De instrumenten van het orkest.

Terugblik

Lezing violist en dirigent Harry van der Meer over “Het Orkest”

Na zijn lezingen van vorige jaren over de “Symphonie Fantastique van Berlioz” en over ”De Dirigent” gaf  Harry van der Meer (violist en dirigent) op woensdag 3 april voor onze OvdP afdeling een inkijkje in de historie  en totstandkoming van “Het Orkest” aan de hand van enkele muzikale fragmenten. De lezing over het orkest is een logisch vervolg op het verhaal over “De Dirigent” .

Wat kwam er zoal aan bod?

De geschiedenis  over het ontstaan van het orkest begint ca. 1200 toen er slechts sprake was van enkele minstrelen en straatmuzikanten. De eerste orkesten bestonden uit kleine groepjes rondreizende musici, die per concert werden ingehuurd. In de middeleeuwen luisterden de adel en de boerenstand ook niet naar muziek, ze dansten erop. Pas in de renaissance (1400-1600) werd muziek om zichzelf gewaardeerd, toen vorsten en de adel bij diners en bij belangrijke gebeurtenissen zoals een bruiloft graag elegante muziek wilden horen.

 Bij het dansen had men behoefte aan ondersteuning van de bas. Dat was het begin van de ontwikkeling van meerdere instrumenten. Spanje speelde daarbij een grote rol. Ensembles ontstonden. In de 16e eeuw voegen zich blazers bij de zangers. Er werd geïmproviseerd en wie kon spelen speelde mee, ook de gasten. Er was nog steeds geen sprake van vaste gezelschappen.  De vorming van vaste gezelschappen heeft zijn oorsprong vanuit de kerk in Italië rond 1620. Giovanni Gabrieli, componist en organist in Venetië schreef muziek voor á capella koren en hij heeft de techniek van meerkorigheid uitgebouwd en verfijnd en liet ze op verschillende plekken in de kerk optreden. Toen kwam ook het componeren voor instrumenten in zwang. Kerkmuziek werd de bladmuziek van de cantoren. Men speelde van blad maar nog zonder dirigent. Sinds die tijd werden composities genoteerd en krijgt iedereen een eigen partij. Een voorbeeld zijn bijv. de suites van Bach.

Gabrieli luidde het tijdperk in van de Barok. Hij overleed in 1712. Na verloop van tijd werd de muziek steeds ingewikkelder (Rameau), maar ensembles speelden nog steeds zonder dirigent. De muzikanten regelden onderling wie de hoofdrol kreeg. In de tijd van Rameau begon ook het noten tellen.

Dan komt de 18e eeuw. In de muziek van Beethoven, zie bijv. zijn 7e symfonie, worden rusten heel belangrijk, waardoor een dirigent noodzakelijk wordt.  Een ander voorbeeld hiervan is ook dat in een symfonie van Bruckner er slechts 1 keer een roffel voorkomt, wat  betekent dat er behoefte is aan de  aanwijzing van een dirigent. Ook tempi moeten goed worden afgesproken.  Kortom: door de veelzijdigheid aan instrumenten wordt de dirigent onontbeerlijk.

In Mannheim verzamelde zich een groep musici die een vast orkest gingen vormen met strijkers en blazers. In 1742 werd door Johann Stamitz (1717-1757) het eerste vaste, voor die tijd grote, symfonieorkest opgericht , In de loop der eeuwen werd het orkest uitgebreid in omvang en klank. Uit alle uithoeken van de wereld kwamen er instrumenten naar Europa, met elk hun eigen kwaliteiten: de hobo uit Jeruzalem, de pauk uit het leger. Rond 1780 kwam de klarinet erbij.

Ieder instrument heeft een andere oorsprong, bijv. Italiaans, Duits of een nieuw instrument, en een eigen klank, maar moet uiteindelijk toch tot één geluid komen.  De strijkersgroep moet met zijn achten even hard zijn als één fluit. En ook kan het voorkomen dat een snaar van een viool knapt. Daar zijn procedures voor: de achterste violist heeft bijv. snaren mee voor concertmeester of solist.  De  klarinettisten snijden zelf hun riet bij en moeten het riet nat houden.

Hoe wordt je lid van een orkest?  Hiervoor is een auditie nodig. Dikwijls melden zich een groot aantal, bijv. 500 , kandidaten aan. Er blijven dan 4 over, die achter een gordijn, anoniem, moeten voorspelen. Er blijven dan tenslotte 2 over waartussen wordt gekozen. Een gekozene is 2 jaar op proef, waarna de groep uiteindelijk mede beslist of je een aanstelling krijgt.

Er zijn leeftijds-verschillen binnen een orkest, maar je werkt samen naar één product, van alles: ook muziek die jou minder aanspreekt. Leeftijd en gezondheid spelen vaak een rol in verband met beroepsziektes die zich regelmatig kunnen voordoen. Het is een zware baan, met repetities in de ochtend en ‘s avonds optredens.

De concertmeester is aanvoerder van het gehele orkest en onderhoudt het contact met de dirigent. Daarnaast heeft iedere instrumentengroep zijn eigen aanvoerder. Een goede sfeer in het orkest is van het allergrootste belang .

Het was een interessante, informatieve lezing waarbij mij het motto “Muziek ontstaat uit stilte” mij het meest is bijgebleven.

Regina Schim van der Loeff

Een activiteit georganiseerd door: 

De afdeling Den Haag werd opgericht in 1977 en behoort tot het gewest Holland dat volgende afdelingen groepeert:

Kort

Plaats: 
Leonardo Royal Hotel Van Stolkweg 1 2585JL Den Haag
Wanneer: 
woensdag, 3 april, 2024 - 17:30
Beschrijving: 

We hebben Harry van der Meer opnieuw bereid gevonden om te komen spreken. Jullie herinneren je zijn mooie lezingen van vorige jaren over de Symphonie Fantastique van Berlioz en over de ‘Dirigent’. Dit keer spreekt hij over: De instrumenten van het orkest.