Een 'bloedende' pelikaan aan een gevel in Maastricht

Voor 1800 bestonden huisnummers niet. Na de grote brand in Maastricht in 1612 moesten de voorgevels van hele panden versteend worden. Vandaar dat tussen 1600 en 1800 veel gevelstenen geplaatst werden. Daarvan zijn er zo'n 250 overgebleven. Pieter Simhoffer, secretaris van de stichting Vrienden van de Maastrichtse Gevelstenen, sprak erover bij de afdeling Maastricht. In coronatijd heeft de stichting alle gevelstenen opnieuw gefotografeerd. Er is ook een nieuwe website gemaakt. Bloedde die 'pellicaen' aan de gevel van de Grote Straat 39 echt en waarom staat hij op die gevel?
 

Na 1800 werd door Napoleon de eerste huisnummering ingevoerd en verloren de gevelstenen hun functie. Gevelstenen werden meestal gemaakt in Naamse steen, een hard gesteente dat makkelijk was aan te voeren via de Maas.

De Maastrichtse gevelstenen zijn volgens Pieter Simhoffer onder te verdelen in verschillende types:

  • Huisnaamstenen

Onder te verdelen in:
- Ambacht en voorwerpen
- Wonen, stad en huis
- Godsdienst
- Fauna/flora
- Sterren / zon / maan

  • Wapenstenen
  • Chronogrammen (tekst waarbij de Romeinse cijfers bij elkaar opgeteld het bouwjaar van de gevelsteen vormen)
  • Vestingnaamstenen
  • Jaarstenen

 

 

In den Pellicaen

Een elftal gevelstenen werden door de spreker uitgebreider toegelicht. Wij beperken ons hier tot de gevelsteen In den Pellicaen, die op de foto boven dit artikel staat. De website van de stichting Vrienden van de Maastrichtse Gevelstenen heeft hier (onder andere) het volgende over te melden:

Merkwaardig genoeg is de pelikaan - toch geen inheemse vogel - geen onbekende in gevelstenenland en altijd in dezelfde setting: bloed uit zijn borst pikkend om zijn jongen te voeden. Let eens op de snavel van 'onze' pelikaan. Die is bepaald niet van een pelikaan. En dat een pelikaan zijn borst openrijt, is een fabeltje. Bloed komt er al helemaal niet aan te pas. Een nestelende pelikaan buigt nu eenmaal zijn snavel naar de borst om de jongen te voeden met de vissen die hij in zijn keelzak heeft meegebracht. Met name de kroeskoppelikaan heeft op zijn keelzak een rode vlek, die verdacht veel lijkt op een bloedende wond. Vandaar.

Het motief van de pelikaan, die zich de borst doorboort om met haar bloed de jongen te voeden, werd het symbool van Christus' zelfopoffering aan het kruis en tevens van de Opstanding, omdat zij volgens een legende haar jongen uit liefde dooddrukte en vervolgens weer tot leven wekte met haar eigen bloed. Wat hier op de gevelsteen te zien is, is niet zozeer een dier als wel een symbool,  dat overigens ook terug te vinden is bij het bloeddonorschap van het Rode Kruis.

 

 

Uit oude archiefstukken is gebleken dat de pelikaan oorspronkelijk niet afkomstig is van Grote Straat 41. Dat is af te leiden uit een vermelding van 1585: "Valenus Belvoets van Lutzenborch procl. over huis in de St. Jorisstraat genaamd 'Het Paradijs' tegenover de St. Joriskerk, reign. naar het Denghuys het huis van het goede ambacht van de Brouwers ten ene en naar het Vrijthof Jan Boegemekers erff genaamd 'De Pellican' ter andere."

En in 1648: "Huis in de St. Jorisstraat tegenover de Spilstraat genaamd 'Het Paradijs' toebehorende aan Hendrik Verspauwen, reign. ter ene zijde het brouwershuis genaamd 'Den Groenenschilt' en ter andere 'De Pellican'." Dus staande vóór het huis Int Paradijs (nr. 37) lag in de richting van het Dinghuis de leube (vergaderplaats) van het Brouwersambacht (nr. 35) en rechts naast het Paradijs richting het Vrijthof de Pellican (nr. 39). Dat de steen toch op nr. 41 is beland zal wel te maken hebben met plaatsgebrek in de gevel van nr. 39 bij de verbouwing.
 

Voor de echte 'diehards': naast de nieuwe website waar 273 gevelstenen uitgebreid worden toegelicht, is er ook nog het boek Gevelstenen in Maastricht van Jef Bartelet uit 2008.

 

Terug naar de PrincEzine (op de website)? Klik hier.