'Der naturen bloeme': de eerste encyclopedie in de taal van het volk
Aan het begin van de Nederlandse letterkunde staat Jacob van Maerlant, zo leerden de leden van de afdeling Twente begin vorige maand. In een tijd dat de meeste boeken nog in het Latijn geschreven werden schreef hij ‘Der naturen bloeme’ (Het mooiste van de natuur), een soort encyclopedie in de taal van het volk: het Diets of Middelnederlands. De spreekster van dienst was cultuurwetenschapper Jeanne van der Stappen-Heyvaert, de vrouw van afdelingslid Leo van der Stappen. Na afronding van haar studie in 1999 is ze lezingen gaan geven over de schilder- en miniatuurkunst van de late middeleeuwen en de vroege renaissance. Wat maakt 'Der naturen bloeme' zo bijzonder?
Jacob van Maerlant (ca. 1235-1300) is een van de belangrijkste Nederlandse dichters uit de middeleeuwen. Naast Der naturen bloeme heeft hij nog andere belangrijke werken geschreven, zoals de Spiegel Historiael (de eerste wereldgeschiedenis in de volkstaal) en de Rijmbijbel (een Bijbels geschiedenisboek). Van deze beide teksten heeft de Koninklijke Bibliotheek (KB) ook handschriften in bezit.
230.000 versregels
Van Maerlant heeft tijdens zijn leven meer dan 230.000 versregels geschreven. Dat maakt hem een van de productiefste auteurs uit zijn tijd. De belangrijkste bron die Maerlant voor zijn Der naturen bloeme gebruikt, is het Liber de natura rerum, rond 1245 geschreven door de Zuid-Nederlandse geestelijke Thomas van Cantimpré. Het is een Latijnse encyclopedie over alles wat er in de natuur te vinden is.
Toegankelijker
Der naturen bloeme is geen letterlijke vertaling van Liber de natura rerum. Maerlant maakte zijn stuk toegankelijker dan het origineel en hij liet ook grote stukken weg. Hij benadrukte bovendien dat hij zijn informatie niet zomaar ergens vandaan heeft gehaald. In zijn boek schrijft hij: "Wie wil, moet het geloven; mij een zorg. Maar wel ben ik er absoluut zeker van dat ik de waarheid heb verteld zoals ik die beschreven vond."
Dertien hoofdstukken
Der naturen bloeme is geschreven in ruim 16.500 versregels en is in dertien hoofdstukken opgedeeld. In elk hoofdstuk komt een ander onderwerp aan bod, zoals wonderbaarlijke mensen, viervoetige dieren, vogels, zeemonsters, vissen, slangen, insecten en andere kruipende dieren, (specerij)bomen, kruiden, geneeskrachtige en giftige bronnen, edelstenen en metalen. Een aantal onderwerpen waar Maerlant over schrijft, zoals zeemonsters, centauren en eenhoorns, zien we vandaag de dag niet meer terug in ons wereldbeeld. Deze mythologische wezens waren voor de middeleeuwers lang niet zo vreemd als voor ons.
Vreemde volkeren
In het eerste hoofdstuk vertelt Maerlant over vreemde volkeren, zoals mensen met heel grote voeten of mensen die geen hoofd hebben maar ogen in hun schouders. Ook sommige dieren zien er gek uit. Zo wordt de struisvogel afgebeeld als een lompe vogel met kamelenpoten en een hoefijzer in zijn bek. Maerlant is er namelijk zeker van dat een struisvogel ijzer eet. In het oudste handschrift van Der naturen bloeme dat de KB in bezit heeft, is de miniatuur van de struisvogel verdwenen, maar gelukkig is hij nog wel te vinden in het 15e-eeuwse exemplaar.
Twee exemplaren
De KB bezit maar liefst twee van de elf volledige handschriften van Der naturen bloeme. In beide exemplaren vind je meer dan 450 prachtige illustraties, waarvan sommige zelfs met goud zijn versierd. Daaruit blijkt dat deze handschriften voor een rijke eigenaar zijn gemaakt. Het oudste exemplaar in de KB, waarschijnlijk vervaardigd tussen 1340 en 1350, is geschreven in de omgeving van Utrecht. Dat is te zien aan de penwerkversieringen van sommige beginletters.
Betty Bulthuis
Secretaris afdeling Twente-Achterhoek