Een reis door de geschiedenis van het prinsbisdom Luik

De afdeling Haspengouw ging vorige maand via Zoom op een reis door de tijd en door het prinsbisdom Luik. Het verhaal begon bij de Romeinen en volgde de evolutie van het christendom gedurende de middeleeuwen tot het heden. Het werd een uitdagende 'hink-stap-sprong-oefening' van de ene lappendeken naar de andere, vol machtswisselingen, hebzucht en veroveringsdrang van bisschoppen en andere machthebbers.

Het bisdom Tongeren-Maastricht-Luik ontstond al bij het begin van het christendom in deze streek, stelde spreker Jean-Pierre Dechesne, in het dagelijks leven onder andere stadsgids in zowel Sint-Truiden als Luik. De kerk maakte gebruik van de administratieve indeling van de Romeinen. Zo werd Civitas Tungrorum de zetel van het bisdom Tongeren. Begin vierde eeuw zou Sint-Maternus er de eerste bisschop zijn. De transfer van het bisdom naar Luik gebeurde omstreeks 800, op initiatief van Karel de Grote.

 

Jean-Pierre Dechesne

 

Eerste bisschop van Luik

Pas ongeveer honderdvijftig jaar later, onder bisschop Richer, wordt voor de eerste keer een bisschop van Luik vermeld. Hugo van Pierrepont (1200-1229) was de eerste bisschop van Luik die de titel van 'keizerlijke prins' ontving. Feitelijk was hij de eerste prinsbisschop. De bisschoppen werden benoemd door de keizer, Karel de Grote en zijn opvolgers. Het waren edellieden die trouw waren aan de kroon en die werden gevormd in keizerlijke scholen. Voor gewone burgers was dit onbereikbaar.

Meerdere bisdommen

Het was in de middeleeuwen gebruikelijk dat een bisschop meerdere bisdommen beheerde, omdat dit meer macht en meer inkomen betekende. Het Land van Luik grensde in de 16e eeuw aan protestantse buren: de Lage Landen en Duitsland. Men had een sterke prins nodig om de reformatie tegen te houden. Hoewel het Concilie van Trente (1545-1563) besloot nog maar één bisdom per bisschop toe te staan, genoten sommige Luikse bisschoppen van meerdere bisdommen.

 

 

Wereldlijke eigendommen

De wereldlijke eigendommen van de Luikse bisschoppen namen toe in de loop der eeuwen. Door verkoop, verovering, uitruil, erfenis, huwelijk en strijd tussen edellieden ontstond in Vlaanderen door de eeuwen heen een lappendeken aan bisschoppelijke gebieden en gebiedjes. De bevolking valt dan weer onder het ene en dan weer onder het andere bisschoppelijk gezag. In het taalgebruik is de titel 'prinsbisschop' verankerd geraakt als benaming voor de patriarch in Luik. Historisch gezien zou de benaming 'bisschopprins' evenwel correcter zijn, aangezien zijn kerkelijke macht steeds primeerde op zijn wereldlijke invloed.

Franse Revolutie

Eind 18e eeuw maakte de Franse revolutie een eind aan het bewind in Luik, net als aan privileges voor de adel en de kerk. Het prinsdom Luik hield op te bestaan. In 1801 tekende Napoleon een concordaat met de Paus. Het bisdom Luik herleefde daardoor, maar zonder prins. Door het onafhankelijk worden van de Belgische staat in 1839 verloor het bisdom Luik parochies aan het Nederlandse Limburg, waaronder het seminarie van Rolduc, dat voor een deel verhuisde naar het kleinseminarie van Sint-Truiden.

Bisdom Limburg

In 1967 werd het bisdom Luik opnieuw herschikt bij het stichten van het bisdom Limburg. Het verloor daarbij al zijn Limburgse parochies. Vandaag is het bisdom Luik nog steeds tweetalig Frans-Duits omdat de Deutschsprachige Gemeinschaft onder haar gezag valt.

De geschiedenis van het prinsbisdom Luik, omgeven met enige mystiek, blijft ook vandaag nog, en zeker in onze contreien, de geesten beroeren. Dankzij deze lezing werden alvast enkele sluiertjes opgelicht.

 

Foto boven het artikel: Het prinsbisdom Luik rond 1350 (Wikipedia / Sir Iain)