Dag van den Prince 2022: Plantin, Google, geschiedenis, musea en muziek

De Frans-Vlaamse meesterdrukker Christophe Plantin slaagde er in de 17e eeuw in om de kennis van vele toenmalige topwetenschappers verder te verspreiden. Wat zou hij hebben gevonden van Google, dat naar eigen zeggen alle informatie ooit in alle talen aan iedereen ter wereld beschikbaar wil stellen? Kan de huidige topman van Google België die claim waarmaken en wat vindt hij van het werk van Plantin? Dit waren de vragen die centraal stonden op de Dag van den Prince eind vorige maand. "Vroeger kostte een encyclopedie 1.600 euro."

 

 

De Dag van den Prince 2022 werd geopend door gewestpresident Schelde-Mark Hubert Sturtewagen, maar niet voordat congresdirecteur Annelies Mermans de 300 aanwezigen de nodige practica had meegegeven. Hubert memoreerde de laatste keer dat een Algemene Ledendag (zoals de Dagen van den Prince lang genoemd werden) in Antwerpen werd georganiseerd. Maar hij ging ook verder terug dan 2004. Met name naar de 16e eeuw, toen Antwerpen een rijke stad was, een hoorn des overvloeds, iets waaraan migranten toentertijd overigens sterk hebben bijgedragen. De drukker Christophe Plantin heeft in Antwerpen ook mindere tijden meegemaakt, zoals de Spaanse Furie (1576) en de Val van Antwerpen (1584), waarna de Schelde 'gescheiden' werd en vele protestanten naar het noorden vluchtten.
 

Jurk

President Godelieve Laureys begon haar openingswoord over de complimenten die ze tijdens de koffie had gekregen over haar jurk. "Die had ik gekocht om te dragen bij mijn herverkiezing, maar dat werd een digitale bijeenkomst. Ik dacht toen: ik ga hem dragen op de Dag van den Prince in Antwerpen. De jurk is dus gloednieuw, maar wel al twee jaar oud." Corona kon in haar speech niet onvermeld blijven. "We zijn als Orde van den Prince midscheeps geraakt: onze essentie is samenkomen en discussiëren. Maar na een zekere aarzeling zijn de afdelingen steeds creatiever geworden met bijeenkomsten in kleine groepjes, vergaderingen buiten en digitale samenkomsten. De warmte in de groep was al snel weer zichtbaar."

 

 

Goede dingen

Corona heeft volgens president Godelieve Laureys ook goede dingen opgeleverd. "Dankzij de pandemie hebben wij onze maandelijkse elektronische nieuwsbrief PrincEzine geïntensiveerd. Steeds meer afdelingen sturen stukjes in en de redactie vindt steeds meer goede verslagen op de afdelingspagina's van de website. En de Prince-Academie is tot stand gekomen: halfjaarlijkse digitale lezingencycli met topsprekers, waaraan niet alleen de leden, maar ook neerlandici extra muros kunnen deelnemen."

Duurzame vernieuwing, zo benadrukte Godelieve Laureys aan het eind van haar betoog, komt van onderop, uit de afdelingen, en niet vanuit het Dagelijks Bestuur. "De breuklijnen in onze maatschappij zijn niet meer die uit de tijd van oprichter Guido Van Gheluwe. De Orde moet haar ethische voortrekkersrol blijven waarmaken."
 

Uitgever

'Christophe Plantin (circa 1520-1589), uitgever tussen geloof en kennis, tussen angst en commercie', dat was de titel van de lezing van professor geschiedenis aan de Universiteit Antwerpen Pierre Delsaerdt. We weten veel van deze grootse uitgever, vooral omdat niet minder dan 1.515 uitgaande brieven van hem bewaard zijn gebleven, kopieën van eigen hand. Plantin is geboren in de buurt van Tours, Frankrijk. Op hem en zijn vader na viel het hele gezin ten prooi aan de pest. Na het overlijden van zijn vader ging de 17-jarige Christophe in Caen (Normandië) werken als hulpje van een boekbinder-boekverkoper. Hij trouwde er en het gezin verhuisde in 1547 naar Parijs en kort daarna naar Antwerpen. Het is niet bekend waarom. In 1550 werd hij er ingeschreven als poorter. Hij was er actief als boekbinder van zowel technisch als artistiek zeer hoogstaande, luxueuze boekbanden.

 

 

Woelige tijd

Het Antwerpen van het midden van de 16e eeuw was een woelige stad in een woelige tijd. Christophe Plantin, ook wel Christoffel Plantijn genoemd, raakte in 1554 of 1555 zwaargewond bij een overval op straat. Het gevolg was dat handenarbeid daarna veel moeilijker werd. Hij kon een doorstart maken door uitgaven te verzorgen voor de sekte van een Hollandse koopman. Zelf bleef Plantin naar de buitenwereld toe altijd een katholiek. Voor elke publicatie die Plantin drukte, moest hij overigens een 'privilege' aanvragen, bij de wereldlijke overheid of bij de kerkelijke autoriteiten.
 

Vijf dochters

Het gezin Plantin kreeg vijf dochters en één zoon, die echter als klein kind overleed. Drie van de dochters 'huwden in het boekbedrijf'. Schoonzoon Jan Moerentorf, ook wel Moretus genoemd, was de rechterhand van Plantin en nam de drukkerij over na het overlijden van zijn schoonvader. Twee andere schoonzonen leidden het filiaal in Parijs en het dochterbedrijf in Leiden, dat veel werk deed voor de toen pas opgerichte universiteit. Uitgeverij Moretus is blijven bestaan tot 1876, toen het huis met de inboedel aan de stad Antwerpen werd verkocht.

 

Christophe Plantin met zijn drukkersmerk 'De Gulden Passer' en de bijhorende spreuk ‘Labore et constantia’, oftewel: Door arbeid en standvastheid. De passer was een symbool: één been in beweging, het andere onbeweeglijk.

 

Kwaliteit

De kwaliteit van de boeken die Plantin drukte, was uitzonderlijk, zowel inhoudelijk als technisch. Plantin gaf werk uit van plantkundige Matthias Lobelius, cartograaf Abraham Ortelius, geneeskundige Juan de Valverde (anatomie) en humanist, filoloog en historicus Justus Lipsius. Hij gebruikte veel meer illustraties dan in die tijd gebruikelijk was en ook liever dure kopergravures dan houtsneden.

 

 

Polyglotbijbel

Professor Delsaerdt haalde twee voorbeelden aan van boeken die met enorme creativiteit zijn vormgegeven. Het eerste was de Polyglotbijbel uit 1573. Het bestond uit acht delen en bevatte zes versies van de bijbeltekst, in het Hebreeuws, oud-Syrisch ('Chaldeeuws'), Aramees, Grieks en twee in het Latijn. Plus reusachtig veel commentaren. De teksten, gezet in vier verschillende alfabetten, waren parallel opgemaakt, zodat rechtstreekse vergelijking mogelijk was. Het tweede boek waarop professor Delsaerdt nader inging, was het eerste Verklarende Woordenboek van het Nederlands. Het is gemaakt door Cornelis Kiliaan, die als zetter en corrector werkte bij Plantin. Door een uitgekiende vormgeving ontstond niet alleen een heldere schikking van de toelichting bij elk lemma, maar ook een groot gebruiksgemak bij het opzoeken van woorden.

 

 

Google

Van de 16e eeuw naar de 21e. De volgende spreker was Thierry Geerts, topman van Google België en auteur van het boek Homo digitalis - hoe digitalisering ons meer mens maakt. We zijn volgens hem geen inwoners van Nederland of Vlaanderen meer, maar met 4,5 miljard andere wereldbewoners homo digitalis. In die digitale wereld vindt iedereen het Amerikaanse bedrijf Google, dat zijn informatie overal vandaan haalt, de Zweedse muziekdienst Spotify en de Duitse webshop Zalando, dat zich vooral richt op schoenen en mode. Om maar enkele voorbeelden te noemen.
 

Smartphone

Niet minder dan 95% van alle Belgen heeft een smartphone en die wordt gemiddeld 300 keer per dag gebruikt, zo wist Google topman Thierry Geerts zijn publiek te vertellen. "Vroeger had je een vaste telefoon om te bellen, een wekker om wakker te worden, een televisie om een film te kijken en een videorecorder om een programma op te nemen. Nu zit dat allemaal in je smartphone. Met toegang tot de beste encyclopedie die er ooit gemaakt is. Vroeger kostte een encyclopedie 1.600 euro. Wie niet rijk was, moest ervoor naar de bibliotheek. Die encyclopedieën moesten ook gedrukt en vervoerd worden. Die vervuiling is weggevallen."
 

Artificiële intelligentie

De digitalisering is nog niet afgerond, voorspelde Thierry Geerts. "Binnenkort kunnen we aan de ijskast vragen wat je die dag kan maken met spullen die morgen over tijd zijn. En dat alles voor de kosten van een speakertje en een chip van één euro. Dat is mogelijk gemaakt door artificiële intelligentie, iets waar u vast vreselijke verhalen over heeft gehoord. De computers gaan alles beslissen en overnemen! Onzin. Artificiële intelligentie wil zeggen dat we de computer leren leren. Google gebruikt het en iedereen gebruikt Google… De computer kan alles maar doet niks zelf, dat moeten mensen doen."

 

 

Chihuahua

Vroeger, blikte Thierry Geerts terug, maakten mensen 36 foto's per jaar. "De helft was mislukt en de rest ging in het album. Nu maken mensen 3.000 foto's per jaar. Hoe vind je dan een foto van een hond terug? Het antwoord: je vraagt het aan de computer: "Toon foto's van hond." Dankzij artificiële intelligentie is de computer in staat te 'zien' op welke foto een chihuahua staat en op welke foto een koekje."
 

Borstkanker

We moeten computers vooral alles laten doen waar mensen niet goed in zijn, meende Thierry Geerts. "Een derde van alle borstkankerdiagnoses is fout. Met artificiële intelligentie kunnen we dat terugbrengen naar 2%. In feite zitten we in de vierde Industriële Revolutie. Een revolutie die gebaseerd is op kennis. Het internet is tegelijkertijd een derde culturele revolutie, na het schrift en de boekdrukkunst. Alle informatie is voor iedereen onmiddellijk beschikbaar. Als mens moeten we ons gaan richten op creativiteit, samenwerking en het begrijpen van de context, dat kan de computer niet."

 

 

Weekendpapa

In zijn eigen leven heeft Google-topman Thierry Geerts ook voordelen van digitalisering ervaren. "Ik bespaar twee uur per dag door digitale vergaderingen. Je kan die tijd gebruiken om meer te gaan werken of meer op sociale media te zitten. Ik steek het in opleidingen voor mezelf en meer tijd met mijn familie, waardoor ik nu geen weekendpapa meer ben. En dankzij digitalisering kan ik ook waardevol contact hebben met mijn kind als dat in Frankrijk of Australië zit."

 

 

Alle informatie

Het is volgens Thierry Geerts de missie van Google om alle informatie van de wereld te indexeren en voor iedereen nuttig en beschikbaar te maken. Alle informatie is daarbij letterlijk álle informatie. "Alle boeken komen in alle talen beschikbaar. We scannen het en we vertalen het. Je kunt straks niet alleen náár boeken zoeken, maar ook ín boeken. Het is overigens nog niet zo eenvoudig om een boek dat door Plantin gedrukt is te scannen en digitaliseren. De computer moet ook die oude lettertypes leren herkennen."
 

Museum Plantin-Moretus

Na de lunch was het tijd voor het middagprogramma. De deelnemers werden verdeeld in groepen die naar vijf verschillende bestemmingen gingen. Uiteraard was er een groep die het Museum Plantin-Moretus bezocht. In dit prachtige, 400 jaar oude stadspand was eeuwenlang de drukkerij en het woonhuis van de familie Moretus gevestigd. Het is een doolhof van kamers, nu eens woonkamer, dan weer bedrijfsruimte. Er waren portretten van de familieleden, een schilderij van de Romeinse filosoof Seneca van de hand van Peter Paul Rubens, kasten vol prachtige oude boeken (die nu allemaal gedigitaliseerd worden), oude landkaarten en bijbels, maar uiteraard ook een veelheid aan antieke drukpersen en letterkasten met alle mogelijke lettertypes.

 

 

Stadswandeling

De meest sportieve groep ging ondanks de regen op pad door de stad Antwerpen. 'Versteende glorie' was het thema. De tocht voerde langs vele Mariabeeldjes aan de gevels, die geplaatst werden tot de stad die ging belasten. Maar daarna konden de inwoners een lantaarn aan een huis bevestigen om onder die belasting uit te komen. Uiteraard voerde de tocht ook langs het standbeeld van Brabo. Volgens de legende overwon hij de reus die de handen afhakte van hen die geen tol wilde betalen en wierp hij de handen in de Schelde. 'Handwerpen' zou vervolgens hebben geleid tot de naam 'Antwerpen'.

 

 

Museum Eugeen Van Mieghem

De schilderijliefhebbers togen naar het museum gewijd aan Eugeen Van Mieghem (1875-1930). Hij was de zoon van een binnenschipper/scheepsbevrachter en een cafébazin en werd 'de kunstenaar van het volk' genoemd. Hij was sociaal en Vlaamsgezind. In zijn schilderijen beeldde hij vooral het typische havenvolk af: de buildragers, zakkenmaaksters, emigranten, schippers, prostituees en zwervers. De Antwerpse burgerij kocht zijn werk niet en hij zocht geen contact met potentiële kopers of kunstcritici. Desondanks brak hij vlak voor de Eerste Wereldoorlog internationaal door.

 

 

Buitenburgemeester

Nicolaas Rockox was begin 17e eeuw 'buitenburgemeester' van Antwerpen en dus de vertegenwoordiger van de stad naar hogere overheden en het hoofd van de militie en de schuttersgilden. Hij had geen kinderen en bepaalde dat na zijn dood de rijke inboedel van zijn huis geveild moest worden om de opbrengst ten goede te laten komen aan de armen van de stad. Zijn wat jongere buurman in de residentiële Keizerstraat in Antwerpen was Frans Snijders, die naam begon te maken als schilder. Inmiddels zijn beide panden samengevoegd tot het museum Snijders&Rockoxhuis. Het bevat een prachtige en zeer gevarieerde kunstcollectie met vooral schilderijen, kunstkabinetten met geheime lades, Chinees kraakporselein en gebruiksvoorwerpen uit de 17e eeuw. De Princeleden kregen een rondleiding van een gids die bijna anderhalf uur lang non-stop uitleg gaf, maar die ook elke vraag wist te beantwoorden.

 

 

't Schoon verdiep

Het Antwerpse stadhuis is in 1564 gebouwd en hoewel het enkele malen (deels) afbrandde, is het anno 2022 nog altijd het bestuurscentrum van de stad. Zeer recentelijk is een zeer grondige verbouwing en renovatie afgerond, zo hoorden de deelnemers aan de excursie naar 't Schoon verdiep, waar zich onder andere de werkplaats van de burgemeester en de trouwzaal bevinden. Nogal donkere zalen, vonden verschillende van de deelnemers. Niet minder dan 33 miljoen euro kostte de verbouwing. Maar het hele pand is onder andere dankzij warmtepompen klimaatneutraal gemaakt. En er staan bijenkasten op het dak.

 

Concert

Na de vijf verschillende excursies kwamen alle deelnemers aan het eind van de middag bij elkaar voor een concert in de Carolus Borromeuskerk. Uiteraard stond muziek uit de 16e en 17e eeuw op het programma. Mario Sarrechia (klavecimbel), Patrick Denecker (blokfluit) en Liesbeth Devos (sopraan) verzorgden in telkens wisselende samenstelling een kort maar krachtig programma, dat zowel ontspannend als opwekkend was. Daarna was het tijd om terug te keren naar Horta Grand Café, waar in de Art nouveau zaal onder de veilige ijzeren spanten afkomstig van het Gentse Volkshuis, het laatste deel van het programma van start kon gaan.

 

Burgemeester

Voor het diner begon werden de deelnemers aan de Dag van den Prince toegesproken door de Antwerpse burgemeester Bart De Wever. Hij had die dag het Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) heropend. Op de plaats waar zich nu het museum bevindt, stond in de 16e eeuw de dwangburcht van Alva. De Spaanse Furie, waarbij muitende Spaanse soldaten duizenden burgers vermoordden, begon er. In 1582 werd er in datzelfde kasteel een bijna gelukte moordaanslag op Willem van Oranje gepleegd.
 

100.000 kanonskogels

In 1832 worden er door Franse troepen 100.000 kanonskogels en granaten afgeschoten op de Nederlandse troepen in de citadel. En in 1944 kwam de eerste V-bom vlak voor de deur van het museum terecht. Burgemeester De Wever: "Dat kostte 32 mensen het leven. De schilderijen waren er toen al terug opgehangen." In een nogal lang en politiek-getint betoog ging Bart De Wever tenslotte in op thema's als identiteit, het begrip natie, postmodernisme en deconstructivisme, solidariteit en racisme, postkoloniaal schuldgevoel en de vraag hoe we moeten terugkijken op ons verleden.

Consul-generaal

De Nederlandse consul-generaal in Antwerpen, Karen van Stegeren, was blij aanwezig te mogen zijn. Ze vergeleek haar werk als diplomaat met de missie van de Orde van den Prince. "Voor vrede en vriendschap heb je verdraagzaamheid en 'elkaar verstaan' nodig. Verdraagzaamheid en vriendschap staan gezien het logo van de Orde van den Prince hoog in het vaandel van dit genootschap. De Orde zet zich in voor maatschappelijk relevante projecten op het gebied van Nederlandse taal en cultuur. De leden willen daar onderling natuurlijk ook veel plezier aan beleven."
 

 

 

 

Parelhoenfilet

Na de zalm, zalmtartaar, wakame salade, parelhoenfilet, kort gebakken groentjes, gratin en chocolademousse was het tijd voor een afronding. Noord&Zuid-hoofdredacteur Willy Martin vergeleek het halfjaarlijkse tijdschrift van de Orde met een ui: beide bestaan uit verschillende lagen (artikelen, in het geval van Noord&Zuid), maar er is geen verborgen kern. Alle lagen samen maken het geheel. Het blad wordt ook buiten de Orde steeds bekender, constateerde hij tevreden.

Slotwoord

De Dag van den Prince werd afgesloten met een geïmproviseerd maar zwierig slotwoord van president Godelieve Laureys. Ze blikte terug op een geslaagde dag en bedankte de organisatoren oprecht en uitvoerig. Ze stelde ook dat het jammer was dat veel leden van de Orde van den Prince nooit naar een gewestdag of een Dag van den Prince komen, of zelfs maar PrincEzine lezen. "Het zijn altijd dezelfde twintig procent van de leden die je tegenkomt. Ik zou graag zien dat die groep groeit tot dertig of veertig procent van de leden." Ze ging ook in op de speech van  burgemeester  De Wever en lichtte er enkele aandachtspunten uit die juist voor de Orde van den Prince heel actueel en toepasselijk zijn. "Neem alles wat we aangereikt hebben gekregen op deze rijk gevulde dag mee naar de afdeling en doe er iets mee", besloot ze. "Nu meer dan ooit kunnen we als Nederlanders en Vlamingen werken aan de positie van onze taal in de huidige multiculturele samenleving en aan de uitstraling van de cultuur van de Lage landen. We hebben veel in ons mars en mogen niet verzinken in gezelligheid."

300 inschrijvingen

Anderhalve maand voordat de Dag van den Prince plaatsvond, was het maximale aantal van 300 inschrijvingen al bereikt, terwijl Ordeleden zich normaal gesproken vaak pas op het allerlaatste moment inschrijven. We weten niet wie de meeste moeite heeft moeten doen om aanwezig te zijn. We weten wel wie er het verste voor heeft gereisd vanuit de Nederlanden (los van de twee deelnemers uit Londen en Parijs): bedankt Silvio Emerencia uit Hondsrug. De oudste deelnemer was 90 jaar, de jongste 28. Voor zover wij konden zien, waren ze allemaal enthousiast over hun deelname. Zoals DB-lid Herman Bosmans aan het einde van de Dag van den Prince tevreden opmerkte: de afwezigen hadden ook deze keer weer ongelijk.

Elwin Lammers
Eindredacteur PrincEzine

 

Foto's: Elwin Lammers, Werner Verelst, Hein van der Hoeven, Serge Huyghe en Wikipedia.

 

Fotoreportage: