Afdelingsvergadering

Vrijheid: betekenis gisteren en vandaag

Terugblik

I. De Voorzitter heet iedereen welkom en introduceert de spreker :

‘ Dirk De Schutter noemt zichzelf filosoof – essayist en studeerde literatuurwetenschap en wijsbegeerte aan de KULeuven en de Georgetown University in Washington D.C. Hij behaalde in 1986 een doctoraat in de wijsbegeerte met een proefschrift over Martin Heidegger. 

Tot zijn emeritaat, in 2015, was hij als hoogleraar verbonden aan de KU Leuven (Campus Brussel) en aan de Universiteit Antwerpen.

Zijn studiedomeinen zijn: de geschiedenis van de metafysica, cultuurfilosofie, politieke theorie, antropologie, kunstfilosofie, en filosofie van de literatuur.

Dirk De Schutter is gepassioneerd door de denkbeelden van Hannah Arendt, de filosofe en politiek denker, die vooral bekend is om haar ontleding van totalitaire samenlevingen. Hij vertaalde verschillende werken van haar.                                                               In maart van dit jaar werd zijn recentste boek gepubliceerd: ‘De wereld als inzet’. In een tijd van maatschappelijke crisis en toenemend democratisch verval, rijst de vraag wat wij, mensen, nog met elkaar delen. In dit boek probeert hij deze vraag te beantwoorden.

Recensent Marc De Bock concludeert over dit boek: Met De wereld als inzet toont De Schutter vlijmscherp en helder aan dat de ideeën van Arendt relevanter zijn dan ooit. Gestoeld op vrijheid, vriendschap en het feit dat er altijd al een “wij” is. En dat komt niet ongelegen in de hedendaagse wereld waarin de oorlog in Oekraïne en de crisis in het Midden-Oosten allebei manifestaties zijn van dezelfde kolossale geopolitieke strijd tussen autocratie aan de ene kant, en inclusie en pluralisme aan de andere kant…

We zijn zeer benieuwd naar zijn inzichten over de relatie tussen vrijheid en politiek.’

II. Referaat

Dirk De Schutter haalt veel inspiratie bij Hannah Arendt, de alom geroemde filosofe, die worstelde met de vraag over hoe het samen-leven kan. Volgens hem heeft ze wel degelijk iets te vertellen over de samenleving.  

In 1906 zag ze het levenslicht in Hannover. In 1933 wou ze als Jodin geen tweederangsburger zijn en ging ze naar Parijs waar ze Sartre, Lacan, Walter Benjamin ontmoette. Toen de Duitsers in 1939 Polen binnenvielen en Groot Brittannië de oorlog verklaarde en Hannah Arendt als Duitse met Joodse ouders staatsvijandin werd in Frankrijk, vluchtte ze in 1941 via Spanje en Portugal naar New York waar ze stierf in 1975. Ze kende verschillende talen maar geen Engels. Ze bleef niet bij de pakken zitten en werd au pair om snel de taal van haar nieuwe thuisland onder de knie te krijgen.

Hoewel ze dus heel wat catastrofale gebeurtenissen in de 20 ste E meemaakte,  bleef ze vinden dat politiek de wereld kan redden.

‘ The Origins of Totalitarianism ‘, gepubliceerd in 1951 was haar eerste grote werk, waarin ze het Nazisme ( nationaal socialisme ) en Stalinisme analyseert en beschrijft als de belangrijkste totalitaire politieke bewegingen van de eerste helft van de 20ste E.

‘Politieke theorie’ is de drijfveer in haar leven. Het totalitaire is daarbij de negatieve maatstaf. Politiek gaat volgens haar over vrijheid!

‘ Vrijheid ‘ , Hannah Arendt zag dit streven reeds in de 8ste E voor Christus in Griekenland. Na politieke omwentelingen werden privileges, eigen aan tirannie en alleenheerschappij, afgeschaft. Vrijheid is iets dat gedeeld wordt met mensen die elkaars gelijken zijn. In Athene discussieerden mannen over de stad ( toen alleen rijke mannen en geen vrouwen ) en beslisten in de Senaat wat er moest gebeuren. (Leestip: Alkibiades van Leonard Pfeijffer). Besteden wij nog genoeg tijd aan het bouwen van een samenleving?  Hannah Arendt poneert dat een samenleving engagement vraagt. Vandaag is politiek vaak verengd tot een populariteitstest en werkt macht verdelend. Volgens haar leidt dit tot heersen. Macht moet een kracht zijn die verenigt.

Zo denkt H.A. dat de gedachten van een slaaf niet vrij kunnen zijn bij gebrek aan gelijkheid met burgers. Zij kunnen bijgevolg geen politieke vrijheid voelen en genieten.

De Christelijke vrijheid wordt verinnerlijkt en gekoppeld aan de wil. Tot ver in de 19de E  domineert de “vrije wil” het filosofisch denken (Kant, Hegel,……). Dat vindt H.A. problematisch. Voor haar kan de wil niet gekoppeld worden aan de vrijheid want hij verscheurt ons.    

Wil en vrijheid moeten volgens H.A. ontkoppeld worden.

Daarmee maakt Dirk De Schutter de sprong naar de ontleding door H.A. van het begrip politieke vrijheid. Het duidt een zijnswijze in de wereld aan . Zij wijst op het verschil tussen de Franse en de Amerikaanse revolutie, die nochtans beiden vrijheid vastlegden in een grondwet. De Amerikanen begrepen onmiddellijk dat er negatieve en positieve vrijheid is.  Ze stichtten positieve vrijheid. Ze beseften dat ze mogen en kunnen aan politiek doen door een republiek te stichten en een grondwet te formuleren, die anderhalve eeuw later de verklaring van de rechten van de mens zou inspireren.  Het geloof was er dat die grondwet de vrijheid waarborgt.                                                                                           In Frankrijk daarentegen zijn de revolutionairen nooit voorbij het stadium van de bevrijding geraakt. Een wet is daar vooral een inperking van de vrijheid ( negatieve vrijheid ).Bijgevolg veranderde de grondwet ook voortdurend. Wat begon als een revolutie eindigde als een restauratie.

Als de vrijheid samen gedeeld wordt, is er verbondenheid door de wet. Voor H.A. is de wet geen gebod, maar een afspraak en kunnen mensen alleen als gelijke burgers echt vrij zijn. Als vrijheid wordt gedeeld, dan wordt ze groter. Als we de vrijheid met elkaar delen, dan is er geen soevereiniteit ( vb. God ).  H.A. vindt gehoorzaamheid afschuwelijk. Een heerser is niet vrij. Soevereiniteit ontkent de pluraliteit die elke samenleving kenmerkt, en kan dus enkel uitmonden in onderdrukking.  Oorlogen zijn crimineel. Vrijheid betekent dat het anders had gekund. H.A. vindt dat beslissingen ongedaan kunnen gemaakt worden, en dat mensen in staat moeten zijn om elkaar te vergeven.

In Europa beschouwen de staten zich als soeverein, wat het maken van afspraken veel moeilijker maakt.

III. Vragenronde

  • Een wet is geen gebod waaraan gehoorzaamd moet worden, maar is een verzoek tot verbinding volgens H.A. die wetten wil waarmee ingestemd wordt. 

Heersen en bevelen overtuigen niet omdat je er niet mee kan instemmen. H.A. zoekt naar eensgezindheid en vermijdt het opgelegde van totalitaire regimes. In haar visie moeten mensen inspraak hebben in (Europese) wetten. Zij is pleitbezorger van een participatieve democratie waarbij mensen tijd maken, inspraak hebben en zich engageren voor de samenleving.  Samenlevingsafspraken laten zich niet opdringen aan burgers die ijveren voor positieve vrijheid.

  • Hoe realistisch is de visie van H.A.? Waar begint en eindigt ze? H.A. heeft een hoog gedacht over hoe mensen zijn. Politiek mag niet herleid worden tot delegeren. Zij wil dat mensen meer vertrouwen hebben in elkaar. Totalitaire regimes gedijen op wantrouwen dat ondermijnend is voor de samenleving.
  • In Athene kon het samenleven waarschijnlijk op basis van het vertrouwen in elkaar.

Is dit een relevant model voor groepen van mensen die steeds groter worden? Dirk De Schutter denkt dat H.A. deze vraag positief zou beantwoorden.

  • Hoe kan je een democratie tegen zichzelf beschermen?  Denk bijvoorbeeld aan Hitler die verkozen werd, aan Trump die massaal veel aanhang heeft. Goed onderwijs, goede media die mensen versterken, en H.A. rekende ook op een sterk gerechtsapparaat. Er is macht nodig die verenigt en er is gezag nodig, wat heden ten dage wel eens verkeerd loopt. H.A. is voor een autoritaire opvoeding, in die zin dat kinderen het gezag van hun ouders moeten erkennen. Ze vindt het de basis van een goede opvoeding.

IV.  Slotbeschouwingen over het referaat

Dirk De Schutter en Remi Peeters schreven een beknopte biografie over Hannah Arendt waarin duidelijk wordt waarom ze met haar visie kan bijdragen aan de wereldpolitiek.  Een boek dat een uitnodiging is om aan het denken te zetten zoals de filosofie in het algemeen.  Het is een uitgave in de reeks Elementaire deeltjes van de uitgeverij Atheneum-Polak &Van Gennep, zie https://www.singeluitgeverijen.nl/athenaeum/boek/elementaire-deeltjes-81-arendt/

V. Kalender Heerlickheyt Mechelen

Zaterdag 22.06.24 13.30u bezoeken we het FeliXart museum in Drogenbos dat gewijd is aan de schilder Felix De Boeck en zijn tijdgenoten. Er is ook een tentoonstelling over Oekraïense modernisten. Deze werken worden zo uit de oorlog gered. Je kunt er terecht met een museumpas. De anderen betalen 8 Euro. De gids wordt betaald door de kas. Daarna rijden we naar het kasteel van Gaasbeek in Lennik dat oorspronkelijk een middeleeuwse burcht was en onlangs opnieuw open gesteld is voor het publiek. Voor de gidsen en de inkom spreken we ook de kas aan. Om 18u tafelen we in Dilbeek in ‘ De Rare Vos ‘. De maaltijd wordt verrekend met de tweede factuur 23-24. 

Probeer af te spreken zodat het aantal wagens beperkt wordt. 

Zondag 11.08.24 11u zomerreceptie bij Roos en Fons.                                                          Donderdag 19.09 werkvergadering met als gasten de Kroatische studenten uit Zagreb. Zaterdag 05.10.24 Dag van de Prince in Limburg ( algemene ledendag ).  

VI. NT&C Heerlickheyt Mechelen

1.Ondertussen hadden we al een 5à6-tal babbelboxen met de studenten uit Zagreb.  Tot nu toe namen 6 à 7 leden deel.    

Frans Daems vindt het een goed project omdat de studenten jong en gemotiveerd zijn, de gesprekken een excellente manier zijn om een taal te leren en om aan te sluiten bij de wereld van de jonge mensen. Een manier om zelf jong te blijven!                                   Filip Roosemont sluit zich daarbij aan en vult aan dat het praktisch is omdat je de gesprekken kunt voeren waar je ook bent. Hij spreekt met hen een onderwerp af omdat hij ondertussen al een aantal studenten kent en de fase van de small talk voorbij is. Arthur Van den Berge daagde de studenten uit op een andere manier door te vertrekken van zijn eigen passie, namelijk de kunst van het dichten. Poëzie is immers dé superieure vorm van taal. Voor de sessies duidt hij aan over welke gedichten ze het zullen hebben. Hij leest ze eerst voor, daarna doen de studenten dit en wordt er uitleg gegeven over de woorden en over de respectieve appreciaties. Wat Arthur treft is dat emoties over poëzie universeel zijn.  Hij beoordeelt de uitwisseling als waarachtige en tijdloze communicatie omdat de deur van de ratio dicht gaat ten voordele van de opening naar het innerlijke.  Hij verheugt er zich over dat er nog op veel plaatsen Nederlands gedoceerd wordt. Daar een bijdrage aan kunnen leveren, is een activiteit die perfect aansluit bij waar de Orde voor staat.

Hoe komt het dat niet meer leden geïnteresseerd zijn om gedurende een uur, opgedeeld in 2 sessies, deel te nemen aan deze gesprekken? Meer deelname mag.

2. Voor de 8 Kroatische studenten die naar België komen van 18 tot 22.09.24 is er ondertussen voldoende huisvesting.  Mocht er nog interesse zijn, laat het maar weten. Een back-up kan nooit kwaad. Er wordt een toeristisch programma uitgewerkt. Later wordt nog concreet gecommuniceerd over of en hoe je daarbij kunt helpen.

3.Prijs van den Prince voor de beste woordkunstenaar van het Nederlandse taalgebied.  De prijs is 5000 Euro en een trofee. Frédéric De Vries zit in de jury . Zondag 19.05 wordt de informatie opgestuurd ( Slide 8 PPT ) .

VII. Varia

U, Nu! Mechelens theatererfgoed in de kijker. Expo en voorstellingen. Informeer u, er valt van alles te beleven ( Slide 9 PPT ).

VIII. Koffieklets

Met Peter Doms maakten we de sprong van het filosofisch politiek denken van de schrijfster Hannah Arendt naar de realpolitiek van Boris Johnson ( schrijver, journalist, parlementslid, burgemeester en premier ) en Winston Churchill ( soldaat, schrijver, premier ). 

Hierna volgt de neerslag van zijn afsluiter:

‘ Beste vrienden,

We kennen allemaal Boris Johnson, de flamboyante eerste minister van Engeland, die daarvoor burgemeester van Londen was en daarvoor lange tijd journalist.

Boris Johnson heeft tien jaar geleden, in 2014, een boek geschreven over een andere bekende Engelsman, die ook eerst journalist was voor hij in de politiek stapte: Winston Churchill.

In de volgende minuten wil ik het hier niet hebben over de betekenis van Churchill als staatsman op nationaal en internationaal vlak, maar wel over wie hij was als mens – althans volgens Boris Johnson.

Churchill – die negentig jaar oud werd – was iemand met een enorme intellectuele gedrevenheid. Hij had “een tomeloze werkkracht, uithoudingsvermogen en mentale energie, een scherpe analytische geest en een meedogenloze journalistieke vaardigheid.” Zoals sommigen het formuleerden: “Daar heb je Winston Churchill met zijn brein van honderd pk.”

Hij redigeerde duizenden nota’s, toespraken, artikels en tientallen boeken, maar hij schreef die niet. Hij dicteerde ze. Typistes hadden de grootste moeite om hem bij te houden, want hij ging altijd maar door, zelfs tot diep in de nacht, kauwend op zijn sigaar. 

Churchill en zijn vrouw sliepen apart, want zij kon zijn werkritme echt niet bijhouden. Op die manier kon hij de typistes mee naar zijn slaapkamer nemen, waar hij, gehuld in “een eigenaardige mauvekleurige hansop”, in zijn bed gezeten met een sigaar en een glas sterke drank, zijn volzinnen dicteerde.

Soms nam hij ’s avonds een bad terwijl hij verder werkte. Dan moesten de typistes ook aanwezig zijn en “terwijl ze bloosden en gilletjes slaakten, kleedde hij zich uit, liet zich in het bad zakken en ging verder met dicteren.”

Wie hard werkt moet natuurlijk ook voldoende eten. Dit kon Churchill als de besten: “Hij at alles tegelijk, in een willekeurige volgorde. Hij kon een hap biefstuk en niertjespastei nemen, vervolgens aan zijn sigaar trekken, een chocolaatje opeten, dan een slok brandewijn nemen, dan weer een hap vlees – en intussen voortdurend praten.”

Maar Churchill kon niet alleen stevig eten: “Hij dronk iedere dag ongeveer een halve liter Pol Roger-champagne, in combinatie met witte wijn bij de lunch, rode wijn tijdens het diner en port of cognac daarna.”

En dan zijn sigaren. “Volgens zijn secretaris rookte hij acht tot tien grote havanna’s per dag.” Dat zijn er ongeveer drieduizend per jaar en naar schatting zo’n tweehonderdduizend gedurende zijn leven.

De eerste toespraak die Churchill hield was als jonge officier op negentienjarige leeftijd. Hij nam toen de verdediging op zich van een paar prostituees aan wie de toegang tot een bar in Londen werd ontzegd. Nadien waren zijn publieke optredens dikwijls even controversieel. Partijgenoten omschreven hem als “een opportunist, een afvallige, een opschepper, een egoïst, een proleet, een hufter en bij talrijke goed gedocumenteerde gelegenheden een regelrechte dronkenlap.”

Een vrouwelijk partijlid zei hem ooit: “Winston, je bent dronken”, waarop hij antwoordde: “Inderdaad, en jij bent lelijk. Maar morgen ben ik nuchter en dan ben jij nog steeds lelijk.”

Op een bepaald moment zat Churchill op het toilet, toen een hoge Britse ambtenaar, de Lord Privy Seal, hem dringend moest spreken. Een bediende klopte op de deur van het toilet om dit aan Churchill te melden, waarop deze antwoordde: “Zeg hem dat ik me met maar één drol tegelijk kan bezighouden.”

En over een bepaald volk waarvan ik hier de naam niet zal noemen, zei hij dat het “een minderwaardig soort mensen waren, door hun ongebreidelde voortplanting beschermd tegen de ondergang die ze verdienen.”

In 1908 – Churchill was toen 34 jaar – huwde hij Clementine Hozier, de dochter van een kolonel. Hoewel, aangezien de moeder van Clementine met meerdere mannen intieme omgang had, is het niet zeker of de kolonel haar biologische vader was.

Winston en Clementine hadden de volgende koosnaampjes voor elkaar: hij noemde haar “Poesje” en zij hem “Varkentje”. Ze begroetten elkaar meestal met “miauw, miauw” en “knor, knor”, ongeacht wie er op dat moment bij aanwezig was.

Tot slot nog een paar weetjes:

  • Churchill werd als regeringsleider meermaals op het Witte Huis in Washington ontvangen. Bij een van deze bezoeken mocht hij er ook overnachten. Groot was de consternatie onder het personeel toen Winston Churchill de volgende ochtend naakt door de gang liep.
  • Churchill had volgens berekeningen een woordenschat van ongeveer 65.000 woorden – driemaal zoveel als van een gewone ontwikkelde mens.
  • Toen Winston Churchill op 5 maart 1946 in aanwezigheid van president Truman een toespraak hield in Fulton, Missouri, gebruikte hij voor de eerste maal het begrip “IJzeren Gordijn”, wat nadien een algemeen bekend begrip geworden is. Maar Churchill was ook de bedenker van de woorden “topconferentie” en “Midden-Oosten”.
  • In 1953 kreeg Winston Churchill de Nobelprijs voor literatuur. Wat hiervan de reden was, heeft niemand ooit begrepen. “Meestal wordt het afgedaan als een grap – een beschamende poging van de Zweden om hun neutraliteit in de oorlog te compenseren.”

Beste vrienden, wie naast deze wetenswaardigheden ook de betekenis van Churchill als staatsman op nationaal en internationaal vlak wil kennen, kan ik het boek “De Churchill factor” van Boris Johnson warm aanbevelen. ‘

Een activiteit georganiseerd door: 

De afdeling Mechelen werd opgericht in 1963 en behoort tot het gewest Brabant-West dat volgende afdelingen groepeert:

Kort

Plaats: 
Salons Van Dijck, Frederik de Merodestraat 33, Mechelen
Wanneer: 
donderdag, 16 mei, 2024 - 19:00
Beschrijving: 

Vertrekkend van zijn essay 'Vrijheid en politiek' in Noord-Zuid zal Prof. Dirk De Schutter het concept vrijheid analyseren: hoe evolueerde het begrip in de geschiedenis en wat was de impact ervan op de maatschappelijke ontwikkelingen; wat is de betekenis vandaag en hoe verhouden de actuele (politieke) ontwikkelingen zich tot dit concept?

Spreker: 
Dirk De Schutter
Over de deelname: 
30 leden