Het gewest Buitenland was al enkele maanden bezig met het schrijven van een artikel voor PrincEzine over de bezuinigingen van het vorige Nederlandse kabinet op Nederlandse scholen in het buitenland. Insteek: welke gevolgen hebben die bezuinigingen op scholen waar we een band mee hebben en kunnen afdelingen van de Orde van den Prince daar iets aan doen? En toen kwam op 12 december 2017 ineens het goede nieuws dat het nieuwe kabinet de bezuiniging ongedaan gaat maken.

Buiten onze landsgrenzen, van Sofia tot Singapore en van Santiago tot Surrey, krijgen ruim 14.000 Nederlandse en Vlaamse kinderen les in hun moedertaal. Het zijn kinderen die vaak weer terugkomen naar Nederland of Vlaanderen, ruim een derde al binnen vijf jaar. Ze willen dan graag zo probleemloos mogelijk instromen in het onderwijs. Voor die optimale aansluiting zorgt een wereldwijd netwerk van bijna 200 scholen in 115 landen. De Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (NOB) is daarbij, in opdracht van het Nederlandse Ministerie van OCW, al 37 jaar de spil.

Sluiten

De Inspectie van het Onderwijs concludeerde eerder dit jaar dat door de bezuinigingsmaatregel, die op 1 januari 2017 inging, een toenemend aantal Nederlandse scholen in het buitenland haar deuren moest sluiten. Met ingang van het schooljaar 2016/2017 volgden ook minder Nederlandse en Vlaamse kinderen in het buitenland les in het Nederlands. Door jaarlijks structureel drie miljoen euro vrij te maken, herstelt minister van Onderwijs Ingrid van Engelshoven in grote lijnen de oude situatie met ingang van 1 januari 2018. Het geld wordt ingezet als een subsidiebedrag per leerling.

Meer lezen kan op de site van NOB.