Afscheidsspeech vicepresident Jan Weierink: "Wie zich niet helder uitspreekt, verdwijnt"

Op de Algemene Raad van 21 mei nam vicepresident Jan Weierink afscheid als vicepresident. Hij wilde niet terugblikken, maar deed dat stiekem toch een beetje. Hij keek vooral vooruit naar de toekomst van de Orde. Het werd een in essentie positieve speech over vergrijzing, naamsbekendheid, naamsvindbaarheid, de Prince-Academie, De Grote Vier, de verdwijnende hemel, financiële kloven, de Vlaams-Nederlandse Taal en Cultuur en natuurlijk tolerantia en amicitia.
 

Waarde Princevrienden,

Het was mij een grote eer en een waar genoegen dat ik de afgelopen 18 jaar de Orde van den Prince heb mogen dienen respectievelijk als afdelingsvoorzitter Twente- Achterhoek, lid van het Presidium als gewestpresident Oost-Nederland en de laatste zes jaar in het Dagelijks Bestuur als uw vicepresident.

Nu aan mijn bestuurlijke bijdrage op 12 maart een eind is gekomen, wil ik niet terugblikken over de afgelopen bestuurlijke periode, maar u allen, Dagelijks Bestuur, Presidium en u als Algemene Raad, hartelijk danken voor uw steun, vertrouwen en samenwerking in de afgelopen jaren.  U als Algemene Raad, hoogste orgaan van de vereniging en drager van onze Orde, zeer in het bijzonder.

Het past niet bij een bestuurlijk afscheid om terug te blikken, maar wel om u deelgenoot te maken van mijn visie, mijn boodschap als gewoon lid op de toekomst van de Orde van den Prince die mij zo na aan het hart ligt.

Beste Princevrienden.

Het lijkt erop dat de tijdgeest nooit eerder zo gunstig is geweest om het gedachtengoed van onze vergrijzende Orde van den Prince onder de aandacht van een breed en vooral jong publiek te brengen. Dat komt omdat sinds de tweede helft van de vorige eeuw - en wellicht al eerder - de (West-)Europese mens als gevolg van een versnelde en ontembaar gebleken secularisatie op zoek is gegaan naar een nieuw houvast. Grenzen vervagen, zowel fysiek als moreel, zowel analoog als digitaal. Het aloude adagium 'kennis is macht' geldt weliswaar nog steeds, maar is als gevolg van de nieuwe media, die het verwerven van informatie tot gemeengoed maakten, in een geheel ander daglicht komen te staan dat sluipenderwijs gedomineerd wordt door de sluwe algoritmen van De Grote Vier, Google-Apple-Facebook-Amazon. Hier ligt een ultieme kans voor de Orde van den Prince, met name voor onze website en Communicatiecel, als ankerplaats voor al die mensen die amicitia en tolerantia, vriendschap en verdraagzaamheid, willen behouden maar ontdekken dat dit niet zo vanzelfsprekend is.

Wat zou de Orde van den Prince moeten doen? Wie zich niet helder uitspreekt, verdwijnt. De Orde is, zoals op de voorpagina van ons halfjaarlijkse tijdschrift Noord&Zuid staat, een 'Vlaams-Nederlands Genootschap voor Taal en Cultuur' en past alleen al vanwege deze duiding geheel in wat de tijdgeest is genoemd. Namelijk - in vogelvlucht - een warme handreiking bieden aan mensen die 'op de tast' zich al zoekend een weg moeten banen onder een 'verdwijnende hemel' en zich geplaatst zien voor een nauwelijks nog te overbruggen financiële kloof, hun kinderen wereldwijd zien 'rondtrekken' langs universiteiten, hogescholen of andere onderwijsinstellingen en zich prettiger voelen dan ooit in het eigen, vertrouwde cultuurgebied Nederland/Vlaanderen.

De Orde hoeft niets anders te doen dan door te gaan zich luid en duidelijk uit te spreken, maar niet langer binnenskamers. Een 'nieuwe' hemel bieden is onzin, maar een plek bieden aan een ieder die binnen de 'Vlaams-Nederlandse Taal en Cultuur' vriendschap en verdraagzaamheid zoekt, moet mogelijk zijn. Eenmaal binnen zullen in deze geest gedachtewisselingen met gelijkgestemden kunnen worden gevoerd over de vraag hoe hiermee in dit cultuurgebied zou kunnen worden omgegaan. Een taak voor onder andere onze Prince-Academie?

Dan resteert de vraag hoe de Orde zich dan zou moeten uitspreken. In het licht van het vorige zou de Orde naar buiten kunnen treden door het organiseren van - bijvoorbeeld - congressen en symposia die ook toegankelijk zijn voor derden. Is ook hier een uitstekende taak voor onze prille Prince-Academie weggelegd? Werken aan naamsbekendheid van de Orde dus. Hierbij moet direct worden aangetekend dat (analoge) naamsbekendheid minder belangrijk geworden is dan (digitale) naamsvindbaarheid, wat een nieuw woord is. Beide begrippen zijn separaat te benoemen, maar kunnen niet onafhankelijk van elkaar ontwikkeld worden: een slimme naamsvindbaarheid is zinloos als er geen naamsbekendheid is. Een en ander zal uiteindelijk resulteren in een aanwas van nieuwe jonge leden. (Hoe vaak heb ik niet aan geïnteresseerden moeten uitleggen dat de Orde geen sekte is en ook geen binding met carnaval heeft.)

Succes is niet verzekerd. Deze boodschap wil slechts een handreiking zijn om datgene wat in potentie zo veel wijsheid, kracht en schoonheid in zich draagt en tegelijk tolerantia en amicitia, verdraagzaamheid en vriendschap, als leidraad hanteert, niet te laten verbleken en te laten sterven in die schoonheid van de Orde van den Prince.

Dank u wel en een rooskleurige toekomst van uw Orde van den Prince gewenst!

Jan Weierink
Uittredend vicepresident