In de 19de eeuw deden er zich heel wat vernieuwingen voor in de samenleving (België ontstond, industrialisering, liberalisering, ...). In de Kempen werden in die sfeer de vele gemeentelijke heidegronden ontgonnen. Dit tekende ons landschap.
Janna Lefevere, coördinator cultureel erfgoed, werkt momenteel aan een publicatie over het koningshuis dat in de streek Geel/Mol/Retie/Dessel heel veel gronden op kocht en exploiteerde: het Koninklijk Domein der Kempen. Wat deed de koning in de Kempen? Hoe werkte dat domein? En wat is er vandaag met die gronden gebeurd?
Eigenlijk was de Kempen een soort 'inlandse kolonie' waar serieus mee werd geëxperimenteerd (dus ook door het koningshuis), en dat zie je ook aan de terminologie van die tijd: Lommel kolonie (ontginning voor landbouw), Landloperskolonies, de 'kolonie' van Geel (die wel wat een andere geschiedenis kende).
Wat je vaak hoort is dat de Kempen een wegstopregio was, een plek waar je alles wat elders moeilijk lag, gewoon kon doen (er was veel plek, de mensen niet opstandig). Maar vandaag zien we dat deze 'kolonies' ook veel positieve aandacht krijgen: zowel het werken met de wateringen (Lommel kolonie) als de gezinsverpleging zijn op weg naar een Unesco erkenning. De landloperskolonie is recent erkend als werelderfgoed.
Kempen
50 jaar en helemaal mee