Hergé, de geestelijke vader van Kuifje, op bezoek in Dordrecht

Het is eigenlijk onvoorstelbaar dat er iemand is die nog nooit van Kuifje heeft gehoord. Maar niet iedereen zal de tekenaar en bedenker van Kuifje en zijn avonturen kennen, de Franstalige Belg Hergé, geboren op 22 mei 1907 in Brussel. Romanist en historicus Wout Koster gaf vorige maand een lezing bij de afdeling Dordrecht over de man die Kuifje tot leven bracht en die Kuifje tegelijk met hem liet 'sterven'.

 

 

Hergé was niet zijn eigenlijke naam, maar zijn 'nom de plume', zoals de Fransen zeggen. De tekenaar van Kuifje heette Georges Remi, afgekort als G.R. (spreek uit: jee.er). Hij draaide de initialen R.G (er.jee) om en schreef dat als Hergé. Hij zou een van de bekendste Belgen worden, hoewel veel Fransen hem als een Fransman zagen. President Charles De Gaulle beschouwde Hergé als zijn grootste concurrent als het om bekendheid ging. Over Hergé zijn boekenkasten vol geschreven en er is meer dan één proefschrift aan hem gewijd. Over de hele wereld zijn in totaal meer dan 230 miljoen albums van de avonturen van Kuifje (of Tintin, zoals de Franstaligen hem noemen) verkocht. Ze verschenen in 110 talen. Een aantal metgezellen van Kuifje is net zo beroemd geworden als hijzelf. Zo kennen we allemaal zijn trouwe hondje Bobbie, kapitein Haddock, die allerlei krachttermen gebruikte, vooral als hij te veel gedronken had, en natuurlijk het befaamde duo Jansen en Janssen, de tweelingdetectives. Voor hen had overigens de vader van Hergé, die zelf de helft van een eeneiige tweeling was, model gestaan.

Padvinderij

De jonge Hergé vond het leven maar saai. Hij werd lid van de padvinderij. Dat was een goede afleiding voor dat saaie leven. Met zijn club ging hij kamperen in de Belgische Ardennen waar hij met zijn vrienden trouw, inventiviteit, hulpvaardigheid, maar vooral avontuur beleefde. Ook op school verveelde hij zich. Zijn belangrijkste afleiding was tekenen. Urenlang zat hij aan de keukentafel te tekenen, maar hij wist eigenlijk niet wat hij met zijn leven aan moest.
Na zijn militaire dienst kwam hij te werken op de abonnementenadministratie van Le Vingtième Siècle, een rechtse Brusselse krant die werd geleid door abbé Norbert Wallez, een katholieke priester die met zijn politieke ideeën heel dicht in de buurt van het fascisme kwam. Aan hem had Hergé naar eigen zeggen alles te danken. Niet alleen koppelde Wallez Hergé aan zijn secretaresse Germaine Kieckens, met wie hij vervolgens in 1932 trouwde. Hij haalde Hergé ook weg van de abonnementenadministratie. Wallez had namelijk ontdekt dat hij aardig wat tekentalent had. Hergé ging met succes reclame-affiches voor de krant maken. Wallez bedacht de 'Petit Vingtième', een speciale pagina voor de kinderen, en vroeg Hergé om ook daarvoor te tekenen. Die verzon 'De avonturen van Totor, hopman van de meikevers'. Als je die eerste prenten ziet, is het duidelijk dat we hier te doen hebben met de voorloper van Tintin/Kuifje. De Belgische kinderen waren meteen enthousiast en dat gold ook voor pater Wallez, die van de jeugdpagina van zijn krant een kinderbijlage maakte, waarover Hergé de leiding kreeg.

 

 

Kleine reporter

Op die plek maakte Totor in 1929 plaats voor Tintin, de kleine reporter die samen met zijn trouwe hondje Bobbie zijn eerste avontuur beleefde in het land van de Sovjets. Het werd zo’n groot succes dat Wallez besloot om Tintin au pays des Soviets in boekvorm uit te geven. Dat werd het eerste Kuifje-album. Op dit moment brengt het als collector’s item kapitalen op. Wallez had voor een publiciteitsstunt gezorgd. Op station Brussel-Noord kwam een jongeman, gekleed in Russische kleren, samen met zijn hondje Bobbie met de trein aan, zogenaamd uit Moskou. Duizenden kinderen ontvingen hun held. Een jaar later stonden, naar aanleiding van de publicatie van Kuifje in Afrika, duizenden Belgische kinderen op hetzelfde station te wachten om Bobbie en Kuifje (met tropenhelm) te verwelkomen, die zogenaamd net uit Congo terugkwamen.

 

(Wikipedia - Published in Tintin and the World of Herge, Benoit Peeters, 1988)

 

Le Soir

Vlak voor de Tweede Oorlog ging Hergé tekenen voor de Franstalige krant Le Soir, die ook een kinderbijlage had. Maar in de oorlog werd dat een foute krant. Hergé zag daar totaal niets verkeerds in en maakte gewoon tekeningen, zoals hij altijd had gedaan. Ook antisemitische. Daar zag hij geen kwaad in. Iedereen maakte grappen over joden, zo beweerde Hergé. Maar na de oorlog dacht de Belgische overheid daar anders over. Hergé ging zelfs nog een tijdje de gevangenis in. Dankzij een vriend uit het Belgisch verzet kwam hij op vrije voeten en kreeg hij uiteindelijk een bewijs van goed gedrag. Maar hij heeft de Belgische regering en veel Belgen hun houding nooit vergeven en noemde België 'ce triste pays'. Hij zag eigenlijk niet in dat hij zelf toch wel heel onnozel was geweest. Na de oorlog heeft Hergé nog talloze avonturen verzonnen, die in allerlei verschillende landen in de wereld speelden. Kuifje is overal geweest: van Tibet naar Egypte, van Amerika naar de Balkan, van Mexico tot Schotland, ja Kuifje en Bobbie zijn zelfs op de maan geweest.

Klare lijn

De stijl van Hergé wordt gekenmerkt door de zogenaamde 'klare lijn' (la ligne claire). Het zijn strakke lijnen waarbij de tekenaar geen gebruik maakt van schaduwen. Bovendien stond Hergé erom bekend dat hij zich voor zijn onderwerpen zeer goed documenteerde. Als hij een Amerikaanse trein uit de jaren 1930 tekende dan zocht hij allerlei afbeeldingen en foto’s op om de perfecte trein te krijgen. Moest hij weten hoe het uniform van een Japanse officier eruitzag dan onderzocht hij dat tot in de kleinste details in verschillende boeken. Alles moest natuurgetrouw zijn.
Een ander kenmerk van Hergé’s albums is zijn humor. Op iedere pagina staat minimaal één grap, waarvoor met name kapitein Haddock en de gebroeders Jansen en Janssen zorgen. Overigens verzon Hergé zijn verhalen niet helemaal in zijn eentje. Hij vormde met zijn landgenoten Edgar Jacobs, Bob de Moor en Jacques van Melkebeke een hecht team dat de onderwerpen en de 'plots' voor de avonturen van zijn kleine reporter verzon. Bovendien had Hergé in zijn studio een hele staf medewerkers, die zijn tekeningen afmaakten en inkleurden. Een van die medewerkers was Fanny Flamynck, die 27 jaar met hem scheelde en op wie hij verliefd werd. Hergé trouwde met haar en brak met Germaine Kieckens, die hem dat eigenlijk nooit vergeven heeft.

Somber

Door zijn ervaringen uit de Tweede Wereldoorlog was Hergé een sombere man geworden. Begin 1983 kreeg hij leukemie. Hij werd zieker en zieker en zag steeds meer op tegen zijn behandelingen. Hij stierf op 3 maart 1983 en werd door honderdduizenden Kuifje-fans in de hele wereld betreurd. Veel tekenaars herdachten zijn dood met een cartoon. Beroemd is de tekening in het Franse blad Libération, waarop Bobbie staat te huilen om de dood van zijn baasje. Het was een symbolisch 'einde' van Kuifje: Hergé had bepaald dat zijn personage niet mocht voortleven via andermans pen.

Wout Koster