vooraan op het podium staat en hoewel ik nu de bijna onweerstaanbare drank voel om een aantal mensen te bedanken, wil ik hier toch niet aan toegeven. Mijn geliefden hebben mij bovendien afgeraden om Alfred Hitchcock na te doen die, toen hij in 1967 de bekende Irving G. Thalberg Memorial Award ontving, naar de microfoon ging, ‘Dankuwel’ zei en opnieuw naar zijn plaats in de zaal ging.

 

Vlaamsgezindheid

 

Ik wil het in ieder geval zeker niet hebben over het feit dat mijn Vlaamsgezindheid ongetwijfeld beïnvloed is door een vader die in de retorica uit het jezuiëtencollege in Gent gesmeten is omdat hij volhield om AVV/VVK bovenaan zijn schriften te schrijven, en die ooit in de gevangenis heeft gezeten omdat hij knikkers had gegooid onder de poten van rijkswachters te paard tijdens een IJzerbedevaart. Ik wil u ook niet vervelen met de vermelding dat ik zonder de steun en liefde van mijn moeder nooit een universitaire opleiding zou kunnen genoten hebben. Ik ga hier ook niet vertellen dat ik hier nooit zou gestaan hebben zonder de steun van mijn drie zonen en mijn partner. Of dat ik het zonder de steun van een aantal vrienden nooit had volgehouden. En ik ga hier zeker niet de klemtoon leggen op mijn rode kaken na de vriendelijke woorden van Guido Moons. Dat ik het bestuur van de Davidsfondsafdeling Sint-Niklaas dankbaar ben voor deze eer is zo vanzelfsprekend, dat ik ook deze dankbetuiging bewust hier weglaat.

 

Bedanken

 

Het zou mij ook te ver drijven om een aantal bijzondere mensen te bedanken die mijn levenspad kruisten en die er eigenlijk mee verantwoordelijk voor zijn dat ik hier en nu voor u sta. Ik zou bijvoorbeeld met veel liefde en respect Richard Celis kunnen vernoemen die mij in 2002 de kans gaf om hem op te volgen als voorzitter van de vzw Beweging Vlaanderen-Europa en van de vzw 11-daagse Vlaanderen Feest!. Ik zou dan kunnen vermelden hoe onzegbaar veel ik van hem heb geleerd, maar ook deze paragraaf laat ik bewust weg uit dit dankwoord.

 

Vrouw

 

Wees gerust, ik ga het niet hebben over hoe moeilijk het vaak geweest is en nog altijd is om als vrouwelijke Vlaamsgezinde voorvechter stand te houden in een overwegend mannelijke Vlaamse Beweging. Liesbeth Homans zei het in een interview in een Vlaamse krant ooit zo: “Als vrouw in de politiek ben je ofwel een bitch, ofwel ben je er geraakt op een manier die niet deftig is, als je begrijpt wat ik bedoel.” Ik zou dan moeten aanhalen dat de ‘Leeuwenpenning’ stilaan ook ‘Leeuwinnenpenning’ mag genoemd worden want maar liefst 1 op 4 laureaten is tot hiertoe een vrouw. Ik zou dan zeker Yvonne Charlier-Van Poucke (de moeder van schepen Annemie Charlier) moeten vermelden, die 25 jaar geleden als eerste vrouw zeer verdiend de Leeuwenpenning kreeg.
Wees gerust, ik ga ook niet uitweiden over hoe moeilijk al degenen het hebben, die zich als Vlaams profileren of kritisch durven zijn tegen het establishment in dit land. Denk bijvoorbeeld maar aan wat de zogenaamde ‘progressieve elite’ binnen Knack aanrichtte door het duo Rik Van Cauwelaert – Koen Meulenaere buiten te manoeuvreren.

 

Ontmoet Afrika

 

Ik wil u veel liever even meenemen naar mijn werkwereld, namelijk de hogeschool Odisee. Enige tijd geleden was ik uitgenodigd voor een gastcollege van de NGO Ontmoet Afrika in het kader van een ontwikkelingsproject in Afrika voor onze studenten in de lerarenopleidingen. Tot mijn grote verbazing vertelde de man de aanwezige studenten hoe ontzettend belangrijk het is om respect te hebben voor de identiteit van elk volk, eender waar ter wereld. Hij had dat onder meer daags voordien gezien - vertelde hij - tijdens een internationale ontmoetingsweek voor studenten. Op de laatste avond kregen alle jonge mensen per land het woord om een boodschap mee te geven aan de andere jongeren. Allemaal hadden ze zich verkleed in de typische klederdracht van hun land of regio. Allemaal stonden ze met hun nationale of regionale vlag in de hand. Allemaal begonnen ze met hun nationale volkshymne mee te zingen.

 

Jupilerhoed

 

Op het eind van de avond was het de beurt aan ons land: twee Vlaamse studenten beklommen het podium met een Jupilerhoed in de Belgisch kleuren op. Op de achtergrond klonken de eerste klanken van de Brabançonne die na enkele tonen overgingen in duidelijk geïmproviseerde rapgeluiden in een gelukkig voor de aanwezigen onverstaanbare scabreuze taal. Mijn gastdocent van Ontmoet Afrika – een organisatie die je nochtans moeilijk van nationalistische sympathieën kunt beschuldigen – vertelde dat hij diepbeschaamd was in zijn jonge landgenoten.

 

Trots

 

Met dit inleidend verhaal ben ik aanbeland bij de rode draad, de essentie, de kern, van wat mij beweegt: het belang van trots zijn op onze eigen identiteit en moedertaal én die promoten via Vlaamse publieksdiplomatie. In een wereld die voortdurend verandert, is het hebben van een duidelijke identiteit de enige manier om stand te houden. Toch hebben wij Vlamingen het vaak moeilijk met iets wat wereldwijd in andere landen zo evident is, namelijk de eigen identiteit.

 

Belgitude

 

De vraag 'Wie ben ik?' is bovendien een blinde vlek binnen het huidige sociaaleconomisch denken. Alles wat met identiteit te maken heeft, wordt weggegomd. Cultuurdragers proberen wel een vage ‘belgitude’ op te kloppen samen met de media. Denk maar aan de huidige voetbalgekte die eigenlijk illustreert dat België ook als voetballand faalt. En ik bedoel niet zozeer sportief maar als solidaire gemeenschap. De Welshmen speelden gisteren als één ploeg voor hun land Wales en hun supporters lieten vier maal het Welshe volkslied weerklinken. Ze zouden dat ook gedaan hebben indien ze verloren hadden. De Belgische miljonairs keken naar elkaar en de supporters zwegen.

 

Driekleuren

 

Multinationals AB Inbev en Coca Cola - die amper belastingen betalen in dit land - deelden driekleuren uit waarmee de echte belastingbetalers in dit land supporterden voor een ploeg multimiljonairs die ook amper belasting betalen in dit land. Ze bedongen zelfs een winstpremie van 680.000 per speler om voor dit land te spelen. Is dit het zo gekoesterde nationale gevoel van solidariteit? Tous ensemble?

 

Taal

 

Laten we er eens bij stilstaan dat wij het énige volk ter wereld zijn dat bereid is om te willen onderhandelen, sterker nog, om afstand te willen doen van de wezenskenmerken van elk volk: onze taal en ons grondgebied. ‘Grond’ is geen abstract begrip als wij vaststellen dat ook vandaag de internationale politiek worstelt met twisten tussen landen over grondgebied. De meerderheid van het grootste landsdeel heeft nu eindelijk de beslissingsmacht. Niet meer dan normaal toch want Vlaanderen zorgt ook voor het leeuwendeel van het Belgische bnp, voor 70% van de belastingen en 80% van de export. De prerevolutionaire sfeer en de stakingsgolven die bijna uitsluitend Wallonië treffen, vormen het mooiste bewijs van de tweedeligheid van dit land. Ze zouden nochtans beter moeten weten. Volgens de Luikse econoom Jules Gazon zou Wallonië zonder de solidariteit - zeg maar de miljardentransfers - vanuit Vlaanderen zijn eigen overheidsuitgaven met een kwart moeten terugdringen. Een autonoom Wallonië zou aankijken tegen een begrotingstekort zoals Griekenland in 2009.

 

Sisu

 

Het is het moment om nú - samen - stop te zeggen: aan sommige wezenskenmerken wordt niet geraakt. Inclusief: ja. Open en gastvrij: ja. Naïef: neen! Laten we elke uitspraak vermijden die verdeeldheid in onze Vlaamse rangen brengt. Laten we de krachten bundelen, eensgezind, samen de neuzen in dezelfde richting. Laten we strategisch denken en handelen. En laten we ons daarvoor inspireren door de Finnen die daarvoor een prachtig woord hebben: sisu. Dat is een nationale karaktertrek, een combinatie van wilskracht, moed en volharding. We kunnen ons ook laten inspireren door de IJslanders, met een totale populatie van een middelgrote stad, die voetbalreuzen opzij zetten uit pure ploeggeest en collectieve verbetenheid. Daar zit een groot natiegevoel achter dat bijvoorbeeld ook de bankencrisis van 2008 op een eigen manier oploste door de schulden niét op de bevolking af te wentelen en de bankiers gewoon achter de tralies te zetten. Vergelijk dat met de aanpak van Fortis, Dexia en Optima in dit land en ontdek de verschillen.

 

Samenhorigheid

 

Het is niet op de eerste plaats de omvang van een cultuur die telt, maar de cohesie ervan, de samenhorigheid, het bewustzijn van een gezamenlijke identiteit. Ik voel mij ongelooflijk geprivilegieerd dat ik als voorzitter van de Beweging Vlaanderen-Europa daaraan mag meewerken. Dat doen we onder meer via onze burenfeesten, via onze concerten, via onze uitreikingen van Gulden Sporen, de Orde van de Vlaamse leeuw maar ook via onze congressen zoals bijvoorbeeld dat over publieksdiplomatie en de Toekomstverkenningen Richard Celis.

 

Publieksdiplomatie

 

Internet veranderde de diplomatie spectaculair. Vandaag kunnen ook burgers via het wereldwijde web, Facebook, Twitter, enzovoorts, de reputatie van een land maar ook van een bedrijf maken of kraken. Naast de klassieke diplomatie ontstond zo de publieksdiplomatie. Dit staat voor alle communicatie of netwerking van een regering, NGO’s , maar vooral van de eigen burgers naar de burgers van andere landen om promotie te maken voor de idealen, de cultuur, het beleid van een land. Wij zouden - ook in ons eigen belang - als volleerde publieksdiplomaten onze Vlaamse identiteit in Vlaanderen en daarbuiten moeten uitdragen. Mijn boodschap is altijd dezelfde: “Het is niet op de eerste plaats de omvang van een cultuur die telt, maar de cohesie ervan, de samenhorigheid, het bewustzijn van een gezamenlijke identiteit. Onze vzw Vlaanderen-Europa zet zich in voor een open Vlaamse identiteitsbeleving die Vlaams zelfbewustzijn koppelt aan internationale oriëntatie en positieve interactie met andere culturen.”

 

Op de kaart

 

Ik voel mij ongelooflijk geprivilegieerd dat ik daaraan ook in mijn huidige functie binnen de tweede grootste hogeronderwijsinstelling in Vlaanderen mag verder werken. Ik geef bijvoorbeeld aan al onze studenten en docenten die naar het buitenland gaan mee dat ze als publieksdiplomaten in het buitenland Vlaanderen op de kaart moeten zetten. Ze krijgen daarvoor een powerpointpresentatie mee en folders. Maar ik voel mij ook ongelooflijk geprivilegieerd dat ik als taalbeleidcoördinator van diezelfde universiteit en hogeschool mag werken aan de taalvaardigheid van het academisch personeel en alle 15.000 studenten. En dat is nodig. Broodnodig.

 

August Vermeylen

 

Bedenk hoe mannen als Frans Drijvers, August Vermeylen en Jan-Frans Willems hebben moeten vechten voor Nederlandstalig hoger onderwijs. Weet dan dat ook in lerarenopleidingen sommige ‘progressievelingen’ van plan zijn om de tussentaal als voertaal in het gesproken en geschreven taalgebruik te aanvaarden. Ik vraag hen: “Waar, beste hoogleraren, is uw taaltrots als u uitlatingen aanvaardt en wil begrijpen zoals: “Weet te? Ik denk ekik da’m da ni goe versta” (vertaald: Weet je? Ik denk dat hij dat niet goed verstaat.”). U geeft daarmee toe aan een niet onschuldige taalontwikkeling die diverse bevolkingslagen overslaat en misprijst. U geeft daarmee toe aan een gebrek aan respect voor uw moedertaal. U geeft daarmee de schrijver Harry Mulisch gelijk die - toen hem de Prijs der Nederlandse letteren werd uitgereikt - de boodschap meegaf: “Dit is een verdwijnende taal!”

 

Cultuurtaalbeleid

 

Daarom deze oproep voor wilskracht, moed en volharding, voor steun ook om op te komen voor een degelijk cultuurtaalbeleid. Zodat de gps niet op een Vlaamse of op een Nederlands taalmodule moet ingesteld worden, zodat Nederlandse en Vlaamse TV-programma’s niet meer ondertiteld moeten worden, zodat programmamakers bewust aandacht besteden aan de taal van hun acteurs die nu overwegend met een flink Brabants-Antwerps gekleurd Verkavelingsvlaams spreken.

 

Geachte dames en heren

 

Rest mij alleen nog de volgende oproep te doen. Laten wij als Vlamingen trots zijn op wat we, dankzij Vlaamse voorvechters als de voorbije Leeuwenpenningdragers, bereikt hebben en laten we uit respect daarvoor met z’n allen heel veel ‘sisu’ aan de dag leggen: heel veel wilskracht, moed en volharding. En vergeet niet: als u straks in het buitenland op vakantie gaat, neem dan brochures mee om een positief beeld van ons Vlaanderenland te schetsen. Als een volleerd publieksdiplomaat.

 

Dank u voor uw aandacht.

 

An De Moor


Reacties

Reageren is niet mogelijk op dit bericht.