Gedicht van de maand: eigen werk van onze Princevrienden

De redactie mocht tijdens de Poëzieweek heel wat eigen werk van onze leden ontvangen. En ja, het waren veelal bij de redactie bekende namen: Princevrienden die al eerder met eigen gedichten in de rubriek Gedicht van de maand hadden gestaan, of - niet toevallig - secretarissen NT&C en gewestcoördinatoren NT&C…

Wat zijn onze 'eigen' dichters toch bescheiden mensen! Want wat schreven zij als begeleidende mail? Een voorbeeld. "Even polsen… ik zag de oproep in PrincEzine. Zou bijgaand stukje goed genoeg zijn om in te zenden?" Bepaald geen zelfverzekerde, alom gevierde dichters, die Princevrienden-dichters van ons…

We kunnen met het ingestuurde materiaal even vooruit. Maar… met wie te beginnen? De redactie heeft gekozen, niet volgens datum van inzending in de Poëzieweek 2022, maar op grond van de datum van de vorige bijdrage van de dichters in deze rubriek. Hoe langer geleden, des te eerder komen ze nu aan de beurt. Zo bijt Pomerio (Dirk van Bogaert van de afdeling Antwerpen-'t Wit Lavendel) het spits af.

En al heeft PrincEzine dat niet willen opleggen, het is leuk dat menig dichter zich aan het thema van de Poëzieweek ('Natuur') heeft gehouden. Zo ook Dirk, al schreef hij het gedicht al in 2015. En toch is de inhoud zo actueel!

We laten Dirk hierna zelf aan het woord voor de toelichting.
 

Bij deze een voorzichtige reactie op de oproep om iets in te zenden. Bijgaand stukje Natuur-lijk schreef ik reeds enkele jaren geleden, toen er nog weinig sprake was over wat er vandaag allemaal speelt… alsof ik het voelde aankomen.
 

Natuur-lijk?

Zijn wij vervreemd
Van onze natuur
Als het Zuiden het Noorden kwijt is
En het oosten buiten westen?

Als wij door de bomen
het bos niet meer zien
en er alleen nog bloemen staan
op de jurken van jonge meisjes?

En de enige wolkjes
in de koffie drijven?

Als het de huiken voor de wind gaat
En sterren alleen nog op TV te zien zijn?

Als het overal verwijten regent
En storm enkel in een glas water?

Wij vallen uit de lucht
Als moegevlogen merels.

Pomerio

 

Dit gedicht was geschreven in de periode dat mijn eerste kleinzoon werd geboren, of dat hij in aantocht was. Natuur en cultuur zijn vaak nauw verbonden, hoewel men er vaak tegengestelden van maakt. Ik wilde hiermee, voor zover ik me herinner, die twee wat verzoenen en tegelijk bezorgdheid uiten.

Sprekende over deze kleinzoon voeg ik dan een tweede gedichtje toe, 17 maart 1983, dat ik schreef toen zijn moeder, mijn dochter dus, in aantocht was, drie maanden voor haar geboorte.

Ook daar, aan de vooravond van de lente, speelt de natuur een zachte rol…

 

17 maart 1983

De lente naakt
en trekt het zonlicht aan.
In het rustend water
zweef jij, onbewust nog
van wereld
wens en waan

Je zal een glimlach zijn
bij mijn verstrooid ontwaken,
een avondlijke kus

Want ik heb op jou gewacht

Je zal een sprank’lend wezen zijn
groeiend in mijn dagen.
En ik lees in jouw ogen meer
dan ik je ooit zal vragen.

Zoals jouw zachte ogen lachten
lachten geen

Het was het waard
Op jou te wachten.

 

Dirk van Bogaert, alias Pomerio
NT&C-coördinator afdeling Antwerpen-'t Wit Lavendel
Gewestcoördinator NT&C gewest Schelde-Mark

 

 

 

 

 

 

 

Voor het maartgedicht is genomineerd: Hans van de Sande, secretaris NT&C van de afdeling Groningen en gewestcoördinator NT&C Noord-Nederland.