Wat maakt de Vlaming een Vlaming?
In de vorige PrincEzine berichtten we dat het gewest West-Vlaanderen een boekje had samengesteld, Spiegeltje aan de wand… - Voor, achter en in de spiegel kijken met de West-Vlaamse afdelingen van de Orde van den Prince. Het boekje was oorspronkelijk bedoeld om de 'nieuwe Vlamingen' beter bekend te maken met Vlaanderen, maar werd uiteindelijk een serie bespiegelingen over het Vlaming-zijn. Het artikel in juni ging vooral over de totstandkoming van het boekje. In deze PrincEzine willen we focussen op de inhoud. Van frietkot naar poepen, van pistoleetjes naar wielerterroristen en van nieuwjaarsbrieven tot strandbloemen.
Het 'motto' van het boek, nog afgedrukt voor het 'proloogje', is alvast intrigerend:
Spiegeltje aan de wand
ik zie
jij ziet
zij zien
wij zien
niet
wat zij zien
de invalshoek
de focus
het beeld
wat
zien wij
niet
'Welke eigenheden of typische gewoonten stelt de Vlaming zelf vast in het leven en gedrag van zijn soortgenoten?' Deze vraag stelden de organisatoren aan de Ordeleden die een bijdrage voor het boekje opstelden. Een van de vele antwoorden op die vraag:
Een Vlaming is ondernemend, maar niet avontuurlijk. Hij is nuchter, ijverig en nauwgezet. In een ruimere sociale context kan hij voorkomen als wat terughoudend of wantrouwig. Bij onderhandelingen is het soms goed de kat eerst uit de boom te kijken. Zijn soortgenoten beschouwt hij wel als 'goed volk'!
Maar ook:
Vlamingen rijden er graag een hoekje af. Ze proberen de regels te omzeilen en doen alsof het een sport is. Het plezier om het toch maar te omzeilen, is groot. Is een nieuwe wet gestemd? Lang duurt het niet of er zijn achterpoortjes gevonden als ontsnappingsroute.
Natuurlijk was er aandacht voor de spreekwoordelijke baksteen in de maag van de Vlaming.
De Vlaming wordt geboren met een baksteen in de maag. Dat is een gezegde maar tegelijk ook een waarheid als een koe. Het is verbazingwekkend hoe emotioneel we worden als het over onze woning gaat. Het juiste huis op de juiste plek is een onontbeerlijk puzzelstukje om onze identiteit mee op te bouwen.
En wat relativering.
Vlaanderen telt ongeveer evenveel varkens als mensen. In West-Vlaanderen zijn er driemaal zoveel varkens als mensen. Zes miljoen varkens in Vlaanderen, drie miljoen varkens in West-Vlaanderen.
En als we het toch over dieren hebben, laten we dan ook even de taalgrens over gaan.
Vlamingen maken slapende honden wakker, Franstaligen gebruiken daarvoor katten. Wij hebben soms een kikker in de keel, bij de Zuiderburen zit daar een kat.
Over de relatie tussen Vlamingen en het Frans gesproken…
De invloed van de Franse keuken is daarin onmiskenbaar en de culinaire wereld is zowat de enige waar zelfs de meest fanatieke Vlaming zonder problemen een woordje Frans zal praten. De wijn is 'délicieus', het vlees 'saignant' of 'à point', een kruidentuiltje is een 'bouquet garni', rauwe groenten zijn een 'crudité', de wijnschenker is een 'maître sommelier' en de baas is een 'chef'. Zo kunnen we nog een tijdje doorgaan. Alleen de spaghetti kan 'al dente' zijn, en dat is dan Italiaans…
Met als klap op de vuurpijl nog een waarheid als een koe.
Iedere gemeente heeft zijn eigen verenigingen, met eigen bestuurders. Er zijn ook veel politici.
Het verschil met de noorderburen is ook duidelijk.
Waar je in het buitenland Nederlanders van honderd meter ver kan herkennen, lijkt de Vlaming overal in te blenden. Wanneer ik als 18-jarige met mijn Nederlandse vrienden discussieerde, dacht iedereen dat we ruzie hadden. (aldus een in West-Vlaanderen ingeburgerde Nederlandse)
Diezelfde ingeburgerde Nederlandse:
Vlamingen zijn ware Bourgondiërs. Ik herinner mij nog mijn stomverbaasde moeder die op een zondag om 12 uur werd uitgenodigd bij mijn schoonzus. Ze verwachtte koffie, maar werd verwelkomd met een aperitief, gevolgd door een Bourgondisch middagmaal.
Zondag om 12 uur een Bourgondisch middagmaal, ok. Maar niet elke zondag. Alle andere zondagen wordt er naar de warme bakker gegaan.
Welke Vlaming (meestal een man) gaat niet op zondag in de rij staan om zijn 'pistoleetjes' op te halen voor zijn gezin? [Pistoleetjes zijn harde broodjes, maar staan hier als pars pro toto voor een waaier aan harde en zachte broodjes ('sandwichen'), plus een grote variëteit aan 'koffiekoeken' met vruchten, room en wat al niet. En croissants natuurlijk. En 'boterkoeken'.]
Typisch Vlaams, die pistoleetjes op zondagochtend, zeker. Maar sommige dingen zijn nóg typischer Vlaams op culinair gebied.
Als er iets is dat 'typisch Vlaams' is, dan zeker het frietkot. Je vindt ze langs de hoofdwegen en op de markten. Je ziet ze in alle vormen, van de houten barak over de aangepaste caravan tot de meer of minder mobiele kramen op kermissen en dorpspleinen. Het frietkot, trots van elke Vlaming. Vraag aan honderd Vlamingen wat ze na een lange reis in het buitenland het eerst zullen doen bij terugkomst dan zullen er meer dan negentig ongetwijfeld antwoorden dat ze een frietje zullen prikken in hun favoriete frietkot.
Uniek in Vlaanderen zijn ook de 'nieuwjaarsbrieven'.
Nergens anders bestaat bij mijn weten de traditie van de nieuwjaarsbrief die kinderen op nieuwjaarsdag voorlezen aan hun peter, meter of (groot)ouders. In ruil daarvoor ontvangen ze een centje voor hun spaarpot. Die nieuwjaarsbrieven worden meestal op de lagere school klassikaal opgesteld, vlak voor de kerstvakantie. Vaak zijn ze stereotiep en getuigen ze van weinig originaliteit. 'Lieve peter, Zo fier als een gieter, en trots als een pauw, kom ik met nieuwjaar, weer eens naar jou.' Maar het is tenslotte de intentie die telt. [Peter is peetoom, meter is peettante. Gevraagd worden om peter of meter te worden van een neefje of nichtje is een eer.]
En natuurlijk zijn er woorden die in Nederland en Vlaanderen echt een totaal andere betekenis hebben. 'Poepen' doe je in Nederland op de wc en in Vlaanderen in bed, een 'schoon' meiske is in Nederland goed gewassen en in Vlaanderen erg knap en een 'tas' koffie is in Vlaanderen gewoon een kopje koffie en in Nederland iemand die koffie aan het hamsteren is.
Woorden zijn woorden. Maar de getallen? Een Russische legt de vinger op de zere wond.
Jullie getallen zijn niet logisch. Hoe ze gelezen worden, is volledig tegengesteld aan hoe ze geschreven zijn.
Terug naar de zondagochtend. Wielerterroristen worden in Vlaanderen de vele wielrenners op zondagochtend, vaak in groepsverband, ook wel genoemd. Anderen blijven beleefder, maar even geïrriteerd.
Als je écht niet hoeft, kruip dan nooit op zondagochtend in je wagen. Je kunt er alleen maar ergernis en frustratie mee kweken. Want dan is de openbare weg het domein van het alleenheersende volk der wielertoeristen.
Er zijn ook dingen die in Nederland totaal onbekend zijn, terwijl in Vlaanderen iedereen ze kent. Neem nu de 'verkoop' van 'strandbloemen' aan de kust.
Strandbloemen als kusterfgoed: deze traditie van kinderen die van crêpepapier strandbloemen maken en verkopen voor schelpen is gangbaar langs de hele Vlaamse kust. Onlangs is deze traditie erkend als Immaterieel Cultureel Erfgoed.
En ja, dan moet je natuurlijk ook aan de kust zien te komen.
Files naar de kust: welke motivatie zit er achter de rare gewoonte om elk weekend met mooi weer uren in de file te staan om dan aan het strand wat krappe centimeters te bezetten?
Een anderstalige nieuwkomer viel qua vrijetijdsbesteding dan weer heel andere dingen op:
Er zijn hier bijna geen oude mensen in de parken te zien. In ons land komen mensen samen in de parken om te praten, domino te spelen of gewoon van de zon te genieten. Hier doet iedereen dit in z’n eigen huis.
En hoe gedraag je je als je als nieuwkomer, in dit geval uit Senegal, een Vlaming tegenkomt op straat die je kent…?
Het is niet zo gemakkelijk om je hier te integreren. Als Afrikaan ben je gewoon om altijd goeiedag te zeggen. Hier krijg je met moeite een goeie-dag terug, eerder een blik van 'Wat wil die van mij?' Als de Vlaming dan wel goeiedag zegt, dan neemt hij daar weinig tijd voor. Een kort 'Hallo, hoe is 't?' En wachten op een antwoord, daar is geen tijd voor. Je moet als nieuwkomer dus leren dat je daar niets achter moet zoeken.
En als je die Vlamingen als nieuwkomer, in dit geval uit Indonesië, wat beter kent, hoe moet je hen dan begroeten?
Ik vind het zo vreemd dat Vlamingen meteen beginnen kussen wanneer ze elkaar ontmoeten. In mijn land houden we het kussen voor andere momenten (lacht). Nog vreemder vind ik dat ze elkaar twee of drie kussen geven. Waarom? Is één kus dan niet genoeg?
Een Vlaamse expat in Canada viel dan weer iets heel anders op.
Het fenomeen van de kotstudenten die wekelijks met hun valiesje naar huis dokkeren met de trein is iets heel bijzonder. In bijna geen enkel ander land gaan studenten wekelijks naar huis. Dat wijst op een familiale verbondenheid die in Vlaanderen sterk aanwezig is. Vele studenten krijgen nog potjes met diepvriesmaaltijden mee.
Sommige Vlaamse gewoonten worden dan weer als ontroerend ervaren. Een Syrische nieuwkomer:
Van mijn leerkracht kreeg ik een kaartje om me veel moed te wensen. Ik was ontroerd. Het kaartje vond ik prachtig maar ook vreemd. Mijn leerkracht vertelde me dat er hier ook kaartjes worden gestuurd bij een geboorte of bij een verjaardag. Of gewoon zo maar.
En dan is er nog het afscheid van het leven. Niks geen klef plakje cake in een zijzaaltje van het crematorium, terwijl de rouwenden om de volgende dierbare overledene al bijna aan de deur van het zaaltje aan het morrelen zijn (zoals in Nederland). Een 'koffietafel' met broodjes en 'koffiekoeken' is het wel het minste. Het kan natuurlijk ook nog heel gezellig worden bij een serieuze maaltijd 's middags.
Maar zij die bij het bekijken van de doodsbrief onderaan een stickertje hadden gevonden met de tekst 'gelieve de familie te volgen' werden getuige van een uniek schouwspel. We moeten wél vermelden dat tot enkele jaren geleden elke begrafenis werd gevolgd door een copieuze maaltijd, nogal dikwijls stereotiep qua menu: varkensvlees, aardappelkroketjes met worteltjes en erwtjes. Beetje bij beetje ontdooide de rouwsfeer en konden familieleden die elkaar dikwijls sinds de vorige familiegebeurtenis, een huwelijksfeest of een begrafenis, niet meer gezien hadden vroegere herinneringen ophalen, al dan niet met de aflijvige in de hoofdrol. Hoe dan ook, op zo’n dag zijn de tranen nooit ver weg, maar een lach kan er altijd nog bij.
Tot zover een twintigtal citaten uit het boekje Spiegeltje aan de wand… - Voor, achter en in de spiegel kijken met de West-Vlaamse afdelingen van de Orde van den Prince. Het hele boekje is hieronder te downloaden.