13-jarige Olivia dé winnares van Poëziewedstrijd De Maas

De Poëziewedstrijd De Maas, bedoeld voor Nederlandse en Vlaamse middelbare scholen gelegen in gemeenten grenzend aan de Maas, heeft dit jaar niet minder dan 1500 gedichten opgeleverd. De inzendingen kwamen van acht Vlaamse en vijf Nederlandse scholen. De wedstrijd is een initiatief van een platform van drie culturele organisaties: het Algemeen Nederlands Verbond, de afdelingen Maasland en Maastricht van de Orde van den Prince en de Marnixring Land van Loon-Nieuw Eyck. Er was dit jaar een duidelijke winnares, zo bleek bij de slotmanifestatie in het Cultureel Centrum Lanaken medio mei…

 

 

Per leeftijdsgroep werden door een jury tien gedichten genomineerd. Deze zijn opgenomen in de bundel De Maas is niet zomaar een blauwe lijn, verzorgd door uitgeverij Clavis. Per categorie werden drie laureaten toegekend. In de categorie 13 jaar ging Olivia Louw uit Heel, leerling van SG St. Ursula uit Horn, er met de eerste prijs vandoor met het gedicht Als de Maas een puber was. Even later bleek dat zij ook de Superlaureaatprijs had gewonnen: het beste gedicht van alle inzendingen. Ignace Schops, directeur van het Regionaal Landschap Kempen/Maas, overhandigde haar de prijs - een publicatie van het gedicht in het Maasblad - en een fraaie oorkonde.
 

Als de Maas een puber was

Met klotsende oksels baan ik mijn weg, door het land, door het leven.
Linksom, rechtsom, het is mij om het even.

Ik meander, verander, verover. Ik betover met mijn grillige aard.
Soms lieflijk, soms onstuimig. Ik kan razend zijn en nietsontziend.
Toch breng ik gulle gaven: water en grind.
Ik geef en ik neem en snij bochten af waar ik maar wil.
Ik kán rustig zijn, maar sta nooit stil.
Zoals jullie er nooit bij stilstaan dat we elkaar nodig hebben.
Onze levens worden door elkaar bepaald.
Mijn kwaliteit wordt door jullie onderuitgehaald.
Jullie gebruiken me als afvalputje, als gifbelt,
terwijl elke verontreiniging ons aller levens beknelt.
De meeste bezoekers komen vooral om van mij te profiteren.
Dat mag! Maar dan moet je ook eens f*cking@! leren
om mij schóón te houden en het niet alleen over te laten
aan een stelletje idealistische dopjesrapers, plasticprikkers,
flessenverzamelaars en andere milieuridders.
#Lekkermakkelijk!
Al eeuwen blijven we marchanderen,
schipperen en laveren,
de mens en ik.
Dacht je dat ik het nog langer pik?
Ma’ass!

Olivia Louw
 

Extra prijs Maaseik

De stad Maaseik had nog een extra prijs uitgeloofd voor het beste gedicht van een Maaseiker scholier. Sofia Cremers, 16 jaar, won met het gedicht Ik, jij, hij, zij… Zij zal haar gedicht op een prominente plek in Maaseik vereeuwigd zien op een muur of raam. De prijs werd overhandigd door Jos Kalders, ondervoorzitter van de stedelijke cultuurraad van de stad Maaseik.
 

IK, JIJ, HIJ, ZIJ zelfzeker, zwoegend en tegelijkertijd z o e k e n d.
Het water,
vol geladenheid,
baant haar weg door harde stenen en zachte gronden.
Ooit door een stom toeval ontstaan en nu onmisbaar dicht bij de mens,
onwetend hoelang nog.
Ze brengt ons zoveel o n e c h t e rust, luisterend naar de
gedwarsboomde golven, die zonder genade toch hun weg kiezen.
De meedogenloze Maas is sterk,
STERK,
sterker dan ons, zonder weten van ons, zonder ons.
Somber, scheiding,
SCHEIDEN,
van volkeren, van land, van haarzelf.
IK, JIJ, HIJ, ZIJ machtig maar nooit af.

Sofia Cremers

 

 

Alle winnaars mochten hun gedicht voordragen. Gezien de reacties uit de volle zaal, was ook het publiek onder de indruk van de verrassende kwaliteit en variëteit van de gedichten.
 

Afwisselend programma

Tussen de prijsuitreikingen en voordrachten door konden de bezoekers genieten van een afwisselend programma dat vakkundig werd gepresenteerd door Miriam van Es: blazersensemble Zuiderwind, performer Merlijn Huntjens met het gedicht De blauwe lijn en dichter-muzikant Stijn Moekaars, lid van de afdeling Maasland, die een poetry slam voordroeg samengesteld uit woorden en regels uit de zestig winnende gedichten. Hij sloot af met een meeslepende muzikale versie van het winnende gedicht Als de Maas een puber was.

 

 

Ode aan de Maasschrijvers

Het gaat om jullie, de Maasschrijvers,
de durvers, de blijvers,
en om haar, moeder Maas
Het weten van poëten
dat de Maas meer is,
niet zomaar een blauwe lijn.

Dit moet ze zijn, van zuid naar noord,
maar nu in taal gewikkeld,
in woord na woord,
schriften vol,
boekenplanken gevuld met jullie engelengeduld
op de tafel een papiertje neergelegd.

Dit is er gezegd:
Ik ben een Maaslander,
we hebben haar gemeen
en met mijn breedste glimlach weet ik:
'Ik denk dat ik de Maas wel mag.'

Gedonder, net geen kopje-onder
maar drupt.. drupt.. drupt..
tot in de Noordzee.
Met haar akkerland, waterkant,
'Ein bron van laeve en plezeer,
Veur minsj en deer'
hoog, laag, snel, traag, breed, smal
Maar vooral… GIGANT!

Zoals jij snijdt en ploegt door het land
en ik ademloos jouw kracht aanschouw,
wil ik soms zijn zoals zij:
Op reis in het Frans en vind dan
links en rechts Limburg t’rug
vlug over de grens,
onder aan een Hollandse heuvelrug.
Dan vraagt zij aan een mens aan zee:
'Drijf jij in vrijheid met mij mee?'

Dit is vreemd, haast niet waar,
Ik voel net als haar:
Ik meander, verander, verover,
loop een stukje met haar mee.
Haar geest vaart naar vroeger.

Dit herinner ik me nog: Ik droeg er
woorden in mijn hand,
jouw naam schreef ik in het zand.

Hier is vredige eb nodig,
geen moordende vloed,
die een rivier vol woede rusten doet.
Het moet, want krachtig sterk
stroomt dit kunstwerk
met de duizenden kiezelsteentjes in mijn hand.
Mijn vlakke land, mijn Maasland.

Tijd slijpt tot zacht, tot vervagen,
tot wonderschoon dit spiegelbeeld
in mijn gedachten op en neer deint,
na laag, na laag, na lagen.

Omarm mij, moeder Maas,
Moet ik het nog eens vragen?
Met jouw kalmte en tijd,
in de hoge groene grassen,
het onwetend grazen,
en omgekeerd liggen jij en ik
op de bodem.

Omarm mij dan, moeder Maas
met het zilveren lint dat verbindt,
wij, verband, verbonden
groene rand, geschonden,
geheeld, verdeeld.
Wij, uw woeste, noeste, kinderen,
als bulderend wild en onvoorspelbaar,
gij, de scheider en verbinder tegelijkertijd
boven ons grijs en grauw,
dan helder, kabbelende blauw
verder stromen doet.

Gij moet verder. Gij moet!
Langs steden en dorpen met organische kronkels
en uw krinkelende winkelende waterding
op het blauw en zo koud,
van zoet naar zo zout, daar dansen doet.

Van gij naar jij, breed over de grens,
ontmoet jij een ander, een nieuw mens.

Vannacht laat jij de tijd moeiteloos stilstaan.
De kus onder de brug waar niemand ons ziet
omhelst de wilde paarden die hier grazen.
Laat mij maar hier,
ik ben jouw deel in het dagboek van een vis
en morgen,
morgen kom ik terug.

'Papa, kom kijken!
Moeder Maas draagt mijn fles met mijn brief:
Liefste lief,
dit water baant haar weg door harde stenen
en zachte gronden.
Ik ben vrij, aan jou zo veel gebonden.
Such beauty could only be a tale.'

Zo danst zij in haar dialect
haar honderd tinten blauw.

Bijna word ik herboren,
liggend in haar bedding.
Ik zing in haar blauwe concert
de uitgesproken woorden in de grote leegte.
Dit is gewichtloosheid,
dat zoekt naar leven in dit eeuwenlange spoor.
Meanderen, veranderen, kronkelt ze door.
Het water voor later staat hoog.

Hou me vast, Moeder Maas
geef me de plek, om het droog uit te schreeuwen,
om te zwijgen, om te dromen,
te dobberen, te deinen, aan wal te komen,
met het krijsen van meeuwen,
onder getrappel van die wilde paarden.

Jij kust de nieuwe, dampende aarde
in het warme, in het koude,
In het jonge, de overgang, het oude.

Kom en zie, de Maas heeft schizofrenie:

ze neemt en geeft
ze brult en rust
ze vlakt, ze beeft
ze jaagt en sust

ze zoet, ze zout
geduld, gedoe
is jong, is oud
fuck you, me too

ze spuugt en kust
is warm en koud
ze vloekt, berust
ze feest, ze rouwt

ze drinkt, ze dreigt
te nat, te droog
ze klinkt, ze zwijgt
te laag, te hoog

ze gooit, ze krijgt
ze zinkt, ze zweeft
te snel, te fel
te dein, te traag

Mijn mooiste wreedste moeder Maas,

Ik zie u graag!

Stijn Moekaars
 

Tot slot werden alle prijswinnaars nog eens op het podium geroepen voor een groepsfoto en werden zij gefêteerd met een bos bloemen. Hadden de moeders van de winnaars nóg een reden om blij te zijn. Het was tenslotte ook een beetje hun dag.

 

 

Vensterramen

Naast de uitgave van de dichtbundel zijn er nog vervolgactiviteiten. Zo is de dichtkunst van de jeugd in de komende maanden te bewonderen voor fietsers en wandelaars. Op vensterramen langs recreatieve Maasroutes worden gedichten geschilderd. Bovendien zijn enkele gedichten straks ook te lezen op een reeks Maasstenen langs de rivier, een geschenk van de firma Steengoed. Andere ideeën worden nog uitgewerkt. Op de website www.maasgedichten.eu kan men terecht voor de laatste informatie.
 

Receptie

Tijdens de afsluitende receptie dankte Guido De Corte, voorzitter van de Stuurgroep Poëziewedstrijd, alle leden van de Stuurgroep voor hun inzet, in het bijzonder Nico Stassen en Guy Willems. Het succes van dit project werd grotendeels bepaald door een door hen feilloos werkend opgezet digitaal bouwwerk.

Noud van Hensberg
Afdelingen Maasland en Maastricht
 

Foto boven het artikel: Olivia Louw ontvangt de superlaureaatprijs met oorkonde uit handen van Ignace Schops, directeur van RLKM (Regionaal Landschap Kempen en Maasland)