Nieuwe gewestpresident Schelde-Mark Anna de Zeeuw: "De Orde is van ons allemaal"

Ze ziet een organisatie als de Orde als een tuin, waar je af en toe wat bijstuurt om evenwicht te verkrijgen. Tegelijkertijd onderkent gewestpresident Schelde-Mark Anna de Zeeuw de noodzaak tot vernieuwing en verjonging. Meer naar buiten treden en veranderingen zijn dus volgens haar dringend nodig. Te beginnen met het leggen van meer dwarsverbanden tussen de afdelingen.

 

Hoelang bent u al lid en welke functies en/of verantwoordelijkheden heeft u binnen de Orde van den Prince sindsdien zoal gehad? Sinds wanneer bent u gewestpresident?

Ik ben gewestpresident sinds september 2023. Daarvoor was ik enige jaren met veel plezier bestuurslid NT&C van de afdeling Breda, waar ik lid van werd in 2017. Ik organiseerde vanuit die rol lezingen, projecten en excursies over cultuur en taal. Ook heb ik bijgedragen aan de inrichting van de Bredase webpagina, die nu zeer consistent door de secretaris wordt bijgehouden.

 

Waarom bent u toentertijd lid geworden?

Ik ben enorm voorstander van verenigingen. In 2017 had ik behoefte aan een vereniging waar ik culturele activiteiten mee kon doen, zoals het organiseren van lezingen en excursies. Toen mijn roeiploeggenoten in Breda hierachter kwamen, hebben ze me uitgenodigd voor de Orde van den Prince Breda. Toen ik daar het eerst van hoorde, klonk het heel geheimzinnig. Maar al snel bleek dat het goed bij mijn behoefte aansloot.

 

Wat doet of deed u naast de Orde van den Prince?

Ik heb een gevarieerde opleiding: industrieel ontwerper, bedrijfskundige en uiteindelijk gepromoveerd in de bestuurskunde/politicologie over ontwikkelingen in de ouderenzorg en het hoger onderwijs in de afgelopen decennia. De marktwerking ging daar gepaard met een enorme schaalvergroting. Wat betekent dit voor het denken over kwaliteit?

Ik werk op de Hogeschool van Amsterdam als programmamanager, onderzoeker en docent en houd me onder meer bezig met het leren over samenwerking tussen verschillende organisaties. Momenteel ben ik bezig op het vlak van energietransitie en opschaling van duurzame bouwprojecten. Het is belangrijk dat we in Nederland goed samenwerken om de aanpak daarvan snel in de vingers te krijgen.

 

Waarom wilde u gewestpresident worden?

Toen mijn voorganger, Hubert Sturtewagen, me benaderde, leek het me direct een boeiende functie. Zeker het Nederlands-Belgische karakter van het gewest Schelde-Mark en de uitdagingen waar de Orde voor staat, vond ik mooi. Ik draag daar graag mijn steentje aan bij. Ik was verder erg nieuwsgierig hoe verschillende afdelingen functioneren en van elkaar verschillen. Je komt op veel plekken met zo’n rol als gewestpresident.

 

Wat is het belangrijkste dat u nu gaat oppakken?

Allereerst: ik ben pas net begonnen, dus ik wil ook nog veel leren en er moet altijd draagvlak zijn. Een paar zaken kan ik desalniettemin vast noemen.

Voor het gewest (en de afdelingen) lijkt het me goed om te kijken hoe we in toenemende mate naar buiten treden en ons als het ware te ‘openen’ voor de omgeving en mogelijke nieuwe leden. Mijn rol is daarbij bijvoorbeeld het ondersteunen van afdelingen met nieuwe initiatieven en NT&C-projecten binnen het gewest, zoals domeinoverstijgende samenwerking rond poëzie. Verder ondersteun ik graag meer samenwerking tussen de afdelingen onderling.

Het is verstandig dat het bestuur erop inzet dat de Orde qua website en internet meegaat met de tijd, ook om jongere leden aan te kunnen trekken. Daar ben ik mee bezig.

Ten slotte is werken aan verbondenheid tussen enerzijds het gewest, de afdelingen en de leden en anderzijds de Orde als genootschap voor mij belangrijk. De Orde is van ons allemaal. Er liggen momenteel veel mooie uitdagingen, daar hou ik van.

 

Hoe denkt u dat u na uw afscheid herinnerd zal worden?

Als vriendelijke innovator, behulpzaam naar de afdelingen en naar het bestuur van de Orde. Als iemand die plezier brengt in het bezig zijn met noodzakelijke veranderingen. Kleine en grote veranderingen, maar altijd met respect en tolerantie voor verschillende stromingen binnen de Orde.

 

Waar doet een afdelingsvoorzitter u tijdens een etentje geen plezier mee?

Dat is een lastige vraag want dat is sowieso leuk. In het gewest zijn de etentjes altijd gezellig en goed, worden ze afgewisseld met gedichten en lezingen. Zolang er niet alleen ware tolerantia en amicitia is, maar ook samenwerking ben ik tevreden.

 

Wat weet (haast) niemand binnen de Orde van den Prince over u?

Dat ik elk voorjaar met veel plezier nieuwe bloemen zaai, niet alleen in mijn natuurlijke tuin maar ook in andere tuinen in ons dorp, Terheijden. Een vereniging is net als een tuin. Als tuinier kun je ervoor zorgen dat er ruimte ontstaat voor een variatie aan bloemen en planten, waarbij er voor elke bloem of plant wel een plekje is en er afwisselend eentje de show steelt. In een natuurlijke tuin haal je niet alles overhoop, maar stuur je af en toe wat bij, totdat er een evenwicht ontstaat.

 

Foto boven het artikel: Anna de Zeeuw (rechts) enkele jaren geleden als secretaris NT&C van de afdeling Breda bij het uitreiken van een cheque waarmee boeken gekocht kunnen worden in lokale boekhandels om nieuwkomers sneller Nederlands te kunnen laten leren.

 

Terug naar de PrincEzine (op de website)? Klik hier.