De Week van het Nederlands

De eerste week van oktober is traditiegetrouw de 'Week van het Nederlands'. Een hele week lang staat onze Nederlandse taal dan in de schijnwerpers. Tal van activiteiten worden georganiseerd in Nederland en Vlaanderen. De initiatiefnemers zijn de Taalunie en het Vlaams-Nederlands Huis De Buren, maar ook andere organisaties, verenigingen en het brede publiek worden uitgenodigd om bijdragen te leveren. De afgelopen jaren heb ik telkens de Orde van den Prince vertegenwoordigd op de openingszitting en verleden jaar hebben we ook onze NT&C-projecten 'Laaggeletterdheid' gepresenteerd op de speciale website.

Ik herinner me levendig de openingszitting verleden jaar in een nokvolle Beatrixzaal bij Utrecht-Centraal in aanwezigheid van Prinses Laurentien, die het startschot gaf. Een laaiend enthousiast publiek luisterde in de ochtend naar de plenaire lezingen en getuigenissen, afgewisseld met poëtische en ludieke intermezzo’s over taal gebracht door Nederlandse en Vlaamse taalkunstenaars. Op de middag was er een wandelbuffet in een zaal met boekenstandjes en daarna waren er seminars en gespreksgroepen in kleinere ruimtes. Ruimschoots gelegenheid om mensen te ontmoeten en even van gedachten te wisselen. Onder de aanwezigen waren ook heel wat Princevrienden, die uit Noord en Zuid in Utrecht waren neergestreken.

Deze korte evocatie heeft iets weemoedigs. Het doet ons denken aan de pre-coronatijd, toen de mensen nog gezellig met elkaar keuvelden, elkaar iets in de oren fluisterden en elkaar bij de arm grepen om de aandacht te trekken. "Hallo, ben jij hier ook?" Een korte omhelzing. "Hé, wat leuk jou hier te ontmoeten!" Lange omhelzing. Het klinkt anachronistisch of buitenaards.

Dat er enkele maanden later een heus coronawoordenboek zou worden samengesteld en dat we het nu zouden hebben over 'mondkapjes' en 'mondmaskers' als typische voorbeelden van Nederlands-Nederlands en Belgisch-Nederlands taalgebruik, kon toen niemand vermoeden. Het zou alleen maar op de lachspieren hebben gewerkt en de maskers hebben doen afvallen.

Dit jaar vond opnieuw de week van het Nederlands plaats. Het was de zesde editie, maar die kreeg een totaal andere vorm. Van een nokvolle zaal was er natuurlijk geen sprake. De aftrap werd gegeven op zaterdag 3 oktober tijdens het wekelijkse radioprogramma 'De taalstaat', dat voor die gelegenheid een coproductie was van NPO Radio 1 en VRT Radio 1 met Frits Spits en Jan Hautekiet als gastheren in de studio. In dit programma namen heel wat duo’s deel, die het over een breed palet aan taalonderwerpen hadden en telkens ervaringen uit het Noorden en het Zuiden van ons taalgebied met elkaar confronteerden. Zo hoorden we de stemmen van de twee hoofdredacteuren van de Dikke Van Dale. Zij bespraken wat de coronacrisis met onze woordenschat doet. De Vlaamse hoofdredacteur, Ruud Hendrickx, is overigens Princelid en president van het gewest Oost-Brabant.

In de loop van de middag was er een parallel event dat plaatsvond in Antwerpen en Rotterdam. Er waren talkshows en een masterclass over literair vertalen. Het waren zogenaamde 'hybride bijeenkomsten': een beperkt publiek was lijfelijk aanwezig in de zalen - helemaal coronaproof - en er werd veel tussen beide zalen geschakeld, maar alles werd ook gestreamd en was online te volgen. Diezelfde avond was er een feestelijke openingsshow in het Zuiderpershuis in Antwerpen, een waarachtig festival van Nederlandstalige muziek en poëzie, ook allemaal online mee te beleven. De vele hoogtepunten zijn nog altijd te bezien en beluisteren op website van de Week van het Nederlands.

Voor het overige kwam de Week van het Nederlands zoals andere jaren met een breed aanbod van lezingen, debatten, workshops met de Nederlandse taal als centraal thema, schoolbezoeken van Vlaamse en Nederlandse auteurs en optredens van taalkunstenaars. Het hele programma was interactief opgevat onder het motto 'Laat van je horen'. Er waren tal van mogelijkheden om boodschappen in te sturen, vragen te stellen aan panelleden, prijswinnaars te nomineren, deel te nemen aan een alternatief Groot Dictee, noem maar op.

Een belangrijk programmaonderdeel was ook de lancering van het 'Actieplan begrijpend lezen'. Daar gaan we als Orde van den Prince mee de schouders onder zetten. We gaan meedoen aan het zonet opgezette 'Leesoffensief'. Onze communicatiecel en het Dagelijks Bestuur gaan dit sterk aanbevelen bij de afdelingen. Uit recente cijfers van de OESO blijkt nog maar eens dat Nederland en Vlaanderen voor wat betreft leesvaardigheid en leesplezier onderaan bengelen in de ranking. Onderzoekers gaan ook nakijken of het leesplezier van kinderen niet te veel wordt verstoord door de grote nadruk die we leggen op 'begrijpend lezen' en correcte taalopbouw. Het kan misschien allemaal veel "beweeglijker en vloeibaarder", zoals Radna Fabias, de in Curaçao opgegroeide taalambassadeur, dit zo plastisch uitdrukt. Samen met de West-Vlaamse zanger Wannes Cappelle vormde zij een kleurrijk duo, dat de polyfonie van onze moedertaal sterk belichaamde.

Het 'Leesoffensief' van De Taalunie is erop gericht via een actieplan jonge kinderen (weer) plezier te geven in het lezen en hen beter te motiveren. Zou overigens de uitdrukking 'een boek verslinden' nog populair zijn bij jonge kinderen? De scholen hebben hier uiteraard de belangrijkste taak, maar in de aanbevelingen van de Taalunie staat ook dat scholen ondersteund moeten worden, niet alleen door de ouders, maar ook door externe organisaties. Als Orde van den Prince gaan we die handschoen oppakken. Ik ben er zeker van dat heel wat leden de handen uit de mouwen gaan steken. Er staat overigens al een heel interessante bijdrage over dit onderwerp in deze aflevering van PrincEzine, ons toegezonden uit de afdeling Kennemerland.

Wat is nu de boodschap van dit Woordje? Schuif even de zorgen opzij. Stop met zuchten dat niets nog kan of mag. Zet een lekkere kop koffie of thee en ga voor de computer zitten. Ga grasduinen op de site van de Week van het Nederlands en klik nog eens door naar andere organisaties. Een wereld van mogelijkheden gaat open. Het lijkt wel als rondvaren in de Noorse fjorden, telkens opent zich een nieuw perspectief. Ga eens bellen met een ander lid van de afdeling en deel je ervaringen. Misschien is het wel een goed idee om in deze periode, waarin de afdelingsbijeenkomsten afgeschaald worden, met enkele Princevrienden een gespreksforum op te richten. Het is geen ijdel tijdverdrijf, hier ligt de basis voor onze activiteiten de komende maanden.

Dat taal en communicatie belangrijk zijn in een crisisperiode merken we elke dag. Taal duidt de werkelijkheid, benoemt de problemen, legt conflicten en meningsverschillen open en stelt ons bloot aan misverstanden. Maar taal reikt ook oplossingen aan, taal verbindt en doorbreekt de eenzaamheid. Taal en communicatie zijn nog belangrijker geworden in de anderhalvemeter-samenleving, waar we zoveel andere vormen van contact moeten missen.
 

Godelieve Laureys
President