Of wat de Belgen zowel verbindt als verdeelt - Lezing door Brigitte Raskin.

Of wat de Belgen zowel verbindt als verdeelt - Lezing door Brigitte Raskin.

Terugblik

Brigitte Raskin nam ons mee op een tocht langs de taalgrens, die nooit een staatskundige grens was.

Met de taalwetgeving werd in 1963 deze grens vastgelegd. Hiervoor werd deze grens gebruikt om de bisdommen Doornik en Brugge af te bakenen. Ten tijde van Napoleon werd de taalgrens een bestuurlijke grens, alhoewel toen alle departementen Franstalig waren.

 Vele staatskundige grenzen verschuiven soms … zo niet met de taalgrens. Deze ligt er onveranderd bij sinds de Romeinen de heirbaan trokken die de geromaniseerde Galliërs en Kelten scheiden van het noordelijker gelegen niemandsland van modder en zand (Holland onder de Rijn en de Kempen, toen Toxandrië genoemd)

Na de val van het Romeinse Rijk trokken de Kustgermanen, Franken en Alamannen de Rijn over vestigde Clovis zich in Parijs en nam de gallo romeinse cultuur en taal (het latere Frans) over.

De Franken (boeren) die boven de “heirbaan” bleven wonen, lieten zich niet romaniseren en spraken een oud Frankisch-Germaans dialect, dat dus NIET aan de basis ligt van het Frans maar wel van het Nederlands!

Er ontstonden verschillende streektalen, het Picardisch en meer oostelijk het Waals, de taal van de Walen, een verzamelnaam voor iedereen die vreemd in de streek was. Het Waals is dus van Germaanse oorsprong. Het Frans werd uiteindelijk de cultuurtaal.

Aan de andere kant van de taalgrens ontwikkelde het Neder-Duits zich tot het Diets, de taal van het volk gesproken in de lage landen. Dit Oud Nederlands ontwikkelde zich geleidelijk aan tot het huidige Nederlands. De eerste maal dat er sprake was van het Nederlands is in vertaling van een wiegendruk in 1482, de ‘Danse des Aveugles’. Het verhaalt over de drie dansen in het leven (de liefde, het lot, de dood) en werd vertaald naar het Nederlands : ‘Vanden drie Blinde danssen’.

Na de dood van Karel de Grote ontwikkelde het Graafschap Vlaanderen zich boven en onder de taalgrens. Filips de Goede verplaatste zijn zetel naar Brussel en wie erbij wilde horen sprak Frans, de taal van de adel en het hof in heel de Nederlanden. Het volk sprak respectievelijk het Diets en het Waals langs de taalgrens, de talen van het volk. Zo werd de taalgrens ook een sociale grens.

Die alomtegenwoordige sociale taalgrens werd aan de zuidkant van het land uitgewist toen de Walen van hun Waalse dialect naar de cultuurtaal Frans overschakelden. Aan de noordkant van het land sleet de sociale taalgrens zich dieper in terwijl de bovenlaag van de Vlaamse bevolking van het Vlaams naar het Frans overschakelde.

In 1477 sterft Karel de Stoute, en bij de aanstelling van zijn dochter, Maria van Bourgondië dwingen de Nederlandse gewesten privilegies af. De kanselier moest voortaan drie talen kennen, het Diets , het Waals en het Frans. De rechtspraak moest bovendien plaatsvinden in de taal van de gedaagde. Dit was de eerste taalwetgeving ‘avant la lettre’.

Al kort na de Belgische onafhankelijkheid in 1830 verzette de Vlaamse Beweging zich tegen de openbare Franse eentaligheid van het land. Tegelijk zette ze zich in voor de emancipatie van de Vlamingen dankzij de cultuurtaal Nederlands, die net zo goed de standaardtaal is van de Vlamingen en de Hollanders.

De eerste eenvoudige taaltegenstelling die naar taalwetgeving leidde, escaleerde tot een ingewikkeld communautair conflict dat tot staatshervorming dwong. In dei ontwikkeling kwamen de Vlamingen tegenover de Walen en alle Franstalige Belgen te staan, niet als elkaars vijanden, maar toch dikwijls als elkaars tegenstanders. Want al woedde er nooit een echte taaloorlog in België, er heerste ook nooit echte taalvrede.

Toch is de Belgische tweedeling geen kwaadaardige kwaal. Ze is een onomkeerbaar en leerrijk geschiedenisverhaal. Dat begint als alle grote verhalen voor de Romeinen.

 

Verslaggever Walter Geerts

Bronnen : eigen nota's en citaat uit ‘de Taalgrens’ van Brigitte Raskin, pag 8-9, uitgegeven bij het Davidsfonds.

De lezing werd georganiseerd in samenwerking met Auteurslezingen

 

Het Laatst Woord  : 

Als de grenzen van mijn taal

De grenzen van mijn wereld zijn

Leven wij hier toch in de beste met twee werelden? Of zijn het er dan drie?

Misschien heeft ons bestaan Wittgenstein wel geïnspireerd?

Er is ook zoiets in Zwitserland en een klein beetje in Frankrijk

Maar dat zal het zowat zijn en dat van ons is toch bijzonder.

Wij schreeuwen ons schor wanneer de Duivels of de Cats 

Of de Lions spelen om het goud

En wie welke taal spreekt zal ons dan worst wezen.

Of moeten we ook maar “de Brabantse” gaan lanceren?

Wij zijn een land van splitsingen en fusies, kernachtig dus

Een land van overleg, overstag, overdracht en soms ook overmoed

Wij kunnen het ons zo moeilijk maken, wenn es auch einfach geht.

Andere landen kunnen ons benijden: Wij hebben grensarbeiders binnenin ons eigen territorium, gemeenten met faciliteiten, tig regeringen, Okan-klassen voor nieuwkomers, transfers van kindergeld van de ene regio naar de andere, drie luchtruimen met bijhorend milieu en regeltjes, en één- en tweetalige politici. En nog een Koningshuis bovenop. En was daar ook een koekoeksjong?

Maar wij zijn allen tolerant en spreken ook de taal van de andere, wij vloeken in een anders’ taal en spreken dan ook maar Engels als er neutraal moet gebleven worden.

En onze identiteit? Dat zijn er vele, kijk maar in die oude “poëzie” en hoe ik meedeelde wie ik was:

Dirk-Merksem-Antwerpen-Vlaanderen-België, Europa, wereld, aarde, heelal.

 

Pomerio 15/3/2022

Een activiteit georganiseerd door: 

't Wit Lavendel is een afdeling met leden uit Antwerpen en omgeving en behoort tot het gewest Schelde-Mark dat volgende afdelingen omvat:

Kort

Plaats: 
Hof van Liere, Prinsstraat Antwerpen
Wanneer: 
dinsdag, 15 maart, 2022 - 19:30
Beschrijving: 

                                    Foto Filip Claessens

Brigitte Raskin is een Vlaamse schrijfster. Ze is licentiate geschiedenis en journaliste. Geschiedkundig onderzoek is meestal ook een aanzet voor haar literaire werk. In 1988 debuteerde zij als schrijfster met “Het Koekoeksjong” en won daarmee in 1989 de AKO Literatuurprijs en in 1990 de Prijs van de Vlaamse lezer.