Wat te doen met Limburgse kerkgebouwen die niet meer worden gebruikt?

De laatste jaren is het aantal parochiekerken en bijkerken in het bisdom Hasselt met bijna een derde afgenomen. Wat gebeurt er met de kerken die worden 'herbestemd'? Hoe gaat dat proces? Hoe behouden we waardevol erfgoed? Wie beslist daarover? Wie betaalt wat? Christos Knieper, diensthoofd kerkfabrieken van het bisdom Hasselt, kwam het de afdeling Haspengouw vorige maand uitleggen.

 

In 2011 verscheen onder verantwoordelijkheid van minister van binnenlands bestuur en onroerend erfgoed Geert Bourgeois de conceptnota 'Een toekomst voor de Vlaamse Parochiekerk'. In deze nota werd voor de kerken monitoring, advies en begeleiding voor kerkenbeleidsplannen, trajecten en neven- en herbestemmingen vormgegeven. Dit werd gekoppeld aan roerend en immaterieel erfgoed (2012-heden: PARCUM expertisecentrum voor religieuze kunst en cultuur). In 2013 verscheen het 'Decreet houdende toekenning subsidies voor gebouwen van de eredienst' met daarin opgenomen subsidies voor niet-beschermde parochiekerken.

Vanuit het Onroerenderfgoeddecreet (2013) werd in 2015 het 'Kerkenbeleidsplan' vastgelegd, met voorwaarden en premies voor beschermde parochiekerken. In 2016-2021 werd het 'Projectbureau Herbestemming Kerken' opgericht. Er verschenen 142 haalbaarheidsstudies en in 2017 werd de 'Inspiratienota Kerkenbeleidsplannen' gepubliceerd, met daarin aandacht voor onroerend erfgoed en vormelijke voorwaarden voor een kerkenbeleidsplan.

Visienota Vlaamse regering (2021)

• Oprichting 'Platform Toekomst Parochiekerken': één aanspreekpunt voor neven- en herbestemming (zie: www.toekomstparochiekerken.be).

• In het Eredienstendecreet wordt de verplichting opgenomen om vanaf januari  2025 te zorgen voor een actueel en goedgekeurd kerkenbeleidsplan, gekoppeld

 aan de meerjarenplannen van de kerkfabrieken.

• Uitbreiding van financiële steunverlening.

• Privé-initiatief als zinvolle optie.

• (Her)bestemmingsprofiel van parochiekerken.

Visie van de bisschoppen

In 2012 verschenen richtlijnen van de Vlaamse bisschoppen voor het gebruik van de parochiekerken. Gemeenten financieren de tekorten van de kerkfabrieken en de bisschoppen denken mee in wat wel en niet kan in een parochiekerk. De eredienst blijft in een parochiekerk het hoofdgegeven. Daarnaast kan er toestemming gegeven worden voor medegebruik mits dat niet storend is voor de eredienst. Nevebestemming en hergebruik is ook mogelijk. Men vertrekt concreet vanuit de pastorale organisatie in de parochie, men kijkt dus niet enkel naar het gebouw.

Het kerkgebouw, betekenis en toekomst (2020)

Een pastorale eenheid is de nieuwe parochiestructuur, omdat in een pastorale eenheid de afzonderlijke parochies nog blijven bestaan. Het omvat meerdere kerkdorpen. De eucharistie is de kern van de pastorale eenheid en wordt gevierd in de zondagskerk. Is er geen priester, dan is er geen eucharistie, maar kan er wel een gebedsviering zijn. De pastorale eenheid dient niet louter functioneel benaderd te worden maar is wel gestoeld op realisme en voorzichtigheid. Er is ook ruimte voor 'Open kerken': een pastoraal project dat open staat voor iedereen die erfgoed, kunst, stilte, ontmoetingen, rust of meditatie waardeert.

Samenwerking

De toekomst van de parochies berust op samenwerking tussen de parochiale eenheid, de gemeente en de bisschop. In 2025 is actualisatie van het kerkenbeleidsplan verplicht. Dit meerjarenplan mag een half jaar oud zijn. Het dient vanuit lokale krachten tot stand te komen, moet passen binnen de ruimtelijke ordening, benoemt de actuele functie, geeft een visie op het gebruik en heeft een plan van aanpak met een tijdlijn. Het benoemt hoofd- en nevenbestemmingen, dan wel herbestemming voor 'niet-onwaardig gebruik' of afbraak.

De pastorale eenheid

De opdracht van de pastorale eenheid is 'alles voor allen' zijn. Dit betekent dat er een eengemaakt beleid en programma is rondom liturgie en gebed, catechese en verkondiging, diaconie en solidariteit. Dat alles met een gezamenlijke materiële onderbouwing en dienstverlening van de leiding. Gezamenlijke materiële onderbouw houdt in dat er een centraal secretariaat is, er een eengemaakt financieel beleid wordt gevoerd, het patrimonium in een nieuw perspectief gesteld wordt en de kerkbesturen in onderling overleg treden via het Centraal Kerk Bestuur. Dit CKB onderhoudt ook de contacten met de gemeente.

Kerkenbeleidsplannen

Vanaf 1 januari 2025 moet elke gemeente werk maken van een actueel en goedgekeurd kerkenbeleidsplan (KBP). Dit is een schriftelijk document dat een lokaal gedragen langetermijnvisie bevat voor alle parochiekerken op het grondgebied van de gemeente. Het plan mag niet ouder zijn dan zes maanden bij indiening. Wanneer een KBP voor die datum niet haalbaar is, dan worden de investeringskredieten opgeschort voor die kerken waarover geen overeenstemming is, tot de goedkeuring van het KBP (artikel 33/2 van het eredienstendecreet van 7 mei 2004). Die goedkeuring betekent dat de bisschop het document ondertekend moet hebben en dat de gemeenteraad het heeft goedgekeurd. De gemeente beschikt ten laatste op 1 juni 2025 over het plan, als nieuwe fusiegemeente op 1 juli 2025.

Inhoud van een kerkenbeleidsplan

Dit plan bevat een beschrijving van alle kerken die tot de pastorale eenheid behoren: hun cultuurhistorische waarde, hun beschermingsstatuut en bouwfysische toestand, de eigendomstoestand, de situering in de ruimtelijke omgeving (ligging, faciliteiten…), een beschrijving van het actuele gebruik en de actuele functie, een onderbouwde visie op het toekomstige gebruik en de toekomstige functie, plus een plan voor realisatie van de toekomstige invulling (eredienst, valorisatie, medegebruik, neven- en herbestemming).

Tijdlijn

Fase 1: Indienen pastoraal plan.

Fase 2: Overleg kerkelijke en burgerlijke kant, stuurgroep raadplegen, achterban horen, participatie parochianen.

Fase 3: Opmaak inventarissen en gezamenlijk standpunt bepalen en op punt zetten van vormelijke aspecten van het kerkenbeleidsplan.

Fase 4: Goedkeuring door bisschop en gemeenteraad.

Fase 5: Achterban informeren over de inhoud van het kerkenbeleidsplan.

Nadien: implementatie opvolgen via structureel overleg (conform Uitvoeringsbesluit oktober 2023).

Aanduidingen

Op dit moment worden in het bisdom Hasselt de meeste kerkgebouwen behouden voor de eredienst (43%), bijna een kwart kent een nevenbestemming (23%) en iets meer dan een derde komt in aanmerking voor herbestemming (34%).

Statuut kerken

Van 307 Limburgse parochiekerken en bijkerken in 282 parochies is men gegaan naar 220 parochiekerken en bijkerken. Een aantal parochies moet men nog bekijken.

- Er zijn 60 zondagskerken aangeduid voor de provincie Limburg.

- 97 kerken staan open voor valorisatie (behouden of verbeteren, mede aangemoedigd door de overheid).

- 86 kerken staan open voor nevenbestemming.

- 87 kerken kunnen herbestemd worden (ontwijding).

- 37 kerken zijn al herbestemd.

Middelen

Waar haalt men de middelen om te investeren in nevenbestemmingen? Wanneer de nevenbestemming nauw aansluit bij de opdracht van de kerk, is het dan ook de kerkfabriek die opnieuw moet meebetalen? Te merken is dat de kassen worden leeggemaakt. Op niet al te lange termijn is het niet zeker hoe lang de situatie houdbaar is als de overheid anders gaat financieren. Hoe kan daar een evenwichtige lijn worden getrokken?

Beheer kerkgebouwen

Een kerkfabriek bestaat uit 5+1 personen. Een beperkte groep krijgt toezicht over het wel en wee van, bij samenvoegingen, meerdere kerken. De nieuwe kerkfabriek krijgt een grote opdracht en verantwoordelijkheid, terwijl het vrijwilligerswerk is. De dossiers zijn soms complex en vragen veel aandacht en expertise. De leeftijd van de mensen in de kerkfabriek is vaak hoog. De wetgeving vraagt dat de leden rooms-katholiek zijn, maar dat zegt nog niets over hun daadwerkelijke kerkbetrokkenheid. Het is niet gemakkelijk om nieuwe mensen te werven. Penningmeesters zijn knelpuntfuncties. Een vacante plaats wordt altijd openbaar gemaakt, maar vaker is het een kwestie van mensen aanspreken, aangezien het anders moeilijk wordt om het ambt in te vullen.

Respectvolle invulling

Hoe kan worden gewaarborgd dat er met respect wordt omgegaan met de gebouwen, zowel qua invulling als qua geschiedenis of verbouwing? De Commissie voor Kerkelijk Patrimonium houdt hier toezicht op, ook al is dat niet gemakkelijk.

Wat zal de financiering van de overheid in de toekomst brengen? Wat zullen gevolgen voor het beheer van gebouwen zijn? Nu passen de gemeentes de tekorten bij. In een voortdurende respectvolle en open dialoog met alle betrokken partijen - parochianen, de pastorale eenheid, het CKB, de kerkfabrieken, de gemeente en de bisschop - zal men de kerkenbeleidsplannen doelgericht, adequaat en toekomstgericht kunnen realiseren desgewenst bijsturen en zo de nieuwe koers vormgeven.

Anne van den Berg
Secretaris van de afdeling Haspengouw