Oud-president en voorstander van vrouwelijke leden Willem van de Wardt overleden

Willem van de Wardt was president van de Orde van den Prince in de periode 1996-1999. Hij werd lid van de afdeling Parijs en vervolgens na zijn pensionering en terugkeer naar Nederland van de afdeling Arnhem. Willem werd geboren te Oosterbeek in 1928, doorliep de HBS op het Christelijk Lyceum in Arnhem, studeerde economie aan de Universiteit van Amsterdam en werd daarna eerste luitenant bij de Koninklijke Luchtmacht. Nadat hij zijn dienstplicht had vervuld, maakte hij een schitterende carrière in het bankwezen.

De laatste functie van Willem van de Wardt was lid van de directie van de Banque de Neuflize Schlumberger Mallet in Parijs. Daar kwam hij in contact met de Orde van den Prince. Hij werd lid en bouwde er goede contacten op, onder andere met schrijfster Hella Haasse, voor wie hij grote waardering had.

Na zijn pensionering vestigde Willem zich met zijn gezin in Velp. Al gauw werd hij lid van de afdeling Arnhem. Dat was prettig voor ons, want het werd al snel duidelijk dat we er met hem een actief en bevlogen lid bij hadden gekregen. Willem kon zijn doordachte meningen goed naar voren brengen, hield interessante lezingen en met onze afdeling waren wij vaak te gast bij hem en zijn vrouw Trees aan de Rembrandtlaan. Wanneer onze afdeling buitenlandse studenten Nederlands ontving, mochten die daar ook volop gebruik maken van het zwembad en werden zij met barbecues verwend.

Willem kon smakelijk vertellen over de door hem ervaren verschillen tussen de Latijns-Franse en Calvinistisch-Nederlandse cultuur, zoals bijvoorbeeld het belang van een goede en lange lunch om elkaar beter te leren kennen versus het belang van strikt op tijd te moeten komen, omdat de gesprekspartner een uur later een andere afspraak kan hebben. Voor beide uitgangspunten had hij begrip.

In 1992 werd Willem voorzitter van onze afdeling. De kwaliteit van het programma gaf hij meteen prioriteit "want dan willen ze (nieuwe leden) wel komen". Dat voorzitterschap duurde voor ons helaas maar één jaar. In de Algemene Raad gaf Willem als afdelingsvoorzitter diverse keren op een prettige manier kritisch zijn mening. Hij viel daardoor in positieve zin zó op dat de nieuwe president Annie Fleerackers-Ruys hem in 1993 verzocht als vice-president toe te treden tot het Dagelijks Bestuur. Hij vervulde deze functie dermate goed dat hij drie jaar later werd gekozen tot president.

Willem zag de Orde als een huis waar mensen met verschillende (wel altijd democratische) politieke opvattingen terecht konden. Tolerantie had hij als algemene levenshouding hoog in het vaandel staan. Hij was fel tegen elke vorm van extremisme. Het persoonlijke engagement van de leden van de Orde sprak hem aan, al zag hij ook wel het gevaar dat het alleen bij woorden kon blijven.

Willem streefde naar meer vrouwelijke leden. Hij zag dat niet als positieve discriminatie, maar vond dat een eigentijdse organisatie een afspiegeling moest zijn van de maatschappij. Bovendien moest je een enorm potentieel voor de vereniging niet verloren laten gaan. Hij maakte de organisatie van de Orde professioneler en de financiën transparanter.

Na zijn 'Vlaamse periode' werd Willem als vanouds weer een gewaardeerd en actief lid van de afdeling Arnhem. Enkele jaren geleden nam hij vanwege zijn hoge leeftijd op de kerstbijeenkomst afscheid van ons. "Ik wil mijn leven wat eenvoudiger maken", zo zei hij in zijn afscheidsspeech.

Willem bleef geïnteresseerd in wat er in de wereld gebeurde en bleef ook graag op de hoogte van recente ontwikkelingen in de Orde. Hij had veel vertrouwen in het presidentschap van Godelieve Laureys en haar beleidsplannen.

Na een ongelukkige val in augustus 2020 kon hij helaas niet meer thuis blijven wonen en brak er voor hem en Trees een zware periode aan. Op 3 februari van dit jaar overleed Willem rustig en in aanwezigheid van zijn vrouw en kinderen. Op de rouwkaart stond geheel in de stijl van Willem de volgende uitspraak van de stoïcijnse filosoof Epictetus (55-135): "Geef me de moed om alles te accepteren wat niet in mijn vermogen ligt te veranderen, de energie om alles te veranderen wat wel in mijn vermogen ligt en de wijsheid om het onderscheid te maken tussen die twee."

Wij denken met genoegen terug aan wie hij voor ons is geweest.
 

Namens de afdeling Arnhem,
Jeanette van Nigtevegt-de Graaff