Steenkolenengels en Spaans benauwd in nieuw boek Nicoline van der Sijs

Het is niet voor het eerst dat emeritus professor historische taalkunde Nicoline van der Sijs, tevens secretaris van de afdeling Utrecht, in deze rubriek staat. Dit keer is de aanleiding de publicatie van haar nieuwe boek Daar is geen woord Frans bij. Het beeld van vreemde talen in Nederlandse uitdrukkingen. Wat zeggen die uitdrukkingen over wat Nederlandstaligen vinden over buitenlanders? Het boek is geschreven bij haar pensionering als senior-onderzoeker aan het Instituut voor de Nederlandse Taal. Zoals ze het zelf zegt in haar voorwoord: "Ik ben echter niet van plan een Frans afscheid te nemen of to do a Dutch act, want ik ben nog niet aan het einde van mijn Latijn."
 

In haar nieuwste boek presenteert Nicoline van der Sijs een uitputtende inventarisatie van uitdrukkingen met taalnamen in ouder en modern Nederlands, alsook in Nederlandse dialecten. Waarom spreken we over Franse complimenten, maar niet over Engelse of Duitse? Wat zeggen spotnamen (keukenmeidenfrans), uitdrukkingen en taalvergelijkingen (zo Italiaans als ravioli) over het beeld dat we in de Lage Landen hadden en hebben over vreemde talen en hun sprekers? Is dit beeld in de loop der tijden veranderd? Over welke talen heeft het Nederlands eigenlijk uitdrukkingen? Heeft een hoger of lager prestige van een taal te maken met de positie van die taal in de maatschappij (wetenschap, religie, handel) of in het onderwijs (schooltalen versus niet-schooltalen)?
 

Karel V

Een mooi voorbeeld van de invloed van situaties op taalkeuze vinden we in een overgeleverde uitspraak van Karel V (1500-1558): "Ik spreek Spaans tegen God, Italiaans tegen de vrouwen, Frans tegen mannen en Duits (of Nederlands) tegen mijn paard." Dit citaat zet Nicoline in het begin van haar boek, waar ze een stuk geschiedenis behandelt. Ze komt er later, aan het eind, op terug.
 

Spotnamen

Niet iedereen heeft een talenknobbel. Al vroeg werd de spot gedreven met mensen die zich gebrekkig uitdrukten in een vreemde taal. Ze werden spottend kromtong (1600) of kromtaalspreker (1696) genoemd. Als we de spotnamen voor gebrekkig vreemdetaalgebruik bekijken, blijkt dat vooral Frans, Latijn, Engels en Duits vernoemd worden: iemand spreekt Frans met haar op, hondenlatijn, steenkolenengels of ski-duits. De meest frequente benoemingsmotieven daarbij zijn naar plaatsen (Marollenfrans), personen (managerengels) en dieren (Frans spreken als een koe Latijn).
 

Moeilijke talen

We lezen over talen die als moeilijk worden gezien. Dat is Grieks / Hebreeuws / Spaans / Arabisch / Sanskriet / Chinees / Latijn / Russisch voor mij betekent: ik snap er niets van. We staan stil bij veelzeggende uitdrukkingen als het Spaans benauwd hebben, aan de Turken overgeleverd zijn, Russische toestanden (naast: Italiaanse toestanden) en een Chinese vrijwilliger. Kortom, via heel wat uitdrukkingen krijgen we zicht op het karakteristieke beeld dat Nederlandstaligen hadden van andere talen en anderstaligen.

 

 

Tegenwoordig

Hoe is het tegenwoordig gesteld met onze denkbeelden over andere talen? Nicoline kon onze ideeën daarover indirect opmaken uit de taalvragen die mensen stellen aan de zoekmachine Google en uit de stereotyperingen die de computer distilleert uit teksten. Ze typte in Google de woordenreeks 'waarom is' en 'waarom is het' gevolgd door een taal en ze kreeg automatisch de vragen over die taal die gebruikers veel aan Google stellen.
 

Engels voorop

De meeste vragen blijken over het Engels te gaan: waarom is het Engels zo belangrijk, eenvoudig of makkelijk? Of juist het tegenovergestelde: waarom is het Engels zo eigenaardig, zo moeilijk en zo onverstaanbaar in al die liedjes. En waarom is het Engels van veel docenten zo shit? Het gaat daarbij dus om vragen over het leren en verstaan van de taal. Ook vragen over de positie van het Engels in de wereld worden vaak gesteld: waarom is het Engels zo populair, zo’n succesvolle taal, de taal van het zakenleven, een wereldtaal? De vragen weerspiegelen mooi wat Nederlandstaligen over het Engels denken, weten of denken te weten.
 

Andere talen

Over het Frans, Duits en Arabisch vraagt men zich, in ieder geval op Google, af waarom die talen zo belangrijk en zo moeilijk zijn. Bij het Frans stelt men ook vaak de zinnige vraag waarom deze taal niet populair meer is. Over het Italiaans wordt gevraagd waarom het zo’n mooie taal is en waarom het de taal van de muziek is. Spaans wordt gezien als een makkelijke taal en een belangrijke wereldtaal. Inzake het Grieks wil men weten waarom het op school nog relevant is, waarom het belangrijk is en waarom het niet is uitgestorven, zoals het Latijn. Over het Fries wordt eigenlijk maar één vraag gesteld: waarom het een taal is en geen dialect? Over het Afrikaans vraagt men zich dan weer af waarom het een aparte taal is en waarom het zo grappig is.
 

Intiemer

Italiaans, Spaans en Portugees worden door Googlegebruikers geassocieerd met muziek, vakantie en liefde. Met domeinen dus die veel intiemer zijn dan de afstandelijk zakelijke domeinen, waarin Engels en Duits een rol spelen. Frans wordt ook geassocieerd met liefde en romantiek. Met andere woorden: de Romaanse talen hebben een heel ander imago dan de Germaanse. Latijn, Grieks, Hebreeuws, Arabisch en Sanskriet worden alle vijf direct gerelateerd aan het geloof. Grieks wordt daarnaast ook geassocieerd met de literatuur van Homerus.
 

Hoogste prestige

We kunnen concluderen dat Engels vandaag de dag het hoogste prestige heeft in domeinen als techniek, wetenschap, zakenleven en cultuur. Het prestige van het Frans en Duits berust vooral op vergane glorie: op klassieke schrijvers, filosofen, ontwerpers en componisten. Romaanse talen stralen warmte uit, Germaanse gelden als meer afstandelijk. Dat idee, al verwoord door Karel V, leeft dus al vijf eeuwen onder Nederlandstaligen!
 

ChatGPT

Nicoline ging na haar onderzoek op Google nog een stap verder. Ze waagde zich aan een experiment met ChatGPT, een chatbot die dankzij kunstmatige intelligentie vragen van gebruikers kan beantwoorden. Ze vroeg welke vijf stereotyperingen Nederlandstaligen toekennen aan verschillende talen om op die manier te achterhalen hoe er over die talen wordt gedacht. Ze koos voor de schooltalen Frans, Duits en Engels, de vakantietalen Spaans en Italiaans, Zweeds als vertegenwoordiger van de Scandinavische talen, en de notoir moeilijke talen Arabisch, Chinees, Russisch en Turks. De opvattingen die Nicoline via ChatGPT bereikten, zijn veel uitgebreider dan de taalvragen die mensen aan Google stellen. Ze betreffen niet alleen de vreemde talen zelf maar ook vreemde culturen. En ze blijken deels een weerspiegeling te zijn van wat mensen in taalvergelijkingen naar voren brengen.
 

Taalvergelijkingen

En dat leidt ons naar een hoofdstuk over taalvergelijkingen: zo Engels als high tea, zo Frans als camembert, zo Duits als Bratwurst, zo Italiaans als pasta pesto. Dit hoofdstuk behandelt wat Nederlandstaligen beschouwen als 'typisch' Engels, Frans, Duits, enzovoorts. Je krijgt inzicht in wat Nederlandstaligen denken of weten over vreemde talen en culturen.

 

 

Imago van Nederland

In het voorlaatste hoofdstuk draait Nicoline de zaak om en onderzoekt ze het imago van Nederland en het Nederlands in andere talen. Welke uitdrukkingen bestaan er in andere talen met Nederlands, Hollands, Vlaams en Dutch? Welke overdrachtelijke betekenissen hebben die woorden elders (vooral in de Engelstalige wereld) gekregen? Wat is het imago van het Nederlands en Vlaams in het buitenland? Is dat imago in alle buitenlanden identiek?
 

Zuinigheid

De meest kenmerkende eigenschap van Nederlanders blijkt - niet verrassend - hun zuinigheid. Daarna volgen hun directheid, onbeleefdheid en arrogantie. Niet zo positief dus als imago, al wordt 'hard werken' ook genoemd. Het imago van Belgen blijkt minder slecht dan dat van Nederlanders. Grapjes over Nederlanders en Belgen (vergelijkingen) zeggen genoeg. Zo hoorde iemand in Oostenrijk zeggen: "Met een Belg niets aan de hand, met een Hollander niets in de hand." En in Zweden hoorde een emigrant het raadsel: "Wat is het verschil tussen Nederlanders en Belgen?" Het antwoord: "Zet twee Belgen bij elkaar en je hebt een feestje, zet twee Nederlanders bij elkaar en je hebt een werkgroep."
 

Vergelijking

Interessant is vervolgens de vergelijking: hoe kijken wij Nederlandstaligen naar andere talen en anderstaligen en hoe kijken zij naar ons en onze taal? Verschilt het beeld dat Nederlandstaligen hebben van vreemde talen en culturen met dat van die anderstaligen over Nederland en Nederlands, voor zover dat tenminste blijkt uit uitdrukkingen? Het antwoord lijkt te zijn dat er allerlei opvallende overeenkomsten zijn. Waar wij een specifieke eigenschap of karaktertrek typisch associëren met een bepaald volk, blijken andere volken diezelfde eigenschap juist regelmatig aan óns toe te dichten.

Dat vind ik een heel grappige, maar ook heel mooie conclusie.
 

Marianne van Scherpenzeel
Lid van de redactie van PrincEzine

 

Nicoline van der Sijs, Daar is geen woord Frans bij. Het beeld van vreemde talen in Nederlandse uitdrukkingen (2023). Uitgeverij Scriptum. Prijs: 17,95 euro.

 

Foto's: Martijn Gijsbertsen Fotografie

 

Terug naar de PrincEzine (op de website)? Klik hier.