Gedichtendag en Poëzieweek 2022: de Orde deed mee…

De oproep van onze president op Gedichtendag eind januari om een gedicht naar andere Princeleden of naar het secretariaat van de Orde te sturen, bleef ook dit jaar niet zonder gevolg. Wat wil je ook, als ze vraagt: "Laten we er weer een echte campagne van maken, net als vorig jaar!" Wat viel op bij het bekijken van de 'oogst'? Het thema 'Natuur' van de Poëzieweek inspireerde, maar daarnaast passeerden allerlei onderwerpen de revue. Ook dit jaar betrof het gedichten van eigen makelij naast werk van anderen. En zoals te verwachten: namen van leden die vorig jaar iets instuurden, zagen we ook dit jaar passeren.

We hebben natuurlijk alleen maar zicht op wat er binnenkwam op het secretariaat en/of bij de redactie van PrincEzine. Daarbuiten is er ongetwijfeld nog veel meer uitgewisseld tussen Princevrienden onderling.

Het is onmogelijk om hier iedereen te noemen die een gedicht heeft ingestuurd, of om alle gedichten op te nemen. Voor onderstaande bloemlezing kozen we, naast eigen werk van Princevrienden, ook enkele toppers uit de dichtkunst. De volgorde van de gedichten is alfabetisch op afdeling.

[Voor alle duidelijkheid: de inzendingen voor de rubriek Gedicht van de maand laten we hier buiten beschouwing. Die vindt u de komende maanden terug in PrincEzine.]

 

Net als vorig jaar stuurde Aloïs J.C.M. Van den Bossche van de afdeling Antwerpen-Middelheim een gedicht van eigen makelij in, aansluitend bij het opgedragen thema 'Natuur'. Zijn commentaar: "Niet moeilijk groen te zijn…"

NATUUR,
ik hou van je, in al je variaties
Al wijzig je ze uur na uur
Wat ’s morgens er niet is
Komt ’s middags kijken
Om ’s avonds te verdwijnen

NATURA
Al spring je vaak, je maakt geen sprongen
Herstel jezelf
Neemt en geeft
Maar ’t wordt niet opgedrongen
Wij nemen soms te veel

NATURE
Wetenschap en kennis
Doordrongen doorgedrongen,
zijn wij al veel op ’t spoor, we hebben veel ontdekt
Maar keer op keer,
Is daar een nieuw aspect

NATUUR
Ik ben zo groen als gras
En als het dat niet is, dan werd ik zeer gewis
Lentegroen, vrolijk en fris
Wetend dat ik vanaf dan weer stilaan zal verdorren
Maar het komt weer!
Natuur… Punt.

A. Van den Bossche
Gedichtendag 2022

 

 

----------------

 

 

Jacques Sneijers van de afdeling Haspengouw was gecharmeerd door een gedicht van Herman De Coninck (uit: Vingerafdrukken, De Arbeiderspers, 1997).

Opgevoed in zwijgzaamheid.
Het is sindsdien mijn vak: woorden zoeken
die zwijgen. Die je niet hebt,
maar alleen kunt krijgen.

Misschien leerde ik het van mijn moeder.
'Jongen, je weet wel,' zei ze toen ik ging trouwen.
Ik heb er bundels en vrouwen
over gedaan om zo weinig te zeggen.

Om het geinige af te leren, vervolgens
het chagrijnige, om ten slotte thuis
te komen in het weinige.
Van de lenige liefde in de enige.

Herman de Coninck

 

 

----------------

 

 

Ann Ecker geeft een stukje Haspengouw mee in haar gedicht Weide.

WEIDE

Deze weidse weide
Doet ertoe.
De bijen hommelen
Bommelen blij
In geur en kleur

Dat
Wat
Er toe doet
Verrast
In licht

Een lichter
dichterbij
Zoemt zoeter.

Ann Ecker

 

 

----------------

 

 

Eveneens uit de afdeling Haspengouw bereikte ons een gedicht dat Jef Leplae zo’n vijftig jaar geleden schreef. Het gedicht Een tocht geeft voor hem de sfeer weer waarin we nu leven met corona, maar met de blik op een nieuwe toekomst. Het gedicht staat ook in de bundel Kersen met Pitten. Poëzie in tijden van corona, die de afdeling Haspengouw vorig jaar heeft uitgegeven.

 

EEN TOCHT

Troosteloos wenende maanlandschap
dat slepend onder mijn voeten schuift,
dorre grasschaarste
dreigende flanken
brandende zon:
waarom verlaat je nu niet
de schrijnende pijn van je metgezel?

Dalende bergen en stijgende dalen
stuwen mij voort
naar de vlakte
naar de weiden
waar bloemen staan
waar bijen gonzen
waar vogels zingen.

Onder ongelovige schreden verglijden nu
sneller en sneller
sidderende kluiten van vruchtbaarheid.

De dampende kim
verzwelgt het bloed van de zinkende zon.
Maar heel ver weg wenkt reeds
het speelse gelach van de nieuwe lente
onder een nieuwe zon.

Jef Leplae

 

 

----------------

 

 

Carlo Heylen, lid van de afdeling Lier en pro gewestpresident Schelde-Dommel, stuurde drie gedichten in die voor hem een bijzondere connotatie hebben: twee gedichten van bekende schrijvers uit Nederland en één Vlaamse dichter die hij persoonlijk uitermate waardeert. Hij voorzag de gedichten van een korte toelichting.

Wieg van Ida Gerhardt (1905-1997): als je bij het begin van iemands leven betrokken bent, begrijp je de inhoud van woorden als honing, melk, dons en geur in dit gedicht volledig.

Wieg

Geur van honing
en jonge melk,
van een nestdiertje
dat slaapt.
Een ademhalen van dons.
En speurbaar
aan de neusvleugels
de geur van wat gebeurd is:
geboorte,
geheim.

Ida Gerhardt

 

 

Ik denk van Bert Schierbeek (1918-1996): bij Ik denk van Schierbeek, die aan de wieg van de zo belangrijke Vijftigers stond, denk ik spontaan aan mijn overleden moeder en mijn eveneens overleden zus. Mooier zou ik het zelf niet kunnen formuleren.

Ik denk

ik denk
als het regent
laat ze niet nat worden

en als het stormt
vat ze geen kou

en ik denk ook
dat dat denken
niet helpt

want je wordt nooit meer
nat noch vat je een kou

want het regent
noch waait ooit
meer voor jou

Bert Schierbeek

 

 

De werkelijkheid van poëzie van Roland Jooris (°1936): bij Roland Jooris, die voornamelijk de neiging heeft om zijn taal zo naakt mogelijk voor te stellen en die zich beperkt tot de essentie, spreekt de inhoud voor zich. Veel commentaar is hierbij niet vandoen.

De werkelijkheid van poëzie

Is het een uitgelopen
vlek, een godvergeten blad,
van inkt de opvlucht
in een pennentrek, een
vlezig prevelen
dat geen betekenis
ontbloot

zijn woorden
plots weer struikelblokken
in de stem, strompelt
de taal waar zij
van vliegen
droomt

Roland Jooris

 

 

----------------

 

 

De afdeling Limburg I was vorig jaar poëtisch heel actief tijdens de Gedichtenmaand en stuurde toen een boekje: Versjes. Compilatie. De bundel bevatte naast eigen werk, ook werk van dichters buiten de eigen kring. Het bestuur riep zijn leden op massaal gedichten rond te sturen. Het lijkt de bedoeling ook dit jaar weer de gedichten te bundelen. Zo ver is het nog niet, maar hier alvast een voorproefje op grond van wat het secretariaat bereikte.

Lieve Pollet (Limburg I) stuurde het volgende gedicht aan de medeleden van Limburg I.

 

Geen dichter

Maar klanken slikker
Woorden zoeker
Zinnen vergeter

Geen dichter

Maar vergeten beelden
Zinkende herinneringen
Vage sporen

Geen dichter

Maar uitgewiste verlangens
Dode dromen
Nooit uitgesproken angst

Komt dichter

Lieve Pollet

 

 

----------------

 

 

Voor Guido Quanten (Limburg I) mocht het kort maar krachtig zijn:

Stilte die ik zoek
zwijgend verlangen
tijdloos als dromen
wolken vol woorden
zonder te spreken
gedachten horen

Guido
A.D. 2022

 

 

----------------

 

 

Net als vorig jaar hield Marc Hertens (Limburg I) het ook nu op haiku’s. Hij stuurde enkele gelegenheidshaiku´s die de thema´s poëzie, natuur, vogelspotweekend en onze verbondenheid samenvatten.

 

"Poëtisch denken
Door het creatieve brein
Schept taalpareltjes"

"Natuur nodigt uit
Tot recreatie en spel
Samen genieten"

"Samen in het bos
Genietend van licht en lucht
Oord van bezinning"

"Vogelspotweekend
Groenling, roodborst en geelgors
Iedereen telt mee!"

"Poëzie vertaalt
Natuur, puur en ongerept
Waan? Werkelijkheid?"

Marc Hertens

 

 

----------------

 

 

Tom Tuytten (Limburg I) liet zijn afdeling graag meegenieten van enkele haiku’s die zijn moeder Maria Vrijdaghs heeft geschreven. Hij vond dat een zoon ook wel eens trots mag zijn op zijn moeder… En tussen haakjes vermeldt hij dat hij zelf, spijtig genoeg, die dichterlijke genen niet heeft meegekregen. Hij wenste iedereen veel poëtisch leesplezier.

noorderlicht
sneeuwganzen komen terug
winterzonnewende

roerloos
in het stoppelveld
een rosse vos

rijzig duikt hij op
uit het ijskoude water
de witte eland

 

Een bijzondere en wat meer 'sacrale' is onderstaande winterhaiku, die wordt gezien als een poëtische benadering van het boek Genesis. Deze haiku is ontstaan vanuit een zintuiglijke waarneming en wijkt af van de klassieke vormgeving, namelijk 5-7-5 lettergrepen.

 dan
 raakt het Licht de aarde
 en breekt
 de berijmde akker

 

Nog een laatste, buiten het onderwerp van natuur of winter maar wel heel treffend over dementie:

 

traag haar gebaren
laag na laag vervaagt alles
ver van wie ze was

Maria Vrijdaghs

 

 

----------------

 

 

Luc Savelkoul (Limburg I) spreekt over een winter die niet de winter lijkt te zijn die nodig is voor…

Land door storm bezocht
Vriezeman zakt door het ijs
Elf steden toch tocht

Luc

 

 

----------------

 

 

Valère Gijbels, NT&C-coördinator van de afdeling Prinsbisdom, berichtte ons in dichterlijke vorm over een bijzondere ontmoeting:

 

Christusdoorn

 

Je nijgt naar mijn raam. Ik zie je frêle
loof vallen totdat
jouw cyclopische doornen op de naakte takken
in het blauwige winterlicht tekenen.

Wij zijn samen groot geworden. Overleven
zal je me. Zal je me missen achter het raam
als ik onder jouw schaduw zink?
Jij staand, ik liggend.

De wormen voeren mijn aflijvige cellen naar je stam,
mijn wezen schimmelt tussen je wortels.

Later zal een blaadje botten dat in een winter
als deze voor mijn ex-raam zal dwarrelen.

We hebben elkaar ontmoet.

Valère Gijbels

 

 

----------------

 

 

Patrick Nijs, secretaris NT&C van de afdeling Tienen, was net als vorig jaar heel actief in het rondmailen van gedichten: het werd een vierdelige reeks 'Wintervitamientjes'. De leden van afdeling Tienen, het secretariaat van de Orde en de redactie van PrincEzine mochten de gedichten ontvangen. Het ontlokte een van de leden van Tienen zelfs deze poëtische woorden over de zendingen van Patrick:

als hemels manna
daalt patricksend poëzie
op deze zondag

Gaya Vanstraelen
zondag 06-02-2022

 

 

Hieronder een korte selectie van de oogst uit Tienen.

 

 

Mens en schaap

De mensen denken dat wij hier in de verte
een kudde schapen zijn - ze denken maar,

wij zijn niet eens wij, we hebben geen woorden
voor onszelf, we leven nog in de tijd hiervoor,

toen de mens nog schaap was, nog alleen
gras sprak, lucht las, water schreef.

Rutger Kopland (1934-2012)

 

 

De zee

Wat zegt de zee? De zee zegt niets, zij doodt
de tijd en wie de kant niet haalt. En speelt daarmee,
niet wreed, niet onverschillig, maar koud.
De zee is objectief. Zij laat een natte vlek na
op het strand waar iets doordrenkt gelegen heeft,
dat net is opgeraapt.
Men zou daar in het zand
een paaltje kunnen slaan waaraan een bordje
met vermelding wat hier lag, maar de zomer
zou daardoor veel van zijn charme verliezen.
Alsof we ons insmeerden, jij en ik, op iemands graf.

Charles Ducal (1952)

 

 

Ergens moet het zijn
een soort verwilderde tuin
van oude stilte

De boom voor het huis
zacht wazelt hij zijn verhaal
niemand begrijpt het

Het heeft geregend
de tuin dampt goede geuren
aarde die verlangt

J.C. van Schagen (1891-1985)

 

 

We moeten
dankbare mensen zijn
als we van het schuim
van de zee mogen proeven
onze tenen in de rimpels
van het wuivende strand

En dan te beseffen
dat wat we samen
aflopen en inademen
niet eenmalig is
we geregeld kunnen terugkeren
elkaar bespatten met woorden
die blijven zingen

Een openluchtfestival met verhoogde
noten

Patrick Nijs

 

Samenstelling: Marianne van Scherpenzeel, lid redactie PrincEzine