Feest van de Italiaanse neerlandistiek in Triëst

De vakgroep Nederlands aan de Università degli studi di Trieste is in haar zestigjarig bestaan een baken van neerlandistische weerbaarheid geworden. Dat werd eind vorig jaar gevierd met een colloquium, waar ook een project van alle Italiaanse vakgroepen neerlandistiek rond het Dagboek van Anne Frank werd gepresenteerd. De afdeling Leuven was erbij.

In haar zestigjarig bestaan is de vakgroep Neerlandistiek in Triëst uitgegroeid van een maatschappelijk gestuurd en soms moeizaam bevochten emancipatietraject naar een bewonderenswaardige internationaal georiënteerde afdeling. De vakgroep begon als een haastig geïmproviseerde opleiding die moest beantwoorden aan de Europese vraag naar vertalers en tolken. Het werd een leidend vormings- en onderzoekscentrum in Zuid-Europa.

Kruispunt

Met aandacht voor kwalitatieve taalverwerving, interculturaliteit, imagologie en vertaalwetenschap positioneert de afdeling zich nu met verve in onze superdiverse hedendaagse maatschappij. Zo'n vakgroep is geen eiland, maar een kruispunt waar talen en culturen elkaar ontmoeten. Terecht werd onder leiding van Paola Gentile tijdens het colloquium aangetoond dat daar mogelijkheden voor gecreëerd moeten worden, omdat het maatschappelijk belang van een vakgroep neerlandistiek en samenwerking met parallelle vakgroepen Italiaans in Vlaanderen en Nederland cruciaal blijft.

Geen nationalistische voorposten

Uit de 'beleidssessie' op het colloquium werd maar al te duidelijk dat die vakgroepen geen zelfgenoegzame clubjes zijn die zich hobbygewijs vermeien in de taal en de literatuur van Italië, Vlaanderen en Nederland. En evenmin nationalistische voorposten in het buitenland. Die tijd is voorbij: de tijd van vrijblijvende filologie, van geïsoleerd literatuurgenot, van eenkennige idolatrie, van cultuurvrij taalgebruik. Vandaag zijn vakgroepen neerlandistiek bastions van interculturaliteit, ontmoetingsplaatsen van culturen die toegankelijk gemaakt worden via de studie van de taal, de geschiedenis en de literatuur. In die vakgroepen worden, in de superdiverse maatschappij die Europa ondertussen geworden is, vragen gesteld over wie de ander is, wat het vigerende beeld is van de ander, wat de identiteit is van de ander en hoe de ontmoeting met de ander geoptimaliseerd kan worden.

Maatschappelijke debatten

Met dat soort vragen kunnen de maatschappelijke debatten die leven in Europa - in casu Italië, Vlaanderen en Nederland - tolerant, empathisch, zonder te polariseren en in overleg met jonge mensen worden benaderd. Het gaat dan om debatten over onderwerpen als migratie, nationalisme, populisme, uitsluiting, racisme en ethische problemen. In de buitenlandse neerlandistiek worden mensen gevormd die constructief mee kunnen werken aan het proces dat we 'glokalisering' noemen. Anders dan globalisering, dat vaak tot vervreemding, gebrek aan geborgenheid, erkenning en herkenning leidt, leidt de verbinding van transnationale en globaliserende tendensen met respect voor lokale invulling, taal, normen en waarden tot gedeelde culturele, economische en sociale verrijking. Glokalisering is dus hoopgevend.

Koesteren

Het werd uit de beleidssessie overduidelijk dat Italië, Vlaanderen en Nederland er alle belang bij hebben hun vakgroepen neerlandistiek en Italiaans te koesteren en te steunen. Net zozeer overigens als de internationale neerlandistiek er belang bij heeft hooggewaardeerde neerlandistiekcentra als Triëst via gecoördineerde steun van onder meer de Orde van den Prince tegemoet te komen bij onderwerpen als chronisch personeelstekort en uitwisselingsmogelijkheden van gastdocenten en studenten.

 

De lancering van het project 'Anne Frank in Italië' door Dolores Ross en Paola Gentile.

 

Anne Frank in Italië

Na de gezamenlijke lunch, die werd aangeboden door de Nederlandse ambassade, werd in de namiddagsessie het startschot gegeven voor een groots project: 'Anne Frank in Italië'. Het project werd ingeleid door de NT&C-secretaris van de afdeling Leuven, Ludo Beheydt, en vervolgens rijkelijk toegelicht door de twee doctores van Triëst, Paola Gentile en Dolores Ross. Nadien volgden bijdragen van Marco Prandoni (Bologna), Francesca Terrenato (Rome) en Franco Paris (Napels).

Taal- en vertaalkundigen

Het project beoogt een diachrone en synchrone analyse van de vertalingen en bewerkingen van de Dagboeken van Anne Frank in Italië. Het heeft drie vernieuwende aspecten. Ten eerste is het een samenwerkingsverband waarbij alle andere afdelingen Nederlands van de Italiaanse universiteiten betrokken zijn: Padua, Bologna, Rome 'La Sapienza' en Napels 'L’Orientale'.

Het tweede vernieuwende aspect van het gezamenlijke 'Anne Frank in Italië'-project is meer filologisch van aard. De analyse en kritiek van het werk van Anne Frank in Italië was tot voor kort vrijwel uitsluitend voorbehouden aan historici, literaire critici en zelfs filosofen. Nu zal voor het eerst een team van taal- en vertaalkundigen de Italiaanse vertalingen en hervertalingen van de Dagboeken van Anne Frank (naast ander werk van de schrijfster) systematisch onder de loep te nemen. Zij doen dit overigens in samenwerking met experts op het gebied van de Nederlandse letteren.

Methodologisch

Het derde vernieuwende aspect is methodologisch: er zullen niet alleen tekstuele en vergelijkende analyses worden bestudeerd, maar ook zal onderzoek worden verricht naar de vertalers, uitgevers en andere actoren die hebben bijgedragen aan de selectie, de ontvangst en het succes van dit werk in Italië. Ten slotte zal ook de educatieve waarde van de Dagboeken worden geanalyseerd, inclusief de geschiedenis van de verspreiding van de Dagboeken op Italiaanse scholen.

Enthousiast

Vertegenwoordigers van de Taalunie, de IVN, de Nederlandse ambassade en de Vlaamse vertegenwoordiging waren duidelijk enthousiast over het project 'Anne Frank in Italië', net als de deelnemende vakgroepen. Voor de afdeling Leuven was het een opsteker dat haar financiële en inhoudelijke steun heeft kunnen bijdragen aan de kwaliteit van het colloquium en aan het MediterraNed-project (Neerlandistiek in het Middellandse Zeegebied).

De Nederlandse ambassadeur in Italië Willem van Ee riddert professor Dolores Ross vanwege haar bijdrage aan de Nederlandse cultuur in Italië.

 

Ridder

Maar de apotheose moest nog komen. Aan het einde van de sessie verscheen tot grote verrassing van het aanwezige publiek de Nederlandse ambassadeur, helemaal uit Rome overgekomen, om professor Dolores Ross in een waardig ritueel en met een prachtige toespraak tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau te benoemen. Ze werd geëerd naar aanleiding van haar pensionering en vanwege haar jarenlange inzet voor het Nederlands en de Nederlandse cultuur in Italië. Het was een oververdiend en verheugend slot van een veelbelovend feestcolloquium, dat vervolgens werd afgesloten met een diner, aangeboden door de Vlaamse vertegenwoordiging in Italië.
 

Ludo Beheydt
Scretaris NT&C van de afdeling Leuven

 

Terug naar de PrincEzine (op de website)? Klik hier.