Boek Joris Tulkens: hoe Leuven bijna zijn universiteit misliep

De nieuwste historische roman Intriges in het Vaticaan van auteur en Princelid Joris Tulkens schetst op levendige wijze het ontstaan van de universiteit van Leuven, 600 jaar geleden. Het opzetten van een centrum waar ideeën, wetenschap en onderzoek samenkomen, mag dan al een serieuze aangelegenheid zijn, Tulkens laat de lezer ook kennismaken met wat er nog meer gebeurde. Gestook, eigenbelang, gekrenkte persoonlijkheden en een net van intriges doorkruiste het hele proces. Maar dat zorgt voor 250 boeiende pagina's, waarin Tulkens feit en fictie knap door elkaar weeft.
Alles begint in Leuven in 1416, wanneer scholaster (schoolhoofd) Willem Neve beslist naar Keulen te gaan voor het behalen van zijn magistraat en voor studies in het kerkelijk recht. De ideeën die hij in het progressieve Keulen opdoet, zullen de rest van zijn leven bepalen. Het kerkelijk recht dat in Keulen werd gedoceerd, bewandelde immers de paden van de Via Moderna: 'Onderzoek de schepping en je vindt God'. De aanhangers van de Via Antiqua daarentegen verdedigden de stelling: 'Onderzoek de Heilige Geschriften en je zult de werkelijkheid beter begrijpen'. "Voor de aanhangers van de Via Antiqua komt eerst het geloof en daarna de werkelijkheid, bij de modernen komt de werkelijkheid eerst en is het geloof een afgeleid verschijnsel." (pagina 116).
Grote plannen
Bij Willems terugkeer in Leuven blijken daar grote plannen op het getouw te staan. Het Leuvense stadsbestuur, het kapittel en de Hertog van Brabant zijn voorstander van de oprichting van een Studium Generale, een universiteit. Maar daarvoor is de goedkeuring van de paus nodig. Willem Neve wordt gevraagd om een 'suppliek' - een verzoekschrift - aan paus Martinus v te gaan overhandigen.
Gestook
En dan begint het gestook. Want iedereen heeft wel een eigen al dan niet geheime agenda. De Hertog van Brabant heeft huwelijksperikelen, die invloed hebben op zijn territorium. Daarom wil hij zijn huwelijk met Jacoba van Beieren door de paus laten ontbinden. Op de koop toe heeft de hertog weinig zin om zijn juridische macht over te dragen aan de universiteit. Want een universiteit vormt een staat in de staat en spreekt recht over de eigen leerlingen en professoren. Het kapittel stelt dan weer vragen bij de opvattingen die Willem Neve in Keulen heeft opgedaan. Zal de paus de weg van de Via Moderna mee bewandelen?
Deken
Gelukkig is er de door de wol geverfde deken van Antwerpen, Anselmus, die het geheel zal faciliteren via zijn uitgebreide netwerk. Alleen blijkt ook hij een eigen agenda te hebben… De suppliek was oorspronkelijk een minutieus uitgeschreven en uitgebalanceerd document, maar elk personage dat erbij betrokken was, probeerde er steels zijn eigen belangen en voordelen in te verwerken. Bij de laatste hoofdstukken komt het boek dan ook helemaal in een stroomversnelling. De ene plottwist volgt op de andere.
Ingewikkeld spel
De kracht van het boek ligt in de levendige beschrijving van dat ingewikkelde spel. Joris Tulkens gebruikt een vlotte en aangename spreektaal, die zeer soepel overkomt en mooi contrasteert met de korte stukjes die aangehaald worden uit de oorspronkelijke documenten. Op de koop toe weet hij hier en daar te refereren naar de huidige situatie in de Leuvense studentenstad. Zo komt het probleem van de huisvesting van al die studenten aan bod: is daar wel voldoende plaats voor? Of hij wijst knipogend naar de verschillende lichaamsbouw van de Leuvenaars en de Italianen: de correcte kleding voor het overhandigen van de suppliek wordt in Rome aangekocht maar heeft behoorlijk wat aanpassingen nodig om bij het Vlaamse lijf van Neve te passen. Met zulke details krijgt het boek extra schwung.
Intriges in het Vaticaan is een goed gedocumenteerde historische roman, die door de gehanteerde vertelstijl even vlot leest als een eigentijdse thriller.
Chris Vermuyten
Lid van de redactie van PrincEzine
Intriges in het Vaticaan – Hoe Leuven zijn universiteit bijna misliep.
Joris Tulkens
Uitgeverij Sterck&De Vreese
254 pagina’s
24,90 euro
Auteur Joris Tulkens en zijn historische romans: "Erasmus was óók een hele vervelende man"
Joris Tulkens, lid van de afdeling Diest, schrijft historische romans. Waarom is hij die gaan schrijven? Waarom spelen de boeken zo vaak in de zestiende eeuw? Waar gaat zijn volgende boek over? En hoe komen zijn historische romans eigenlijk tot stand? "Als een historicus schrijf ik het frame van het boek, als romanschrijver maak ik er een literair werk van."
Joris Tulkens studeerde klassieke filologie aan de KULeuven en behaalde ook een baccalaureaat in de Thomistische Wijsbegeerte. Tot zijn 55e doceerde hij Grieks en Latijn in het middelbare onderwijs. Hij werkte in zijn jonge jaren mee aan een links georiënteerde stadskrant. "Wie in zijn jeugd de maatschappij niet probeert te veranderen, mist heel wat wijsheid op zijn tachtigste." Maar toen het hem eindelijk gelukt was de samenleving diepgaand te veranderen, vertelt hij lachend, moest hij wat anders bedenken. Hij werd schrijver. Zijn eerste boek De macht van het getal, een verzameling verhalen, schreef hij op zijn 44e. Sindsdien schrijft hij elke twee jaar een boek, meestal een historische roman.
Diest
Zijn liefde voor de historische roman dankt Joris Tulkens aan zijn thuisstad Diest. "Daar staat een standbeeld van Nicolaes Cleynaerts, een zestiende-eeuwse humanist en theoloog, die op eigen houtje Arabisch leerde en zich verdiepte in de islam. Hij wilde de misverstanden tussen christenen en moslims uit de wereld helpen, trok daarom naar het zuiden, gaf les in Salamanca en aan het Portugese hof, leerde de Koran lezen en belandde uiteindelijk in Fez (in het huidige Marokko). Maar zijn toenaderingspogingen mislukten, hij moest naar Spanje vluchten en stierf uiteindelijk in armoede in het Alhambra, waar hij ook begraven werd." Die boeiende geschiedenis werd het onderwerp van Tulkens’ eerste historische roman en de liefde ging niet meer over.
Zestiende eeuw
De zestiende eeuw bleef de schrijver intrigeren. Het begin van de moderne tijd, de nieuwe ideeën, de ontdekkingsreizen, de boekdrukkunst, de veranderingen in de maatschappij en de daarbij horende terechtstellingen en godsdienstoorlogen leverden een hele reeks interessante personages op zoals Desiderius Erasmus, Thomas More, Johanna de Waanzinnige, Pieter Gillis en Andreas Vesalius. Allemaal bleken ze voldoende stof te bieden voor telkens een nieuwe historische roman. Door de jaren heen werden die hoofdpersonages zijn vrienden. "Niet zelden passeerde ik met hen ook langs het Vaticaan. Geen wonder dus dat ik mezelf vorig jaar ook in het doolhof van de Curie begeven heb met een biografie van de ongelukkige paus Adrianus vi - in Leuven beter gekend als Adriaan van Utrecht - en dit jaar met een boek dat past in de viering van het 600-jarig bestaan van de Leuvense universiteit."
Niet zwaar
De historische verhalen van Joris Tulkens zijn niet zwaar om te lezen. De personages die de Diestenaar neerzet, komen echt tot leven. "Ik probeer in mijn boeken verder te kijken dan hun dikwijls opvallende verdiensten. Ik wil daarnaast ook hun menselijke kantjes in de verf te zetten. Wanneer we vandaag bijvoorbeeld over Erasmus spreken, dan denken we spontaan aan De Lof Der Zotheid. Maar wie Erasmus echt wil kennen, moet zijn brieven lezen. Dan leer je - naast een groot geleerde - ook een af en toe vervelende en egoïstisch aangelegde man kennen, iemand die zijn knechten vernederde en bijzonder venijnig uit de hoek kwam tegenover zijn vijanden. Maar evenzeer herken je ook iemand die vandaag de dag zou aanschuiven in een discussieprogramma zoals De Afspraak. Soms kwam ik in het Vaticaan ook mensen tegen die je zo in een hedendaags bedrijfsleven kunt inplanten. De vicekanselier die aan bod komt in Intriges in het Vaticaan zou in deze tijden een CEO kunnen zijn die geld in zijn laadje wil brengen. De goddelijke boodschap is daarbij het product waarmee hij de zaak rendabel houdt."
Personages
Kunnen we er dan van uit gaan dat het vooral de personages zijn die Joris Tulkens interesseren? Is dat het uitgangspunt van zijn romans, en niet de historische gebeurtenis? "Ik ben allesbehalve een aanhanger van de structuralistische opvatting van de geschiedenis, volgens welke grote figuren nauwelijks enige invloed zouden hebben op de gebeurtenissen. In die visie zouden figuren zelf het product zijn van structuren die hen overstijgen. Anders gezegd: ils ne pensent pas, ils sont pensés (ze denken niet, ze worden bedacht) - de erg versimpelde slogan van het structuralisme. Ik geloof dat niet. Volgens mij wordt het gedrag van grote figuren slechts deels beïnvloed door de tijdsgeest, maar in veel sterkere mate door hun karakter, hun frustraties, hun lichamelijke of zelfs hun geestelijke tekortkomingen. En niet zelden ook door het toeval. Naar zulke dingen ga ik graag op zoek: kleine oorzaken, grote gevolgen."
Karakters
Gegevens kun je terugvinden in de geschiedschrijving, en karakters deels in brieven. Maar in een historische roman moet dat gestoffeerd worden. Wat is dan fantasie en wat is waarheid? "De bekende historische feiten in mijn romans zijn behoorlijk goed gecontroleerd en geconserveerd. Maar ik kan natuurlijk niet alles wat zich in het verleden van mijn hoofdpersonages heeft voorgedaan in mijn verhaal opnemen. Met een opsomming van alle historische feitjes zou de draad van het verhaal - en het thema - hopeloos verloren gaan. Gesprekken moet ik zelf 'reconstrueren', daar zijn geen opnames van. En dan zijn er nog de 'witte vlekken' in de geschiedenis. Sommige dingen zijn nu eenmaal niet meer te achterhalen, hoe goed de research ook gedaan is. Ik kleur dergelijke witte vlekken graag in. Kortom: zodra de historicus in mij het boek heeft geschreven, duikt de romanschrijver op om het boek leesbaar te maken."
Praktisch
En hoe doe je dat praktisch? "Ik lees eerst verschillende boeken over de periode rond mijn onderwerp, liefst ook brieven van mijn hoofdpersonage. Die laat ik dan bezinken. En met alles wat in mijn hoofd gepasseerd is en wat is blijven hangen, construeer ik dan een plot. Voor mijn laatste boek, bijvoorbeeld, las ik de schitterende studie van Marc Nelissen over de stichtingsoorkonde van de universiteit van Leuven. Ik ontdekte drie bevreemdende dingen Ten eerste werd Willem Neve door de paus tot rector benoemd en dat voor een periode van vijf jaar! Dat was ongezien in die tijd. Ten tweede kreeg Leuven geen afdeling theologie. Waarom niet? En bovendien bleken alle oorkonden ook nog eens herschreven te zijn. Wat is daar aan de hand geweest? Ik zoek dan een rode draad die een verklaring kan bieden voor die drie anomalieën en dat wordt dan de plot van mijn roman."
Lezen
Zelf leest Joris Tulkens weinig. "Ik heb een tijdje Zuid- en Midden-Amerikaanse literatuur gelezen. Een historische roman gaat er ook wel in. Maar uiteindelijk heb ik - omwille van mijn research - weinig tijd om te lezen. En wanneer ik het dan toch doe, beleef ik er weinig plezier aan - om een heel vreemde reden! Ik heb namelijk het gevoel dat ik elke literaire truc doorzie. Ik heb ook lang toneel gespeeld in een goede amateurgroep. Ik ga nu nog zelden naar het toneel. Want ik zie het aan een acteur wanneer die zijn tekst kwijt is, ik zie wanneer er iets verkeerd loopt op de scene, ik erger me aan een stilte die te lang duurt. Datzelfde heb ik ook bij het lezen: hier hebben we nu een cliffhanger, daar wordt een conflict voorbereid, hier volgt nu een bewuste leugen, enzovoorts. Alleen de boeken waarbij ik dat gevoel niet heb, dat zijn voor mij de echte meesterwerken."
Nieuwe roman
Laatste vraag: komt er nog een nieuwe roman? "Ik wil nog éénmaal uitpakken. Ik heb nog een project in mijn hoofd over de Hertog van Alva, een man over wie meer te zeggen valt dan dat hij een zeer bloeddorstige Spanjaard was. Maar ik wil er verder nog maar weinig over kwijt. Uiteraard wordt het opnieuw een historische roman.”
Het aftellen is begonnen. Nog twee jaar!
Chris Vermuyten
Lid van de redactie van PrincEzine