De Orde is altijd een beetje reizen
De slogan van de Belgische spoorwegen 'De trein is altijd een beetje reizen' schoot door mijn hoofd, toen ik op de website de activiteiten van de afdelingen tijdens de zomermaanden overschouwde. Maar dan wel met een kleine tekstwijziging: 'De Orde is altijd een beetje reizen'…
Onder andere de afdelingen Heerlickheyt Mechelen, Antwerpen-Land van Ryen, Waregem, Genk, Nijmegen, Breda, Apeldoorn, Eems-Dollard, Hondsrug, Zwolle, Schelde-Leie waren onderweg. De bestemmingen? Die verklappen we niet allemaal. Wie ideeën voor uitstapjes wil opdoen, raad ik aan de rubriek Terugblik op de thuispagina van de website te bekijken. U vindt er ideeën te over voor massa’s bestemmingen. Hier een klein voorproefje.
Mechels bezoek aan Leiden
Heerlickheyt Mechelen bezocht vlak voor de zomer de historische Nederlandse stad Leiden. Op de heenreis gaf Princelid Rogier Chorus, die er zijn studentenjaren doorbracht, een overzicht van de rijke geschiedenis van de stad, in de 15e eeuw de grootste stad van Holland. Enkele sleutelwoorden. Het Leidse laken (wol) - al in de 15e eeuw een begrip, met een heropleving in de 17e eeuw, mede dankzij de vluchtelingen uit de Zuidelijke Nederlanden na de val van Antwerpen. En natuurlijk de Leidse universiteit, die onder impuls van Willem van Oranje werd gesticht in 1575. Maar ook de schilderkunst, met bekende namen als Rembrandt, Dou, Steen en Van Goyen.
Bij aankomst dronken de Mechelse Princeleden een kop koffie om te bekomen van de busreis en alle informatie. Daarna waren ze klaar om de stad met de boot te doorkruisen. De vele mooie gebouwen en het charmante karakter van de stad verrasten de bezoekers uit Mechelen. Tijdens de lunch in het Hortus Grand Café was er tijd voor een ontmoeting met enkele leden van de afdeling Leiden. Daarna gidste Rogier zijn gezelschap door de botanische tuin, die in 1590 aangelegd werd in de binnentuin van de universiteit. Een wandeling langs de grachten voerde vervolgens naar het museum De Lakenhal, het eindpunt van het culturele gedeelte. Met nog een wandelingetje of een terrasje werd de zonovergoten dag afgesloten.
Nijmegen naar gerestaureerd Duits kasteel
De afdeling Nijmegen zocht het eind juni over de grens bij een bezoek aan een unieke waterburcht met een unieke kunstcollectie: Burg Anholt in Isselburg, Duitsland. Na de wederopbouw van kasteel Anholt, dat in 1945 voor bijna tachtig procent werd verwoest, zijn de representatieve kamers en salons met de prinselijke kunstcollecties, de 12e-eeuwse donjon en de middeleeuwse hofkeuken uit de 15e eeuw toegankelijk gemaakt voor het publiek. Reden genoeg om naar 'nabij Duitsland' te trekken!
In het hoofdkasteel is de grootste schilderijenverzameling in privébezit uit Nordrhein-Westfalen (700 stuks) tentoongesteld, met werken van schilders uit Nederland als Rembrandt, Jan van Goyen, Gerard ter Borch, Vlaanderen (Pieter Breughel de Jonge), Duitsland (Bartholomäus Bruyn, Holbein, Jobst Harrich), Spanje (Murillo) en Italië (Carlo Dolci, Salvator Rosa). Er is ook een grote collectie Chinees, Japans, Nederlands en Duits porselein uit de 17e en 18e eeuw te bezichtigen, evenals renaissance- en barokmeubelen. Een groot deel van de kunstcollectie en de expositieruimte wordt echter nog gerestaureerd. Het deel dat wel te zien is, is al indrukwekkend.
De 'pronk' van de 17e en de 18e eeuw is onder andere in de Mantua-zaal, de marmeren kamer, de grote zaal en de groene kamer te zien. De bibliotheek, jachtgeweren, munten, de keuken (15e eeuw), de eetzaal, de dikke toren met de gevangenis en de wapenkamer vormen een mooie afronding voor een bezoek aan Burg Anholt. Ook niet te missen trouwens: de symmetrisch aangelegde tuinen en het park met een grote diversiteit aan bomen, planten, inheemse watervogels, talrijke paden en uitgestrekte waterpartijen.
Breda bezoekt Gorinchem/Gorcum/Gorkum
De afdeling Breda bleef binnen de grenzen van het eigen land en bezocht Gorinchem (ook bekend als Gorcum of Gorkum), in het zuiden van de provincie Zuid-Holland. Gorcum is een echte vestingstad, gelegen aan de Merwede en de Linge. De oorspronkelijke vestingwallen met bastions zijn nog vrijwel helemaal intact en daarmee is Gorcum de grootste authentieke vesting van Nederland. Rond 1600 werd de middeleeuwse stad een 'moderne' vesting. In 1672 werd Gorcum aangevallen door Engeland, Frankrijk en de bisdommen Münster en Keulen en zo werd het een belangrijke vesting in de Oude Hollandse Waterlinie. Maar ook in de Nieuwe Hollandse Waterlinie bleef de stad een strategisch bolwerk: Gorcum ligt midden in het rivierengebied.
Dwars door de oude binnenstad loopt de Lingehaven, vanaf de Lingesluis tot aan de Korenbrug. De Lingehaven was letterlijk het hart van de stad en was cruciaal voor de economische bloei van de jonge handelsstad. De eeuwenoude havenfunctie verdween in de negentiende eeuw met de aanleg van het Kanaal van Steenenhoek en het Merwedekanaal. De vroegere handelshaven is een passantenhaven geworden.
De Dalempoort uit 1597 is de enige stadspoort die nog over is. Oorspronkelijk waren er vier. Drie hebben er plaats moeten maken voor het groeiende verkeer. Het Tolhuis met uitzicht op de Merwede is in 1598 op het zuidelijke bastion gebouwd om tol op te leggen aan alle schepen die langskwamen.
Het Gorcums Museum aan de Grote Markt, een pand uit 1860, is het voormalige stadhuis. Het gebouw fungeerde tot 1953 als politiebureau. In 1994 werd er een nieuw stadhuis buiten de vesting gebouwd en nu is het met klimop begroeide oude stadhuis het Gorcums Museum. Het museum vertelt bekende en onbekende verhalen uit de geschiedenis van de stad. Op de Grote Markt is ook het Hugo de Grootpoortje te vinden. Door dit poortje werd de beroemde rechtsgeleerde Hugo de Groot in veiligheid gebracht, in de boekenkist waarin hij ontsnapte uit Slot Loevestein. Verkleed als metselaar kwam Hugo de Groot door dit poortje weer naar buiten en vluchtte via het veer over de Merwede naar Antwerpen. Sindsdien wordt dit het Hugo de Grootpoortje genoemd.
Samengesteld door Marianne van Scherpenzeel, lid redactie PrincEzine
Terug naar de PrincEzine (op de website)? Klik hier.