Lezing ‘Wetenswaardigheden van het leven van een taxateur en expert van Tussen Kunst & Kitsch’ door kunsthistoricus Jim van der Meer Mohr
Terugblik
Jim van der Meer Mohr vertelde dat bij zijn afstuderen in 1983 de arbeidsmarkt voor kunsthistorici bijzonder moeilijk was. Hij is toen als volontair bij het Mauritshuis begonnen, als onbetaald vrijwilliger dus. Van daaruit vond hij in 1984 zijn eerste betaalde baan bij het Venduehuis der Notarissen in Den Haag. Het Venduehuis organiseerde toen inboedelveilingen die gehouden werden in Pulchri. Van der Meer Mohr assisteerde de twee taxateurs. Rond die tijd waaide er een nieuwe wind bij het Venduehuis. Men realiseerde zich dat het veilen van schilderijen veel meer opleverde dan het veilen van meubels. Jim kreeg al doende, door zich te verdiepen in de opbrengsten van de veilingen, steeds meer kijk op de waarde van schilderijen. Zo kwam hij er bijvoorbeeld achter dat de lengte van de oprijlaan vaak omgekeerd evenredig was aan de waarde van de schilderijen in het huis van degene die schilderijen wilde laten veilen of taxeren. Terwijl een 3-kamerflatje soms de kostbaarste doeken herbergde.
Gaandeweg ontwikkelde hij zich tot specialist op het gebied van Nederlandse schilderijen van 1600-1900. Na zijn dienstverband bij het Venduehuis werd hij zelfstandig taxateur van kunst, antiek en inboedelgoederen. Ook adviseert hij particulieren bij aan- en verkoop van kunstvoorwerpen. Taxateurs zijn prijsvolgers, zei hij: zij volgen de marktontwikkelingen. Toch zijn er regelmatig verrassingen. Een enorm 19e-eeuws schilderij met Napoleon en veel paarden leverde bij de eerste veiling op een hippisch evenement in Den Haag bij een inzet van vijfduizend gulden geen enkele koper op. Maar later kwam het in New York op een veiling met allemaal voorwerpen die betrekking hadden op Napoleon en was de inzet 150.000 dollar!
Veel van de romantiek van het vak van veilingmeester is verdwenen sinds telefonische en online-veilingen de overhand hebben gekregen. Daarom doet Van der Meer Mohr van tijd tot tijd nog met veel plezier liefdadigheidsveilingen waarbij de biedingen in de zaal door fysieke personen worden gedaan.
Landelijke bekendheid kreeg Jim van der Meer Mohr sinds hij voor het televisieprogramma Tussen Kunst & Kitsch optreedt als vast beoordelaar van oudere schilderijen. In die rol merkte hij dat veel Nederlanders denken dat alles wat in een lijst zit een schilderij is, ook als het om een ingelijste borduurlap gaat. Voor het programma wordt het pas interessant wanneer er zowel aan de inbrenger van het schilderij als aan het schilderij zelf een verhaal zit. De waarde van het schilderij is secundair. Veel aanbieders komen met hoge verwachtingen naar de voorbereidingsdagen van het programma. ‘Hoeveel Rembrandts zie je niet op zo’n dag’, aldus Van der Meer Mohr. Om mensen die met hoge verwachtingen een tamelijk waardeloos schilderij meebrengen niet al te zeer teleur te stellen, kwalificeert Jim een dergelijk object als ‘decoratieschilderij’.
Op een vraag van een van de Orde-leden zei Van der Meer Mohr dat de waardedaling van meubels te maken heeft met factoren als: veel meubels zijn te groot/hoog voor hedendaagse huizen en de meeste kinderen zijn op het moment van overlijden van de ouders al volledig ingericht.
De afdeling Den Haag werd opgericht in 1977 en behoort tot het gewest Holland dat volgende afdelingen groepeert:
Kort
Jim van der Meer Mohr vertelde dat bij zijn afstuderen in 1983 de arbeidsmarkt voor kunsthistorici bijzonder moeilijk was. Hij is toen als volontair bij het Mauritshuis begonnen, als onbetaald vrijwilliger dus. Van daaruit vond hij in 1984 zijn eerste betaalde baan bij het Venduehuis der Notarissen in Den Haag. Het Venduehuis organiseerde toen inboedelveilingen die gehouden werden in Pulchri. Van der Meer Mohr assisteerde de twee taxateurs. Rond die tijd waaide er een nieuwe wind bij het Venduehuis.