Wie was James Ensor?

De Belgische schilder James Ensor overleed 75 jaar geleden en daar wordt in Antwerpen uitgebreid aandacht aan besteed. In musea, de binnenstad én bij de afdeling Antwerpen-Plantiniana. Onder de titel 'De erfenis van Ensor' ging kunstjournalist Eric Rinckhout in op de vraag of Ensor een prettig mens was in de omgang, hoe hij zijn kunst zelf zag en hoe we zijn kunst nu zien.
Malcontent, misantroop en mythomaan. Moeilijke mens. Zelfingenomen hypochonder. Querulant, criticaster. Souvenirverkoper, krenterige kruidenier. Oostendenaar, provinciaal, kosmopoliet. Bohemien, bourgeois, baron. Showbeest. Geniaal schilder. James Ensor kan alleen maar in paradoxen worden gevat. Net als Oostende overigens, zijn geboorte-, woon- en sterfplaats. Ensor werd in 1860 in Oostende geboren en overleed er in 1949. Hij werd 89.
Oostende
Op zijn studie aan de Brusselse academie, zijn frequente verblijven in Brussel bij de familie Rousseau en een handvol excursies naar Londen, Parijs, Rijsel, Amsterdam en Antwerpen na heeft James Ensor Oostende nauwelijks verlaten. Hij heeft de plaats zien groeien van besloten bastion en ingekapseld vissersdorp tot mondaine badstad en La Reine des Plages: de Koningin der Badsteden.
Inspiratiebron
Aanvankelijk is Oostende - met de zee en het achterland - de inspiratiebron bij uitstek van de jonge kunstenaar: hij schildert de weidsheid van de polders, de oneindigheid van de zee en de lucht boven de daken van Oostende. Hij doet dat met brute, zwiepende borsteltrekken - dat is nieuw, innoverend en, ja, provocerend. De verf brengt hij dik en smeuïg aan met het paletmes. 's Winters verkassen de rijke toeristen naar Nice en Monte Carlo en dommelt Oostende weer in. Dan borstelt Ensor de verstikkende beslotenheid van het burgerbestaan in altijd eendere, donkere kamers, volgestouwd met bibelots, spiegels en tapijten. De dikke gordijnen zijn maar half dichtgetrokken zodat Ensor een streep daglicht, meestal wit en schril, als contrast kan laten binnenvallen.
Kunstcritici
De conservatieve kunstcritici halen hun neus op voor de vlekkerige, onaffe, wilde en onclassificeerbare schilderijen van Ensor. 'De oestereetster' (KMSK Antwerpen) wordt in 1882 geweerd van de salon in Antwerpen, in december doet zich hetzelfde voor bij de kunstgroep L’Essor in Brussel. Zelfs nog in 1908 zwelt een storm van protest aan wanneer Luik het werk wil verwerven voor zijn stedelijke kunstcollectie. De aankoop gaat uiteindelijk niet door.
Maskers en skeletten
Na verloop van tijd - in de tweede helft van de jaren 1880 - duiken in Ensors oeuvre maskers en skeletten op als tekens van hypocrisie en sterfelijkheid. Wordt James 's nachts belaagd door zijn demonen? Verklaart dat zijn voorliefde voor de macabere verhalen van Edgar Allan Poe? Of buit hij het masker uit als een 'unique selling proposition': zijn concurrentieel voordeel tegenover zijn schilderende tijdgenoten? In die mate zelfs dat hij in ouder werk maskers bij zal schilderen. Of is het niets meer dan een 'plaisanterie', geïnspireerd op de echte maskers die in de schelpen- en souvenirwinkel van zijn moeder verkocht worden? Is het een knipoog naar het carnaval dat Oostende jaarlijks uit zijn winterslaap wakker schudt? Is het masker grimmigheid of grap, vermomming of daarentegen démasqué?
Rebel
James Ensor is een 'rebel with many causes'. Hij ziet zijn Oostende ten prooi vallen aan ongebreideld toerisme: de duinen worden volgebouwd met chique villa’s en hotels - dat klinkt ook nu bekend. Ensor spuwt zijn gal over de toeristen maar evengoed over kunstcritici en over koning, clerus, leger en justitie. Bovendien heeft hij een diepgewortelde angst voor de opkomende arbeidersbeweging met haar eis voor algemeen stemrecht. Tegelijk klopt zijn hart voor de gewone bevolking van Oostende, de armoedige vissers en hun sporadische opstanden tegen onrecht en uitbuiting. In zijn schilderij 'De gendarmes' (Mu.ZEE Oostende) blikt hij in 1892 terug op de opstand van de lokale vissers tegen de Britten, die de Oostendse markt met hun goedkope vis overspoelen. In de schermutselingen vallen enkele doden: in het schilderij van Ensor veegt een rijkswachter zijn bebloede degen af en kijken rechters monkelend naar de twee opgebaarde vissers, terwijl het gewone volk hardhandig op een afstand wordt gehouden.
Karikatuur
In zijn bekende, grove karikatuur 'Doctrinaire voeding' (1889) laat Ensor de machthebbers letterlijk schijten op de kop van het volk. Evengoed laat hij een figuur pissen tegen een muur met de graffito 'Ensor est un fou' of twee doodskoppen vechten om 'un hareng saur', een woordspeling op 'art Ensor'. Ensor balanceert op het slappe koord van engagement, miskenning, minderwaardigheidsgevoel, eigendunk en grootheidswaanrevolte.
Licht
Er is natuurlijk het licht: alomtegenwoordig op de grens van land en zee, soms zo verzengend dat het de zichtbare vormen oplost. Vaak lijkt het licht 'uit' Ensors verf te komen. Hij ziet zichzelf als de brenger van het licht, de nieuwe messias: 'Je suis noble par la lumière' verklaarde hij zelf.
'Je n’ai pas d’enfant,
mais lumière est ma fille,
lumière une et indivisible.'
James Ensor
Duivel-doet-al
James Ensor is een duivel-doet-al: hij schildert, tekent en etst marines, landschappen, interieurs, portretten, karikaturen, Bijbelse scènes, stoeten, optochten en betogingen. Hij componeert, schrijft, declameert en is een vroege performer. Hij is de erfgenaam van Jeroen Bosch en Pieter Bruegel de Oude, van Goya, Redon en Turner, de Britse schilder die vóór Ensor het verst ging in de uitbeelding van verblindend licht. Ensor zelf is de wegbereider van het expressionisme, dada en het surrealisme. Kandinsky, Beckmann, Nolde en Vuillard komen naar Oostende om de revolutionaire meester in hoogsteigen persoon te ontmoeten. Ensor experimenteert. Hij verkent alle nieuwe wegen die de kunst van de twintigste eeuw zal inslaan zonder dat hij consequent één richting uitgaat. Ensor is punk avant-la-lettre.
Tentoonstelling
De 22 hedendaagse Belgische kunstenaars die in Oostende en Antwerpen werden getoond op de tentoonstelling 'Ensor en Sortie', hebben op de een of andere manier iets gemeen met de meester van Oostende. Het gaat niet om directe beïnvloeding, wel om een ensoriaanse sfeer en 'esprit'. Nogal wat Belgische kunstenaars zoeken de artistieke vrijheid op: ze zijn tegendraads, individualistisch, eigenzinnig in kleurgebruik en materiaalkeuze, gaan in tegen tradities en stijlrichtingen, en zijn moeilijk in één vakje te stoppen. Ze zijn de luis in de pels. Ze houden van humor - soms sardonisch, soms 'tongue in cheek' - en laten hun fantasie de vrije loop. Allemaal kenmerken die we bij Ensor aantreffen: hij is in dat opzicht een soort stamvader.
Film
Ik noem drie van deze kunstenaars. Guillaume Bijl maakte in 2000 een film die nogal wat toeschouwers op het verkeerde been zet. Het lijkt om teruggevonden historische beelden te gaan, terwijl het een 'mockumentary' is, een fictieve documentaire met hedendaagse acteurs die in de huid van Ensor en zijn vrienden zijn gekropen. Ronald De Preter maakte een geactualiseerde versie van Ensors 'Intrede van Christus in Brussel in 1889' (1888). Nadat hij dat monumentale werk op zeventienjarige leeftijd in het KMSK Antwerpen had gezien, liet het hem nooit meer los. Toen 'De intrede' (zie de foto boven het artikel) in 1982 werd verkocht aan het Getty Museum in Los Angeles was zijn verontwaardiging over het onvermogen van de Belgische staat zo groot dat dit leidde tot de karikaturale versie 'La sortie d’Ensor de Belgique'. De Preter trekt Ensor binnen in de politieke actualiteit van de jaren tachtig van de twintigste eeuw. Hij werkte er een jaar lang aan: de zoektocht naar geschikte foto’s van politici was moeilijk in een tijd zonder internet.
Rubens
Ten slotte de derde kunstenaar. Fred Bervoets portretteert zich - net als James Ensor dat deed - als Peter Paul Rubens. Mét een vette knipoog. Bervoets kennen we vooral van zijn ontembare autobiografische fictie in metershoge composities, wilde fantasieën met zelfportretten en figuren uit tekenfilms, en taferelen doordrongen van geweld, seks en rock-’n’-roll. Misschien is Fred Bervoets wel de echte erfgenaam van James Ensor.
Eric Rinckhout
Terug naar de PrincEzine (op de website)? Klik hier.