De wisselwerking tussen de internationale strijd tegen slavernij en de opkomst van het flamingantisme.

De wisselwerking tussen de internationale strijd tegen slavernij en de opkomst van het flamingantisme.

Terugblik

Verslag van de lezing van professor Kevin Absillis voor de Orde van de Prince, afdeling ‘t Wit Lavendel op 19 oktober 2021

 

Kevin Absillis, hoofddocent moderne Nederlandstalige letterkunde van de Universiteit Antwerpen, spreekt over zijn onderzoek naar de wisselwerking tussen de internationale strijd tegen slavernij en de opkomst van het flamingantisme.

We werden ingewijd in de politieke en culturele context en de invloed van dit abolitionisme op de Vlaamse Beweging in de 19de eeuw.

Hij legt een link naar het werk van Hendrik Conscience en de verbeelding van de ‘etnische ander’ in de negentiende eeuw, met name in de romans ‘Batavia’ en ‘De hut van Onkel Tom’.

We verkregen het nodige inzicht om vanuit het verleden van de Vlaamse Beweging de huidige problematiek rond racisme en de anti-migratie politiek beter te begrijpen.

Het verhaal over het abolitionisme sluit aan bij wat Kevin Absillis aan het publiceren is in het tijdschrift Wetenschappelijke tijdingen, deel 1 is hier te lezen (deel 2 verschijnt elk ogenblik):

https://www.foliomagazines.be/artikels/het-slechte-geweten-van-vlaanderen

 

 

Kevin Absillis, schrijft momenteel aan zijn nieuwe boek ‘Het slechte geweten van Vlaanderen’ dat verschijnt bij het Davidsfonds.

Hiervoor onderzoekt hij hoe in de 19de eeuw de etnisch andere in de culturele en literaire verbeelding werd voorgesteld, hoe er werd nagedacht over migratie, hoe de Vlaming zichzelf zag.

Wat was de wisselwerking tussen de Vlaamse beweging en het abolitionisme?

Als vertrekpunt constateren we dat de koloniale en racistische misdaden meer dan ooit ons collectieve geweten bezwaren. Boeken, straatnamen, standbeelden en oude gewoontes liggen onder vuur, en lang niet altijd onterecht. Soms slaat een heilzaam schuldbesef evenwel om in een verontwaardigingsverslaving. Een zinvol gesprek over de ingewikkeldheid van het verleden wordt dan al gauw erg moeilijk. Kevin Absillis komt met zijn studie uit op de verrassende herontdekking van Vlaanderens aartsvader: Hendrick Conscience.

Ooit geprezen als de man die zijn volk leerde lezen, nu verguisd als de man die de Vlaming racistische en kolonialistische opvattingen aanpraatte: meer dan wie ook belichaamt Hendrik Conscience het slechte geweten van Vlaanderen. Maar waarom eigenlijk? Telt zijn omvangrijke oeuvre zoveel zwarte bladzijden? Wat vond Conscience van slavernij, kolonialisme en migratie? En kunnen we voor die oude opvattingen vandaag nog begrip opbrengen? 

Op het moment dat Conscience De Leeuw van Vlaanderen schrijft, had België nog geen kolonie. In het 19de eeuwse discours wordt er veel over slavernij gesproken. Er was toen ook nog veel reële slavernij, maar historiografisch was er in 1302 van slavernij geen sprake. Conscience gebruikte het woord slavernij als een metafoor, het tegenovergestelde van vrijheid in het verlichtingsdiscours, of was het toch een aanklacht tegen de slavernij die in de context van het Europese kolonialisme in de negentiende eeuw nog volop werd bedreven? Dit werd nooit onderzocht.

Er zijn nochtans vergelijkingspunten:

In de Irisch Movement was Daniel O’Connell (1775-1847) een abolitionist. De nationale strijd van het onderdrukte Ierse volk vergeleek hij met slavernij.

Frederick Douglass (1818-1895) werd als zwarte activist geregeld uitgenodigd in Ierland.

Joseph Sigart (1798-1869), een Waalse parlementair, vergeleek de Vlaming met de Afrikaanse en Amerikaanse slaven.

De Vlaamse beweging heeft hier hard tegen gereageerd! Was Hendrick Conscience onze Daniel O’Connell dan niet?

De vraagstelling is of er enerzijds een retorische overeenkomst is tussen de Vlaming als onderdrukt volk en anderzijds Vlaanderen als gekoloniseerd gebied?

Zou de Vlaming dan ook geen solidariteit betoond hebben met andere onderdrukte volkeren?

Geen evidente vraag, gezien de Vlaamse beweging heden geassocieerd wordt met een racistische ondertoon. Niet te verwonderen, gezien het antisemitisme in de jaren 30 en de antimigratiestandpunten in de jaren 80. Zo heeft ook de 19de eeuwse Vlaamse literatuur een kwalijke reputatie verworven…

Twee recente publicaties zetten Conscience’s roman ‘Batavia’ (1858) in een slecht daglicht als een uitgesproken kolonialistische en eurocentrische roman, totaal ongevoelig voor slavernij.

Maar we mogen die roman van 1858 niet lezen in de huidige context. We moeten rekening houden met de historische werkelijkheid. Conscience voert in zijn roman een jonge zwarte man op, genaamd Congo, toegewezen als slaaf aan een zekere Walter Pietersen, kapitein bij de VOC, met nogal racistisch aandoende omschrijvingen. Er zijn heel wat passages die in onze huidige context niet kunnen. Maar zijn patron respecteert Congo en geeft hem de vrijheid. Het feit dat Congo dan nog enkele jaren in dienst blijft van zijn meester wordt aanzien als racistisch. Maar als we de ‘slave naratives’ (verhalen geschreven door vrijgemaakte slaven) erop nalezen, dan blijkt dat de gewoonte, omdat de vrijgemaakte slaven nog geen statuut hadden in de maatschappij. De ‘slave naratives’ kenden dezelfde retoriek als Batavia en passen in het abolitionisme van de 18de en 19de eeuw.

Eigenlijk wordt in de roman de slavernij al van het begin aanzien als fundamenteel fout en onrechtvaardig. Congo werd door Conscience geënsceneerd om onze verontwaardiging over slavernij op te wekken. Vandaag vertrekken wij uit onze eigen morele overweging en interpreteren wij de oude teksten foutief.

Het abolitionisme was toen in België nooit een grote beweging geweest. België had toen immers nog geen kolonies. Het abolitionisme begint in Brits-Amerikaanse Quakergemeenschappen vanuit hun religieuze overtuiging, en werd overgenomen in de verlichte, burgerlijke milieus en de Afrikaanse gemeenschap. We kennen dan begin 19de eeuw het verbod op slavenhandel, later algeheel verbod op slavernij in het VK, Frankrijk, Nederland, met uiteindelijk de Amerikaanse burgeroorlog in 1865. De strijd van het abolitionisme mag niet worden onderschat. Het vormt de basis van het mensenrechten activisme en heeft de basis gelegd voor de moderne sociale beweging, het feminisme, de strijd tegen het alcoholisme en de prostitutie.

Ook de literatuur lag mee aan de basis van deze strijd. De publicatie van ‘Uncle Tom’s cabin’ van Harriet Beecher Stowe werd geschreven in opdracht van een vooraanstaand Amerikaans abolitionist heeft een cruciale rol gespeeld. In Nederland verscheen in 1853 de vertaling de ‘Negerhut van oom Tom’ en in Vlaanderen reeds in 1852 ‘de hut van Onkel Tom’ in de vorm van afleveringen in de krant. De uitgever had duidelijk een band met de strijd tegen de slavernij. Er was ook een toneeluitvoering.

Conscience heeft zich voor zijn roman Batavia in 1856 zeker laten inspireren door ‘de hut van Onkel Tom’ en wat toen leefde in de literaire wereld.

Op de illustraties van Dujardin in Batavia wordt Congo knielend en onderdanig afgebeeld. Ook dit geeft heden aanleiding tot afkeur. Maar toen was deze afbeelding het logo van het abolitionisme, het beeld van de zwarte mens die zich smekend opricht “ben ik ook geen mens en broeder?”

Conscience heeft ook “Jefke van de Zoölogie” gekend. Deze portier van de Zoo was het exotisch uithangbord. De man was in 1846 met een schip in Antwerpen aangekomen en heeft zich zeer vlot geïntegreerd. Zo was Jefke het verhaal van Congo in real life in Batavia!

Dankzij Conscience vond het abolitionisme ook zijn ingang bij andere auteurs als MariavanAckere-Doolaeghe(1803-1884), Pieter Geiregat (1828-1902), Judocus Frans De Hoon.

Het abolitionisme heeft, via de literatuur, een grote impact gehad in Vlaanderen en op de Vlaamse beweging.

Conscience heeft met Batavia bijgedragen tot de bewustwording rond de ellende van de slavernij.

 

Verslaggever Walter Geerts

Met dank aan de spreker voor de raadpleging van zijn notities bij de opmaak van dit verslag.

 

Bio : 

Kevin Absillis (1980) is als hoofddocent moderne Nederlandstalige letterkunde en algemene literatuurweten­schap verbonden aan de Universiteit Antwerpen. Onderzoeksthema's die hem tegenwoordig in beslag nemen zijn literatuur & Vlaamse natievorming, diversiteit en culturele verbeelding, en uitgeverijgeschiedenis. Hij is eveneens beheerder van het aan de Universiteit Antwerpen verbonden Hugo Clauscentrum.

In 2009 verscheen de handelseditie van zijn proefschrift: Vechten tegen de bierkaai. Over het uitgevershuis van Angèle Manteau (1932–1970). Met Katrien Jacobs redigeerde hij Van Hugo Claus tot hoelahoep. Vlaanderen in beweging, 1950–1960 (2007), met Jürgen Jaspers en Sarah van Hoof De manke usurpator. Over Verkavelingsvlaams (2012) en met Sarah Beeks, Kris Lembrechts en Georges Wildemeersch De plicht van de dichter. Hugo Claus en de politiek (2013) en met Kris Humbeeck en Janneke Weijermars De grote onleesbare. Hendrik Conscience herdacht (2016).  Hij publiceert voorts geregeld in wetenschappelijke tijdschriften alsook in dag­- en weekbladen. Met Wendy Lemmens vezorgde hij in 2016 de kritische uitgave van Felix Timmermans' Pallieter en in 2018 de kritische editie van Hugo Claus' roman De verwondering. 

Momenteel werkt hij aan de monografie: 'Links, rechts! Een geschiedenis van de Vlaamse cultuuroorlogen' (werktitel). 

Een activiteit georganiseerd door: 

't Wit Lavendel is een afdeling met leden uit Antwerpen en omgeving en behoort tot het gewest Schelde-Mark dat volgende afdelingen omvat:

Kort

Plaats: 
Hof van Liere
Wanneer: 
dinsdag, 19 oktober, 2021 - 19:30
Beschrijving: 

Kevin Absillis, hoofddocent moderne Nederlandstalige letterkunde van de Universiteit Antwerpen, spreekt over zijn onderzoek naar de wisselwerking tussen de internationale strijd tegen slavernij en de opkomst van het flamingantisme.

Hij zal ons inwijden in de politieke en culturele context en de invloed van dit abolitionisme op de Vlaamse Beweging in de 19de eeuw.